Uitspraak
mr. E.M. van Zelmte De Bilt,
mr. A.K. Oostlander-Voste Haarlem,
mr. B.O. Eschweilerte Amsterdam,
mr. I.M.C.A. Reinders Folmerte Amsterdam.
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
“(…) Onderstaand heb ik de indexcijfers doorgetrokken naar januari 2012, latere zijn nog niet beschikbaar. Een en ander onder het uitdrukkelijke voorbehoud dat deze reeks nog met […] en […] ([V] c.s.
) moet worden besproken.(…)”De berekening eindigt op een bedrag van € 296.786,-.
“(…) Onder verwijzing naar de inhoud van mijn brief van 25 juli 2012 geef ik u onderstaand het geïndexeerde bedrag op basis van het thans bekende indexcijfer over december 2012. (…) 240.553 (…).”
“(…) Hierbij kom ik terug op uw brieven d.d. 25 en 27 juli. Het door u genoemde bedrag ad € 78.487,91 is inmiddels in goede orde ontvangen. Anders dan u veronderstelt, is cliënte niet akkoord met de berekening van de executeur. (…)
“Een en ander onder het uitdrukkelijke voorbehoud dat deze reeks nog met […] en […] moet worden besproken”,heeft [D] niet het vertrouwen kunnen ontlenen dat het in de e-mail genoemde bedrag door hem reeds bindend was vastgesteld. De bindende vaststelling blijkt wel expliciet uit de brief van 25 juli 2012:
“Het geheel overziende stel ik vast dat mevrouw [D] recht heeft op een betaling berekend aan de hand van de sub 1 genoemde prijsindex ter grootte van