Over het niet afgeloste gedeelte van deze geldlening is geldnemer een rente verschuldigd van 5,65% per jaar. Dit rentepercentage zal van kracht zijn tot 9 juni 2003 (renteperiode). (…)”
(vi) Bij brief van 20 mei 2003 heeft Artesia aan Marketing Synergie Weesp geschreven, voor zover van belang:
“(…)
In de overeenkomst van geldlening is overeengekomen dat de aan uw vennootschap verstrekte lening op de rentevervaldatum 9 juni 2003 volledig zal worden afgelost tenzij anders wordt overeengekomen.
Met de heer Keijzers van onze bank bent u overeengekomen dat uw vennootschap in de periode van 16 mei 2003 tot 16 mei 2013 over de geldlening een rentepercentage verschuldigd zal zijn van 5,30%. Voorts dat de geldlening op de nieuwe rentevervaldatum 16 mei 2013 volledig zal worden afgelost, tenzij anders wordt overeengekomen.
Voor zover daarin hierboven geen wijzigingen zijn aangebracht blijven de overige voorwaarden en condities (…) ongewijzigd van kracht. (…)”
(vii) Een brief van Artesia aan Marketing Synergie Weesp van 20 april 2011 luidt, voor zover hier van belang:
“(…) Hierbij bevestigen wij dat wij de kredietfaciliteit in rekening-courant van uw vennootschap bij onze bank conform uw verzoek hebben laten vervallen en daarmede de kredietfaciliteit hebben verlaagd. De 25-jarige geldlening, in hoofdsom groot
EUR 2.723,000,=, wordt op basis van de bestaande voorwaarden, zekerheden en condities gecontinueerd. (…)”
(viii) In opdracht van Artesia heeft taxateur NAI Netherlands “Muiderpoort” getaxeerd, met als taxatie peildatum 30 juli 2012. De marktwaarde is getaxeerd op € 5.455.000,00 en de executiewaarde op € 3.290.000,00.
(ix) Bij overeenkomst van 20 juli 2012 heeft MSW de contractuele rechtsverhouding van Marketing Synergie Weesp ten opzichte van Artesia overgenomen. Daarbij is het rentepercentage verhoogd tot 5,95% en heeft MSW een tweede recht van hypotheek gevestigd op “Muiderpoort”.
( x) Bij brief van 30 januari 2013 heeft Artesia aan MSW geschreven, voor zover van belang:
“(…) Met deze brief wil ik u informeren over het feit, dat na een uitgebreide analyse van onze strategische bedrijfsvoering, is besloten dat GE Artesia Bank vanaf heden haar activiteiten en dienstverlening uitsluitend zal richten op internationale handels- en werkkapitaalfinanciering. Dit zal helaas gevolgen hebben voor onze bankrelatie en onze dienstverlening aan u.
(…)
Als gevolg daarvan kunnen wij helaas onze huidige dienstverlening aan u, na afloop van de looptijd van de thans vigerende kredietovereenkomst, niet voortzetten. Wij zullen geen kredieten vernieuwen of alternatieve kredieten verlenen wanneer de huidige faciliteiten vervallen per 16 mei 2013. Daarom willen we u nu al vragen om uw zaken bij een andere financiële instelling onder te brengen om zo ervoor te zorgen dat eventuele leningen (en/of andere verplichtingen) tijdig worden terugbetaald op de wettelijke vervaldatum.
(xi) Bij brief van 29 april 2013 heeft Artesia aan MSW een brief geschreven met, voor zover hier relevant, de volgende inhoud:
“(…) Uit het voorgaande volgt dat:
tussen de Bank en MSW vastgoed B.V. (als contractovernemende partij van Marketing Synergie Weesp B.V.) op 20 mei 2003 ondubbelzinnig is overeengekomen dat de Lening volledig dient te worden afgelost op 16 mei 2013;
de Bank sinds 20 mei 2003 altijd duidelijk heeft laten blijken dat de onder (i) genoemde afspraak van 20 mei 2003 is blijven gelden (…)
(…)”
(xii) Een brief van Artesia aan MSW van 13 mei 2013 bevat de volgende passage:
“(…) Door de Bank is aangegeven dat indien op 16 mei 2013 volledige aflossing van de Lening niet plaatsvindt, MSW in verzuim zal zijn hetgeen tot gevolg heeft dat de Bank een aantal rechten toekomt. Onder deze rechten vallen onder andere het recht op parate executie, het openbaar maken van het pandrecht op de huurpenningen (…)
Daar de Bank begrijpt dat u in samenwerking met de heer Valk inspanningen verricht om de herfinanciering van MSW bij een derde partij tot stand te brengen zodat aflossing van de Lening zo spoedig als mogelijk zal plaatsvinden, biedt de Bank MSW een
terme de grâcevan maximaal drie maanden, ingaande per 16 mei a.s. Dit houdt in dat MSW uiterlijk op 16 augustus 2013 de Lening volledig dient te hebben afgelost, en de Bank gedurende deze
terme de grâcevooralsnog haar rechten niet zal uitoefenen indien en voorzover MSW aantoonbare inzet vertoont in het arrangeren van volledige aflossing van de Lening op korte termijn en de Bank hieromtrent met voldoende regelmaat informeert. (…)”
(xiii) De pogingen van MSW om de lening bij een derde te herfinancieren zijn tevergeefs geweest.
