ECLI:NL:GHAMS:2014:2559
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Zorgregeling en inschrijving school voor minderjarige
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam werd behandeld, ging het om een zorgregeling en de inschrijving van een minderjarige bij de ISA. De vrouw, appellante in principaal hoger beroep, en de man, appellant in incidenteel hoger beroep, waren in een geschil verwikkeld over de zorgregeling voor hun dochter. Het hof verwijst naar een eerdere beschikking van 17 december 2013, waarin de Raad voor de Kinderbescherming was gelast om onderzoek te verrichten naar de zorgregeling en de inschrijving van de minderjarige op de ISA. De Raad adviseerde om de minderjarige aan te melden bij de ISA en een zorgregeling vast te stellen waarbij zij om de week contact heeft met de man. De vrouw verzocht om aanpassingen in de zorgregeling, terwijl de man de huidige regeling wilde handhaven.
Tijdens de zitting op 31 maart 2014 werden beide partijen gehoord, evenals een vertegenwoordiger van de Raad. De vrouw stelde dat de huidige regeling niet in het belang van de minderjarige was, terwijl de man het belang van een frequente omgang met beide ouders benadrukte. Het hof overwoog dat de minderjarige tweetalig werd opgevoed en dat het in haar belang was om naar de ISA te gaan, vooral omdat de schooltijden en vakanties van de ISA en reguliere basisscholen niet parallel lopen. Het hof oordeelde dat de vrouw onvoldoende had onderbouwd waarom een eerdere inschrijving op de ISA in het belang van de minderjarige zou zijn.
Uiteindelijk besliste het hof dat de vrouw de minderjarige mocht inschrijven bij de ISA, met de voorwaarde dat dit pas in november 2015 zou gebeuren, en dat de zorgregeling werd aangepast. De minderjarige zou tot haar vierde verjaardag bij de man verblijven van dinsdagochtend tot donderdag, en na haar vierde verjaardag zou de regeling verder worden aangepast. De kerst- en zomervakantie zouden bij helfte worden verdeeld, en de minderjarige zou om de week bij de man verblijven. Het hof benadrukte het belang van goede communicatie tussen de ouders en wees het verzoek van de vrouw om extra contactmomenten af. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.