Uitspraak
_______________________________________________________________________ _ _
1.Het geding in hoger beroep
2.De stukken van het geding
3.De feiten
4.Het standpunt van klaagster
5.Het standpunt van de notarissen
6.De beoordeling
13:46 uur aan erflater de hiervoor onder 6.2. bedoelde e-mail gestuurd om na te gaan of zij de bedoeling van erflater goed begrepen had. In deze e-mail stelt de kandidaat-notaris aan het slot voor om in het testament een “tweetrapsmaking” op te nemen wat meebrengt dat klaagster “jaarlijks met zijn kinderen even rond de tafel moet maar dat zij fiscaal niet met elkaar te maken hebben”. Daarop heeft erflater bij een e-mail van diezelfde datum (15:47 uur) aan de kandidaat-notaris laten weten: “Het is niet de bedoeling dat mijn kinderen jaarlijks met (klaagster) rond de tafel moeten t.a.v. fiscale zaken. Het is de bedoeling dat ná vererving ieder zijn deel heeft gehad en dat de kous daarmee af is!” Gelet op deze laatste e-mail van erflater mochten de notarissen aannemen, zoals zij hebben aangevoerd, dat het opnemen in het testament van erflater van een niet-opeisbaarheidsclausule zoals bedoeld in artikel 4:82 BW (in samenhang met het opmaken van een notarieel te verlijden samenlevingsovereenkomst) niet voor de hand lag en in strijd zou zijn met de wil van erflater. De klacht dat de notarissen hebben verzuimd te bewerkstelligen dat de legitieme porties van de dochters van erflater pas opeisbaar zouden worden na het overlijden van klaagster is dan ook ongegrond.