Uitspraak
mr. F.P. Klaverte Alkmaar,
[X 1],
mr. L. Bijlte Hoorn.
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
grieven I en II in het principaal beroepbetoogt SBH, kort gezegd, dat de onder 1.f en 1.g genoemde feiten niet volledig zijn en dat in verband daarmee ook andere, in de toelichting op de grieven aangeduide, feiten van belang zijn. De grieven miskennen dat een rechterlijk vonnis uitsluitend de feiten behoeft te vermelden waarop de beslissing rust. In de bepaling daarvan is de rechter in beginsel vrij. Het vonnis hoeft geen naar volledigheid strevende opgave te bevatten van al hetgeen tussen partijen in enig opzicht is voorgevallen. De grieven zijn derhalve tevergeefs voorgesteld.
3.Beoordeling
grieven III tot en met IX in het principaal beroepen de
grieven 1 tot en met 8 in het incidenteel beroepstellen de grondslagen van de in eerste aanleg afgewezen vorderingen en, wat betreft de vorderingen (ii) van [appellant]en (iii) van [geïintimeerde] de in eerste aanleg verworpen verweren daartegen, opnieuw aan de orde, met aanvulling van feiten en stellingen. De genoemde grieven lenen zich voor een gezamenlijke bespreking. Zij zijn alle tevergeefs voorgesteld. Hiertoe wordt het volgende overwogen.