In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellanten] tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin zij vorderden dat [geïntimeerden] zouden meewerken aan de overdracht van een horecagelegenheid en de bijbehorende huurovereenkomsten voor appartementen. De kern van het geschil betreft de uitleg van een koopoptie die in 2008 werd overeengekomen, waarbij [appellanten] stelden dat deze koopoptie zowel de horecaonderneming als de appartementen omvatte, terwijl [geïntimeerden] dit betwistten. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat [appellanten] niet in hun bewijslevering waren geslaagd, maar het hof oordeelt dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de koopoptie inderdaad beide elementen omvatte. Het hof laat [geïntimeerden] toe tot het leveren van tegenbewijs, waarbij getuigen kunnen worden gehoord. De zaak wordt naar de rol verwezen voor het opgeven van verhinderdata voor de getuigenverhoren. De beslissing van het hof houdt in dat de eerdere uitspraak van de kantonrechter wordt heroverwogen en dat de mogelijkheid voor [geïntimeerden] om tegenbewijs te leveren open blijft.