Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[APPELLANTE SUB 2],
mr. R. Kuizengate Almere,
mr. J.P.M. Borsboomte Barendrecht.
1.Het geding in hoger beroep
2.Beoordeling
grief 1betogen DPI en [appellante sub 2] dat ten onrechte als uitgangspunt is genomen dat Fundraising in de huidige vorm moet worden beschouwd als een nieuw en oorspronkelijk werk in de zin van de Auteurswet. Volgens DPI en [appellante sub 2] is bij de Agreement wel een licentie aan DPI verstrekt maar de eigendom van de Progress software is uitdrukkelijk niet over gegaan.
grieven 2, 3 en 4dat de curator Fundraising niet aan Ifunds kon overdragen, omdat uit de Agreement blijkt dat DP en DPI afgesproken hebben dat alle verbeteringen/aanvullingen op Progress alleen rechten doen ontstaan voor DPI. Aldus staat volgens DPI en [appellante sub 2] vast dat alleen DPI rechten heeft op Fundraising.
grief 6aan dat hij als bestuurder steeds in het belang van DPI heeft gehandeld. Het is niet juist dat hij heeft toegelaten dat DPI de rechten van Ifunds heeft geschonden in een mate dat hem daarvan persoonlijk een ernstig verwijst treft. Hij handelde steeds in de volle overtuiging dat DPI rechthebbende was op Fundraising. Ifunds heeft haar vordering tegen [appellante sub 2] in eerste aanleg onvoldoende feitelijk toegelicht, desondanks heeft de rechtbank hem zonder enige motivering aansprakelijk gehouden en veroordeeld tot schadevergoeding, aldus [appellante sub 2].
grief 7faalt. Voor aanvulling van hun eis bij antwoord in incidenteel beroep is geen plaats, zodat DPI en [appellante sub 2] daarin niet kunnen worden ontvangen.
enige griefkomt Ifunds komt op tegen dat oordeel. Volgens haar wordt het stelselmatig benaderen van klanten van de oude onderneming met het oogmerk hun relatie met die onderneming te verbreken, algemeen als onrechtmatige concurrentie beschouwd.