ECLI:NL:GHAMS:2014:276
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tuchtrechtelijke klacht tegen notaris inzake afwikkeling nalatenschap
In deze zaak gaat het om een tuchtrechtelijke klacht van klager tegen de notaris, die betrokken was bij de afwikkeling van de nalatenschap van erflater. Klager, die erfgenaam is, heeft op 21 februari 2013 hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beslissing van de kamer van toezicht over notarissen, die zijn klacht ongegrond had verklaard. Klager verwijt de notaris dat hij zijn belangen onvoldoende heeft behartigd, onder andere door hem pas in juni 2010 in te lichten over zijn erfgenaamschap, terwijl de notaris al kort na het overlijden van erflater was benaderd om de nalatenschap af te wikkelen. Klager stelt verder dat de notaris geen actie heeft ondernomen om de inboedelgoederen van erflater te inventariseren en dat hij buiten de verdeling van deze goederen is gehouden. Daarnaast maakt klager bezwaar tegen de hoogte van de begrafeniskosten en verwijt hij de notaris dat hij heeft toegestaan dat zijn zus zich als executeur opwierp zonder zijn toestemming.
Het hof heeft de zaak op 4 februari 2014 behandeld en vastgesteld dat de notaris, hoewel zijn handelen beter had gekund, niet tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. Het hof oordeelt dat de notaris niet kan worden verweten dat hij klager niet eerder heeft ingelicht over zijn erfgenaamschap, aangezien hij afhankelijk was van informatie van derden. Ook de andere klachtonderdelen zijn ongegrond verklaard, omdat er geen bewijs is dat de notaris zijn taken niet naar behoren heeft uitgevoerd. Het hof bevestigt de beslissing van de kamer van toezicht en verklaart de klacht van klager ongegrond.