Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
- Is eenhoofdig gezag, zoals door de man verzocht, in het belang van [minderjarige]?
- Welke hoofdverblijfplaats is het meest in het belang van [minderjarige]?
- Welke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken dan wel omgang met de niet-verzorgende ouder is het meest in het belang van [minderjarige]?
- Zijn er factoren die een regeling belemmeren? Zo ja, welke komen vanuit het kind en welke vanuit de ouder(s)? Hoe en op welke termijn zijn deze factoren op te heffen?
- Hoe dient de regeling qua vorm en frequentie, in het belang van [minderjarige], vorm gegeven te worden?
2.Verdere feiten
3.Het geschil in principaal en incidenteel hoger beroep
- bepaald dat de hoofdverblijfplaats van [minderjarige] bij de vrouw is;
- de volgende verdeling van de zorg- en opvoedingstaken bepaald:
- bepaald dat de ouder bij wie [minderjarige] in het kader van deze regeling verblijft vóór de overdracht van het kind aan de andere ouder middels het daarvoor bedoelde Google-account informatie zal verschaffen omtrent de gezondheid en ontwikkeling van [minderjarige];
- bepaald dat de ouder met wie [minderjarige] langer dan één dag elders dan in de woonplaats verblijft voorafgaande aan dat verblijf het verblijfadres aan de andere ouder bekend zal maken middels het Google-account.
- de hoofdverblijfplaats van [minderjarige] bij haar te bepalen;
- haar met het eenhoofdig gezag over [minderjarige] te belasten;
- te bepalen dat [minderjarige] naar één peuterspeelzaal zal gaan, te weten [naam] te [plaats], drie dagdelen per week, te weten maandagochtend, dinsdagmiddag en donderdagmiddag;
- de volgende zorgregeling tussen [minderjarige] en de man te bepalen:
even wekenzal de vrouw [minderjarige] op zaterdagochtend om 10.00 uur naar [plaats] brengen (overdrachtsplek winkelcentrum op de [adres], pleintje bij supermarkt C1000); de man zal [minderjarige] op maandagochtend om 8.45 uur naar de peuterspeelzaal [naam] te [plaats] brengen (een alternatief is dat de man [minderjarige] op zondagavond om 19.00 uur terug zal brengen bij de receptie van de [naam]); in de
oneven wekenzal de man [minderjarige] op maandag om 12.00 uur bij de peuterspeelzaal [naam] te [plaats] ophalen en haar op dinsdagmiddag om 13.00 uur naar de peuterspeelzaal [naam] te [plaats] brengen; voorts mag [minderjarige] tussendoor altijd met de man bellen of skypen;
even wekenzal de man [minderjarige] op woensdag om 12.15 uur uit school halen en haar om 17.00 uur weer terugbrengen; in de
oneven wekenzal de man [minderjarige] op vrijdag om 12.00 uur uit school halen en haar op zondagavond om 17.00 uur weer terugbrengen.
- te bepalen dat de overdrachtsplekken tijdens vakanties van de peuterspeelzaal zullen plaatsvinden bij de receptie van de [naam] te [plaats] ([adres]) en bij het politiebureau te [plaats]; de ouder bij wie [minderjarige] verblijft, zal haar naar de andere ouder brengen;
- te bepalen dat partijen elkaar informeren over [minderjarige] via het Google‑account voordat de overdracht plaatsvindt, zoals bepaald – naar het hof begrijpt – in de bestreden beschikking;
- te bepalen dat de man een psychologisch onderzoek zal ondergaan;
- te bepalen dat de verjaardag van [minderjarige] op [datum] in de even jaren bij de man zal plaatsvinden en in de oneven jaren bij de vrouw (ingaande [datum] om 19.00 uur tot [datum] 10.00 uur);
- te bepalen dat [minderjarige] op Eerste kerstdag in de oneven jaren bij de vrouw zal zijn en in de even jaren bij de man (avond ervoor om 19.00 uur tot Tweede kerstdag 10.00 uur) en dat [minderjarige] op Tweede kerstdag in de even jaren bij de vrouw zal zijn en in de oneven jaren bij de man;
- te bepalen dat [minderjarige] met Oud & Nieuw (31 december en 1 januari) in de oneven jaren bij de vrouw zal zijn en in de even jaren bij de man;
- te bepalen dat de overige feestdagen om en om eerlijk verdeeld worden (Pasen en Pinksteren);
- te bepalen dat de man het verblijfadres van [minderjarige] in [land] aan de vrouw zal geven en haar op de hoogte zal stellen wanneer [minderjarige] daar verblijft;
- te bepalen dat de man een voorlopige financiële bijdrage zal leveren aan de opvoeding en verzorging van [minderjarige] (o.a. peuterspeelzaalkosten etc.) van € 250,- per maand;
- te bepalen dat ieders netwerk via de Eigen Kracht Conferentie zal worden ingeschakeld;
- te bepalen dat zal worden gestart met gesprekken tussen partijen over de basisvoorwaarden voor een goede en bij haar ontwikkeling passende opvoeding en verzorging van [minderjarige] met behulp van de mediator, zodra het onderzoek naar waar [minderjarige] naar school zal gaan, dan wel het onderzoek naar de basisvoorwaarden is afgerond;
- te bepalen dat er hulp van de gezinsvoogd zal zijn bij de feitelijke vaststelling en uitvoering van de afspraken;
- hem alleen met het gezag over [minderjarige] te belasten, subsidiair de hoofdverblijfplaats bij hem vast te stellen;
- een omgangsregeling, dan wel zorgregeling, vast te stellen inhoudende:
4.Verdere beoordeling van het principaal en incidenteel hoger beroep
5.Beslissing
zondag 7 december 2014en draagt partijen op om een week vóór die datum het hof schriftelijk te berichten over de stand van zaken en over de eventueel gewenste wijze van voortprocederen, onder overlegging van een afschrift van dit bericht aan de andere partij, de Raad en BJZ;