3.3.De man verzoekt de vrouw in haar principaal hoger beroep niet ontvankelijk te verklaren, althans het door haar verzochte af te wijzen. In incidenteel hoger beroep verzoekt hij, met vernietiging van de bestreden beschikkingen in zoverre:
a. de vrouw te veroordelen om in verband met de verkoop van de [adres b] aan de man binnen 8 dagen na de ten deze te wijzen beschikking een bedrag van € 5.375,75 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 28 augustus 2012 tot aan die der algehele voldoening;
b. te bepalen dat de vrouw aan de man een vergoeding verschuldigd is voor het uitsluitend en voortgezet gebruik van de voormalig echtelijke woning aan de [adres a], met ingang van 1 juni 2009 en tot de datum (1 juni 2012) waarop de vrouw deze woning metterwoon heeft verlaten, met vaststelling van die vergoeding op een bedrag gelijk aan 2% per jaar van de waarde van de betreffende onroerende zaak, althans tenminste 50% van de totale hypotheek- en eigenaarslasten met betrekking tot deze onroerende zaak, alsmede de vrouw te veroordelen om dit bedrag ad € 52.455, althans een door het hof in goede justitie te bepalen bedrag, binnen 8 dagen na de ten deze te wijzen beschikking aan de man te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 31 augustus 2012 tot aan die der algehele voldoening;
c. de vrouw te veroordelen om aan de man binnen 8 dagen na de ten deze te wijzen beschikking aan hem te betalen een bedrag ad € 5.920,25, gelijk aan de kosten die de makelaar [x] aan hem in rekening heeft gebracht wegens bemiddeling bij de verkoop van de onroerende zaak aan de [adres a], te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 8 september 2012 tot aan die der algehele voldoening;
d. de vrouw te veroordelen om uit hoofde van het meenemen van de volledige inboedel en inventaris van de [adres a], binnen 8 dagen na de ten deze te wijzen beschikking aan de man een bedrag te betalen van € 25.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 8 juni 2012 tot aan die der algehele voldoening;
e. voorwaardelijk (voor het geval de grieven van de vrouw met betrekking tot periodieke en/of finale verrekening slagen): de vrouw te veroordelen om aan de man binnen 14 dagen na de te wijzen beschikking het nader door hem te berekenen bedrag te betalen, op grond van de verdeling van de tussen partijen bestaande eenvoudige gemeenschap, verrekening van de kosten van de huishouding, inclusief de daarvoor gemaakte schulden, vergoedingsrechten op grond van artikel 4 huwelijkse voorwaarden en vergoeding van haar privé schulden tot voldoening waarvan de man eventueel wordt aangesproken, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 20 mei 2009, althans met ingang van 21 mei 2010 tot de dag der algehele voldoening;
f. voorwaardelijk (voor het geval de vrouw haar medewerking onthoudt aan notariële toedeling van de onroerende zaak aan de [adres d]): de vrouw te veroordelen om binnen 8 dagen na de ten deze te wijzen beschikking haar onvoorwaardelijke medewerking te verlenen aan notariële toedeling onder de voorwaarden als geformuleerd in het dictum van de bestreden beschikking van 3 juli 2013 ten overstaan van een notaris naar keuze van de man (en op zijn kosten) van de bewuste onroerende zaak aan de man, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag of dagdeel dat de vrouw met nakoming van de ten deze te wijzen beschikking in gebreke blijft.