ECLI:NL:GHAMS:2014:3334
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- E.M. Polak
- C. Uriot
- E.J. Rotshuizen
- Rechtspraak.nl
Huur woonruimte en renovatieovereenkomst in kort geding
In deze zaak gaat het om een kort geding tussen de besloten vennootschap [X] B.V. en [geïntimeerde] over een renovatieovereenkomst en de gevolgen van de sloop van de gehuurde woning. [X] B.V. had in 2010 een renovatieovereenkomst gesloten met [geïntimeerde], waarin afspraken waren gemaakt over de renovatie van de woning en de huurprijs na de renovatie. Echter, in 2011 besloot [X] B.V. het pand geheel te slopen en opnieuw op te bouwen, zonder de renovatieovereenkomst te wijzigen. In januari 2014 stelde [X] B.V. dat de renovatieovereenkomst niet langer van kracht was, omdat het gehuurde was tenietgegaan door de sloop. [geïntimeerde] verzocht in kort geding om een voorlopige voorziening, omdat zij vreesde dat [X] B.V. haar niet zou toelaten tot de woning na de sloop.
De voorzieningenrechter oordeelde dat [X] B.V. [geïntimeerde] moest toelaten tot de woning en dat [X] B.V. de kosten van het geding moest dragen. [X] B.V. ging in hoger beroep tegen deze beslissing. Het hof oordeelde dat [geïntimeerde] voldoende aannemelijk had gemaakt dat de kans gering was dat [X] B.V. in een bodemprocedure zou slagen in het bewijs van haar stellingen over de renovatieovereenkomst en de rechtsgeldigheid van de ontbinding van de huurovereenkomst. Het hof bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter en veroordeelde [X] B.V. in de kosten van het geding in hoger beroep.