ECLI:NL:GHAMS:2014:2558
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.V.T. de Bie
- M.M.A. Gerritzen-Gunst
- L.H.M. Zonnenberg
- Rechtspraak.nl
Toelating tot de WSNP na faillietverklaring en alimentatieverplichtingen
In deze zaak gaat het om de toelating van de man tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) na zijn faillietverklaring op eigen verzoek. De man is in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin zijn verzoek om de alimentatieverplichting aan de vrouw op nihil te stellen, werd afgewezen. De man en vrouw zijn in 1985 gehuwd en de echtscheiding werd uitgesproken op verzoek van de vrouw in 2010. De rechtbank had bepaald dat de man een uitkering tot levensonderhoud aan de vrouw moest betalen, die later door het hof werd verhoogd. Na zijn faillissement heeft de man verzocht om de alimentatie op nihil te stellen, wat door de rechtbank werd toegewezen, maar het hof heeft deze beslissing in eerdere uitspraken vernietigd. Het hof oordeelde dat de man onvoldoende had aangetoond dat zijn faillissement een noodzaak was en dat hij de vrouw financieel had benadeeld door zijn faillissementsaanvraag. De man heeft in cassatie geen gelijk gekregen, en de Hoge Raad bevestigde dat de man maatregelen moest treffen om aan zijn verplichtingen te voldoen. De man heeft zijn faillissement opgeheven en is toegelaten tot de WSNP, maar het hof oordeelt dat zijn financiële situatie niet zodanig is veranderd dat de alimentatieverplichting kan worden aangepast. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank, waarbij de man zijn verzoek om wijziging van de alimentatieverplichting niet kan onderbouwen. De man heeft nagelaten aan te tonen dat hij, zonder faillissement, ook in de WSNP zou zijn toegelaten, en zijn schuldenlast is niet veranderd. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 13 mei 2014.