Uitspraak
Onderzoek ter terechtzitting
Ontvankelijkheid van het ingestelde hoger beroep
BESLISSING
mr. A. Sahin, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 8 april 2014.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem, dat op 20 mei 2008 was gewezen. De verdachte, geboren in 1980, was niet in persoon gedagvaard voor de terechtzitting op die datum en werd bij verstek veroordeeld. Het vonnis werd pas op 25 oktober 2010 aan de verdachte betekend, waarna hij pas op 28 oktober 2010 hoger beroep instelde. Het hof heeft vastgesteld dat het hoger beroep niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van veertien dagen na betekening van het vonnis is ingesteld. Hierdoor is de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.
Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen en geconcludeerd dat de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep gerechtvaardigd is. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan op een openbare terechtzitting, waarbij de griffier aanwezig was. Het arrest is niet door mr. Bulsing ondertekend, omdat hij buiten staat was om dit te doen. Deze uitspraak benadrukt het belang van het tijdig instellen van hoger beroep en de gevolgen van een verstekveroordeling voor de procespositie van de verdachte.