Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.Het geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het hoger beroep
“De rechtbank begrijpt de zorgen van de man omtrent zijn mogelijkheden op de arbeidsmarkt. De rechtbank acht het echter een te onzekere gebeurtenis om reeds nu al rekening te houden met een eventuele toekenning aan de man van een uitkering op grond van de Wet Werk en Bijstand (…). De rechtbank gaat er echter vanuit dat indien een en ander zich in juni 2012 daadwerkelijk zal realiseren de man de vrouw daarvan op de hoogte zal stellen en partijen in onderling overleg zullen bekijken of de man nog voldoende draagkracht heeft het thans vastgestelde bedrag te blijven voldoen.”
Het hof merkt voorts op dat de vrouw ter zitting in eerste aanleg alsnog met de verzochte nihilstelling heeft ingestemd, behoudens voor zover het de verzochte ingangsdatum betrof.
€ 894,-.