Uitspraak
mr. T.J. Zuiderman, kantoorhoudende te Nieuwegein,
mr. J.M. van Slootenen
mr. T. Huijg, kantoorhoudende te Amsterdam.
1.Het verloop van het geding
2.De vaststaande feiten
Voor de per 1 januari 2013 vastgestelde premievrije aanspraken en rechten op grond van de pensioenregelingen op basis van een uitkeringsovereenkomst die per die datum zijn beëindigd, alsmede voor de pensioenaanspraken en -rechten van gewezen deelnemers, gewezen partners geldt de volgende toeslagenregeling:
Uit de onderhandelingen tussen Unisys en de ondernemingsraden volgt dat toeslagenmatrix categorie B van toepassing is op de op 31 december 2012 bestaande premievrije aanspraken, inclusief de per die datum opgebouwde eindloonaanspraken, alsmede op de pensioenuitkeringen. Er bestaat in dat geval geen doelgericht indexatiebeleid, het bestuur bepaalt jaarlijks of de financiële middelen (lees rendement) toereikend zijn om de aanspraken en uitkeringen te kunnen indexeren.
In artikel 3 lid 1 wordt gesteld dat de toeslagenregeling voor de premievrije rechten van de toeslagen categorie D6 naar categorie B gaat. De Deelnemersraad adviseert nadrukkelijk de wijziging in de toeslag categorieën niet toe te passen. Aantasting van opgebouwde rechten, waartoe ook de toeslag clausules van de reglementen waaronder de rechten zijn opgebouwd behoren, zal leiden tot claims van betrokken deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden tenzij sprake is van gelijkblijvende of verbeterde aanspraken.
(…) de wijziging van de toeslagenregeling, de huidige categorie D6 wordt vervangen door B, volgt uit het arbeidsvoorwaardelijke overleg. SPUN is daarbij geen partij. In dit verband wijst het bestuur erop dat Unisys Nederland en de ondernemingsraden niet hebben afgesproken dat de zogenoemde indexatiekoopsom onderdeel uitmaakt van de kostendekkende premie noch uit de aanwezige premieruimte (…) wordt gefinancierd. Deze afspraak over de premie impliceert reeds een wijziging van de indexatiecategorie.
De Deelnemersraad concludeert dat de reactie op zijn (…) advies (…) slechts deels adequaat is. Alles overziend, heeft de Deelnemersraad niettemin met de kleinst mogelijke meerderheid van stemmen besloten om geen beroep in te stellen bij de Ondernemingskamer.
Artikel 19. Toeslagen op Pensioenrechten en Pensioenaanspraken
Toeslagverlening
Vooral de aantasting van de indexatie ambitie in de voorgenomen 12e nota van wijziging is niet acceptabel. De Deelnemersraad heeft hierover, zoals bekend, juridisch advies ingewonnen. Daarin is naar voren gekomen dat er onder meer vraagtekens moeten worden geplaatst bij de rechtsgeldigheid van de voorgenomen aantasting van de indexatie ambitie. Vervolgens heeft de Deelnemersraad het Bestuur van het pensioenfonds uitgenodigd om hierover te overleggen. Het Bestuur van het pensioenfonds heeft echter niet willen ingaan op de uitnodiging van de Deelnemersraad tot overleg over de haalbaarheid van verzet tegen de aantasting van de indexatie ambitie. Bij deze stand van zaken ziet de deelnemersraad zich genoodzaakt om op dit onderdeel een negatief advies uit te brengen.”
Als voor de deelnemersraad de wijziging van de indexatieregeling niet aanvaardbaar was, had de deelnemersraad beroep kunnen instellen bij de Ondernemingskamer tegen het besluit van het bestuur om de uitvoeringsovereenkomst gestand te doen. Daarin is immers uitdrukkelijk opgenomen dat voortaan een ‘B-toeslag’ zal worden verstrekt. In de brief van 19 juni 2012 heeft de deelnemersraad echter expliciet aangegeven dat geen beroep wordt ingesteld.
3.De gronden van de beslissing
4.De beslissing
mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten, raadsheren, en prof. dr. M.A. van Hoepen RA en G.A. Cremers, raden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verheggen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 15 januari 2014.