ECLI:NL:GHAMS:2014:3148
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M. Wigleven
- A.V.T. de Bie
- R.G. Kemmers
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor verhuizing met kinderen na scheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin vervangende toestemming is verleend aan de vrouw om met de kinderen te verhuizen naar [b]. De man, die in hoger beroep is gekomen, betwist de beslissing van de rechtbank en verzoekt om de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoeken, dan wel deze af te wijzen. De vrouw heeft op haar beurt de bestreden beschikking verdedigd en stelt dat de verhuizing noodzakelijk is voor haar en de kinderen.
De feiten van de zaak zijn als volgt: partijen hebben van medio 2005 tot medio 2013 een relatie gehad en hebben samen twee kinderen. Na de beëindiging van de relatie heeft de vrouw op 3 januari 2014 met de kinderen naar [b] verhuisd. De rechtbank heeft in haar beschikking geoordeeld dat de verhuizing in het belang van de kinderen is, en dat de vrouw voldoende redenen heeft aangevoerd voor de verhuizing. De man is van mening dat de belangen van de kinderen zich verzetten tegen de verhuizing en dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de verhuizing een geringe invloed heeft op het contact tussen hem en de kinderen.
Het hof heeft de zaak beoordeeld aan de hand van artikel 1:253a lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, dat de rechter verplicht om in geschillen omtrent gezamenlijk gezag een beslissing te nemen die in het belang van het kind wenselijk is. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de verhuizing noodzakelijk is, mede gezien de impact van de relatieproblemen op haar en de kinderen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd de bestreden beschikking te bekrachtigen, waarbij het belang van continuïteit in de verzorging van de kinderen is benadrukt.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat het belang van de vrouw en de kinderen om in [b] te blijven zwaarder weegt dan het belang van de man bij een terugkeer naar [a]. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de man af.