ECLI:NL:GHAMS:2014:2699
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M. Wigleven
- A.V.T. de Bie
- R.G. Kemmers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gezamenlijk gezag over kinderen na relatiebreuk
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin het gezamenlijk gezag over hun kinderen is beëindigd. De man en de vrouw hebben samen twee kinderen, geboren in 2008 en 2010. De man heeft de kinderen erkend, maar na de beëindiging van hun relatie in 2011 heeft de vrouw het eenhoofdig gezag over de jongste, terwijl zij gezamenlijk gezag hadden over de oudste. De man is in hoger beroep gekomen omdat hij het niet eens is met de beslissing van de rechtbank om het gezamenlijk gezag te beëindigen. Hij heeft een verleden van alcoholverslaving, maar stelt dat hij sinds augustus 2013 nuchter is en dat hij zijn verslavingsproblematiek onder controle heeft. De vrouw daarentegen betwist dit en stelt dat de man nooit invulling heeft gegeven aan zijn gezag en dat hij zich onverantwoordelijk heeft gedragen. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de man aangegeven dat hij bereid is om de behandeling van de zaak aan te houden om te bewijzen dat hij nuchter kan blijven en betrokken kan zijn bij de kinderen. Het hof heeft besloten de behandeling pro forma aan te houden tot 19 juli 2015, met het verzoek aan partijen om het hof schriftelijk te informeren over de stand van zaken.