ECLI:NL:GHAMS:2014:376
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het hoger beroep inzake de ontbinding van een geregistreerd partnerschap
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van het hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin de ontbinding van het geregistreerd partnerschap tussen partijen is uitgesproken. De beschikking van de rechtbank dateert van 17 april 2013 en is openbaar betekend op 25 april 2013. De man heeft op 4 november 2013 hoger beroep ingesteld, en de vraag die aan het hof voorligt is of dit tijdig is gebeurd. Volgens de relevante wetgeving, artikel 820 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, kan een echtgenoot die in eerste aanleg niet is verschenen, binnen drie maanden na betekening van de beschikking in hoger beroep komen. De beschikking is openlijk bekendgemaakt in de Staatscourant op 12 augustus 2013, waardoor de termijn voor het indienen van het beroepschrift op die datum is ingegaan. Het hof concludeert dat de man tijdig in hoger beroep is gekomen, aangezien hij dit op 4 november 2013 heeft gedaan, binnen de wettelijke termijn van drie maanden. Het hof verklaart de man ontvankelijk in het hoger beroep en bepaalt dat de mondelinge behandeling van de zaak zal worden voortgezet op 16 april 2014. Deze uitspraak is gedaan door een collegiaal hof en is openbaar uitgesproken op 16 januari 2014.