3.1Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
( i) Homecareco is een dochtervennootschap van Waterland Private Equity Fund III B.V. (hierna: Waterland). Waterland investeert in ondernemingen en trekt hiertoe middelen aan van institutionele beleggers zoals banken, pensioenfondsen, en verzekeraars. Van Haga Holding, W&J Holding en Broekx Holding B.V. hebben respectievelijk 8/10, 1/10 en 1/10 van de aandelen gehouden in Take Good Care Holding B.V. (hierna: TGC). TGC houdt zich bezig met activiteiten op het gebied van de zorg, in het bijzonder thuis- en kraamzorg.
(ii) In juni 2006 zijn Waterland en Van Haga Holding c.s. en Broekx in onderhandeling getreden over een overdracht van de aandelen in TGC. Waterland (in het vervolg van dit arrest ook samen met Homecareco en een na te noemen andere dochter in meervoud aangeduid als kopers) heeft in het kader daarvan gericht informatie opgevraagd bij Van Haga Holding c.s. (in het vervolg van dit arrest ook aangeduid als verkopers) aan de hand van een zogenoemde List of required information. De daarop door verkopers verstrekte informatie heeft voor kopers en hun juridisch en financieel adviseurs ter inzage gelegen in de data-room bij de accountant van TGC, Koeleman Accountants in Voorhout. In opdracht van kopers heeft De Brauw Blackstone Westbroek een juridische due diligence uitgevoerd en heeft KPMG een financiële due diligence uitgevoerd. KPMG heeft op 24 november 2006 een eerste rapport uitgebracht.
(iii) In het kader van de onderhandelingen tussen partijen is aan de hand van interne maandrapporten van TGC een schatting (latest estimate) gemaakt van de EBITDA 2006 (hierna de LE 2006). Op basis van de interne maandrapporten tot en met september 2006 is de LE 2006 vastgesteld op € 1.584.000,-.
(iv) Op 4 december 2006 heeft een bespreking plaatsgehad tussen partijen. Verkopers hebben toen verklaard een LE 2006 van € 1.584.000,- niet te willen garanderen. Kopers hebben daarmee ingestemd. Kopers hebben diezelfde dag een zogenoemd bindend bod uitgebracht middels een door partijen ondertekende brief die onder meer inhoudt:
“(…)
Dit bod is gebaseerd op de door u tot nu toe verstrekte informatie waaronder het jaarverslag van TGC 2005, de door u voorgestelde schatting voor het jaar 2006 en normalisaties voor de verslagjaren 2005 en 2006, en de due diligence rapporten van KPMG Transaction Services en de Brauw Blackstone Westbroek (hierna “de Rapporten”) die gebaseerd zijn op door U aangeleverde informatie, tezamen met andere door TGC verstrekte informatie verder aan te duiden als “de informatie”, en is onder de volgende voorwaarden en aannames:
(…)
Het resultaat over het boekjaar 2005 is tenminste € 1.330.000,- en over het boekjaar 2006 tenminste € 1.584.000,-. Deze aanname zal niet als garantie worden aangemerkt.
(…)”
( v) Op 28 december 2006 is de schriftelijke Koopovereenkomst getekend door Optima Zorg B.V. (dochter van Waterland) als koper en Van Haga Holding c.s. en Broekx Holding als verkopers. In bijlage 10 van de Koopovereenkomst zijn garanties opgenomen. De garanties houden in, kort samengevat en voor zover van belang,
-garantie 2.2: dat verkopers alle informatie hebben verstrekt die voor koper van belang kan zijn;
-garantie 2.3: dat alle informatie die is verstrekt naar beste weten van verkopers juist is en niet misleidend; en
-garantie 9.1 onder (c): dat er geen wijzigingen van betekenis zijn in de actief- en passiefposten van de balans, anders dan ten gevolge van de gewone uitoefening van het bedrijf tussen 1 januari 2006 en de aandelenoverdracht.
(vi) Bij akte van 22 januari 2007 heeft Optima Zorg haar rechten en verplichtingen uit de Koopovereenkomst overgedragen aan Homecareco. De aandelen zijn op 6 februari 2007 met terugwerkende kracht per 1 januari 2006 aan Homecareco geleverd tegen betaling van de helft van de koopsom en onder de verplichting tot betaling van het restant van de koopsom uiterlijk op 6 juni 2007. De restant koopsom is uiteindelijk op een later tijdstip betaald ter uitvoering van een daartoe strekkend vonnis in kort geding van 3 september 2007.