ECLI:NL:GHAMS:2014:3184
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging schuldsanering zonder schone lei en de rol van de verificatievergadering
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de schuldsanering van appellant [X] zonder toekenning van een schone lei. Het hoger beroep is ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 21 mei 2014, waarin de schuldsaneringsregeling van [X] werd beëindigd. De rechtbank had eerder, op 30 december 2013, bepaald dat er een inhoudelijke verificatievergadering zou plaatsvinden, maar deze is niet gehouden. Appellant heeft in zijn verzoekschrift aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte de schuldsanering heeft beëindigd zonder dat zijn bezwaren tegen de vorderingen van schuldeisers zijn behandeld. Tijdens de zitting van het hof op 8 juli 2014 heeft [X] zijn standpunt toegelicht, bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.T. Willemsen. De bewindvoerder, M. Zomerdijk, was ook aanwezig en heeft verklaard dat hij in de veronderstelling verkeerde dat er geen inhoudelijke verificatievergadering nodig was, omdat de vorderingen door [X] niet betwist waren. Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank niet had mogen terugkomen op haar eerdere beslissing om een verificatievergadering te houden. De rechtbank had de bezwaren van [X] tegen de vorderingen niet op de juiste wijze behandeld, wat heeft geleid tot de onterechte beëindiging van de schuldsanering. Desondanks heeft het hof geoordeeld dat de rechtbank niet alsnog een inhoudelijke verificatievergadering kon gelasten, omdat de looptijd van de schuldsanering al was verstreken en [X] in gebreke was gebleven. Het hof heeft daarom het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.