ECLI:NL:GHAMS:2014:390

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 februari 2014
Publicatiedatum
17 februari 2014
Zaaknummer
200.121.671-01 NOT
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klacht tegen notaris over wilsbekwaamheid testateur bij testament

In deze zaak hebben klagers, de kinderen van de testateur, een klacht ingediend tegen de notaris die in november 2011 een testament heeft gepasseerd van hun vader. Klagers stellen dat de notaris wist, of had moeten weten, dat hun vader wilsonbekwaam was ten tijde van het passeren van het testament. De kamer van toezicht over de notarissen in 's-Hertogenbosch heeft de klacht eerder ongegrond verklaard, waarna klagers in hoger beroep zijn gegaan. Het hof heeft de zaak behandeld op 5 december 2013, waarbij zowel klagers als de notaris en diens gemachtigde aanwezig waren.

Het hof heeft vastgesteld dat de notaris geen reden had om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van de testateur. De notaris had verschillende stappen ondernomen om de geestelijke toestand van de testateur te beoordelen, en er was geen aanleiding om het Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie toe te passen. De notaris heeft verklaard dat hij geen reden had om aan de wilsbekwaamheid van de testateur te twijfelen, en dit werd ondersteund door een onderzoeksrapport van een oud-notaris.

Het hof concludeert dat de klacht ongegrond is en bevestigt de beslissing van de kamer. De uitspraak benadrukt het belang van de professionele beoordeling van de notaris en de omstandigheden waaronder hij de wilsbekwaamheid van een cliënt moet vaststellen. De beslissing van het hof werd openbaar uitgesproken op 18 februari 2014.

Uitspraak

beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.121.671/01NOT
nummer eerste aanleg : KLN 12.03
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 18 februari 2014
inzake
1. [klaagster],
wonende te [plaatsnaam],
gemachtigde: [klager sub 3.] te [plaatsnaam],
2. [klager],
wonende te [plaatsnaam],
gemachtigde: [klager sub 3.] te [plaatsnaam],
3. [klager],
wonende te [plaatsnaam],
appellanten,
tegen:
[notaris],
notaris te [plaatsnaam]
geïntimeerde,
gemachtigde: mr. G. van Atten, advocaat te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

1.1.
Van de zijde van appellanten, verder klagers, is bij een op 12 februari 2013 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift – met bijlage – tijdig hoger beroep ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te ‘s-Hertogenbosch, verder de kamer, van 21 januari 2013, waarbij de kamer de klacht van klagers tegen geïntimeerde, verder de notaris, ongegrond heeft verklaard.
1.2.
Van de zijde van de notaris is op 29 maart 2013 een verweerschrift ter griffie van het hof ingekomen.
1.3.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 5 december 2013. Klagers en de notaris alsmede zijn gemachtigde zijn verschenen. Klager sub 3 alsmede de gemachtigde van de notaris hebben het woord gevoerd aan de hand van aan het hof overgelegde pleitnota’s.

2.De stukken van het geding

Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.

3.De feiten

Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling van de feiten door de kamer geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat.

4.Het standpunt van klagers

Klagers verwijten de notaris dat hij in november 2011 een testament heeft gepasseerd van de vader van klagers, [de testateur] (hierna: de testateur), terwijl hij wist, althans had moeten weten dat de testateur wilsonbekwaam was. De testateur was ten tijde van het passeren van het testament terminaal ziek en gebruikte zware medicatie tegen zijn slechte geestelijke toestand. Ten tijde van het bezoek door de notaris was de testateur vanwege die slechte toestand zelfs vastgebonden aan bed. De notaris had de weg als voorgeschreven in het Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie moeten volgen. Volgens dit plan had hij zich moeten laten vergezellen van twee kandidaat-notarissen om de wilsbekwaamheid van testateur vast te stellen. Het had tevens op de weg van de notaris gelegen om een medische verklaring van de behandelend arts te vragen teneinde te kunnen beoordelen of testateur wilsbekwaam was. Door aldus te handelen heeft de notaris niet voldaan aan de norm gesteld in artikel 17 eerste lid van de Wet op het notarisambt (Wna).

5.Het standpunt van de notaris

5.1.
De notaris heeft de klacht van klagers betwist en hiertoe het volgende aangevoerd.
5.2.
Er was voor de notaris geen reden om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van de testateur. Daarbij moet worden opgemerkt dat de gehoudenheid van de notaris om de wilsbekwaamheid van de testateur te onderzoeken moet worden bezien vanuit de professie van een notaris en niet vanuit de professie van een medicus. Oud-notaris [oud-notaris], die in opdracht van de kamer heeft onderzocht of er voor de notaris reden was te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van de testateur, heeft bovendien in zijn onderzoeksrapportage bevestigd dat de notaris op juiste gronden heeft geoordeeld dat er geen reden bestond te twijfelen aan die wilsbekwaamheid. Klagers zijn tegen de inhoud van dat onderzoek niet opgekomen. Dat testateur ten tijde van het bezoek door de notaris vastgebonden zou zijn aan zijn bed wordt uitdrukkelijk betwist en blijkt ook niet uit de overgelegde medische gegevens.

6.De beoordeling

6.1.
Het zogeheten Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (het Stappenplan) schrijft voor dat eerst indien er aanleiding bestaat om daaraan te twijfelen, een notaris de geestesgesteldheid van zijn cliënt nader dient te onderzoeken. Het hof is – met de kamer – van oordeel dat in casu niet is gebleken dat de notaris redenen had om te twijfelen aan de geestelijke toestand van testateur.
6.2.
Aan dat oordeel ligt het navolgende ten grondslag. Op grond van de onderzoeksrapportage van oud-notaris [oud-notaris] van 30 oktober 2012 en de verklaring van de notaris over de gang van zaken ter zitting van het hof, is voldoende aannemelijk geworden dat de notaris op verschillende manieren heeft geprobeerd vast te stellen of de testateur in staat was zijn wil te bepalen en wat diens wensen met betrekking tot de inhoud van het testament inhielden. Nu zijn bevindingen, zoals hij die blijkens de onderzoeksrapportage aan [oud-notaris] en in dit beroep aan het hof heeft medegedeeld, voor de notaris geen grond behoefden op te leveren te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van de testateur, was er voor de notaris geen aanleiding het Stappenplan toe te passen. Daarvoor is blijkens dat plan immers eerst aanleiding als een notaris wel aanleiding ziet aan de wilsbekwaamheid van een opdrachtgever te twijfelen. Ook de stelling van klagers dat de notaris er niet zonder meer van had mogen uitgaan dat [naam], die de notaris namens de testateur benaderde met de verzoek het testament van de testateur te wijzigen, daadwerkelijk gevolmachtigd was namens de testateur op te treden, gaat niet op. [naam] heeft de notaris slechts verzocht de testateur te bezoeken teneinde een nieuw testament te maken. Dat [naam] dat verzoek namens testateur had gedaan mocht de notaris reeds afleiden uit het feit dat hem bij zijn bezoek aan de testateur bleek dat deze inderdaad een ander testament wilde.
6.3.
Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht, kan onbesproken blijven omdat het niet van belang is voor de beslissing in deze zaak.
6.4.
Gelet op het hiervoor overwogene is het hof met de kamer van oordeel dat de klacht ongegrond is. Dit leidt ertoe dat de bestreden beslissing zal worden bevestigd.

7.De beslissing

Het hof:
- bevestigt de bestreden beslissing.
Deze beslissing is gegeven door mrs. A.L.G.A. Stille, A.M.A. Verscheure en J.W. van Zaane en in het openbaar uitgesproken op dinsdag 18 februari 2014 door de rolraadsheer.