(xiv) MSW vorderde in eerste aanleg:
1.
primair
Artesia te veroordelen om aan haar een verlengingsvoorstel te doen voor een verlengingsperiode van tien jaar tegen een rentepercentage van 4,66%, althans een rentepercentage dat gebruikelijk is voor onroerend goed zoals dat van WSW, althans een door de voorzieningenrechter vast te stellen percentage en periode, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
subsidiair
Artesia te veroordelen om aan haar een verlengingsvoorstel te doen voor een verlengingsperiode van tien jaar tegen een rentepercentage van ten hoogste 5,95%, althans een door de voorzieningenrechter vast te stellen periode en percentage, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
2. Artesia te verbieden een aanvang te maken met het uitwinnen van haar zekerheden zolang het schuldeisersverzuim van Artesia voortduurt alsmede zolang geen definitieve einddatum als bedoeld in artikel 11 lid 3 van de Algemene Voorwaarden voor hypotheken is bereikt en MSW ondertussen aan haar verplichtingen voortvloeiend uit de kredietovereenkomst voldoet en zolang MSW geen herfinanciering voor haar lening heeft gevonden, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
3. Artesia te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Aan haar vordering legde MSW ten grondslag, samengevat weergegeven, dat Artesia jegens haar niet de zorgvuldigheid in acht heeft genomen die van haar mag worden verwacht. Partijen zijn een lening met een looptijd van 25 jaar overeengekomen, die niet vroegtijdig door Artesia kan worden beëindigd. MSW stelt dat Artesia haar op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst en de algemene voorwaarden bij die overeenkomst een voorstel had moeten doen voor de volgende rentevastperiode of, indien het haar vrij stond de lening op te zeggen, een verlengingsvoorstel. Door de opstelling van Artesia wordt MSW gedwongen tot verkoop van het verhypothekeerde onroerend goed, wat gepaard zal gaan met aanzienlijke vermogensschade, en dat terwijl MSW haar betalingsverplichtingen jegens Artesia steeds is nagekomen.
(xvi) De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de kern van de zaak is dat partijen verschillen over de vraag omtrent de looptijd van het door Artesia verstrekte krediet, waarbij MSW zich op het standpunt stelt dat de overeenkomst tot 9 juni 2023 loopt en er geen grond is voor tussentijdse opzegging, terwijl volgens Artesia de looptijd gelijk is aan de rentevastperiode en dat het krediet derhalve op 16 mei 2013 moest worden afgelost. De voorzieningenrechter heeft vervolgens de tussen partijen gesloten overeenkomsten uitgelegd aan de hand van het zogeheten Haviltexcriterium en is daarbij tot de conclusie gekomen dat voorshands voldoende aannemelijk is dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat Artesia jegens WSW gehouden is een nieuwe aanbieding te doen voor een renteperiode en rentepercentage. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van WSW aldus toegewezen
- dat Artesia veroordeeld is om binnen een week na datum van het vonnis aan MSW een schriftelijke aanbieding te doen die inhoudt dat het krediet wordt gecontinueerd voor een rentevastperiode van 5 jaar tegen een rentepercentage van 5,95%,
- dat Artesia is verboden om, zolang dat voorstel niet aan MSW is gedaan, geen definitieve einddatum als bedoeld in artikel 11 lid 3 van de Algemene voorwaarden voor hypotheken is bereikt en zolang MSW geen herfinanciering voor het krediet heeft gevonden, een aanvang te maken met het uitwinnen van haar zekerheden, zulks op straffe van een dwangsom van € 2.500,- voor iedere dag dat het verbod wordt overtreden.
Artesia is door de voorzieningenrechter in de kosten van het geding veroordeeld.