Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
(i) Tussen makelaar [X] (hierna: [X]) en architect [Y] (hierna: [Y]) bestaat sinds 1994 een samenwerkingsverband. Doel van hun samenwerking is, kort weergegeven, het realiseren van winst uit projectontwikkeling van onroerend goed. Voordat de eerste ontwikkelingsactiviteiten werden ondernomen hebben [X] en [Y] met elkaar afgesproken om de winst, die zij zouden realiseren, te verdelen op basis van gelijkheid.
(ii) [Y] en [X] vormen samen met projectontwikkelaar [Z] (hierna: [Z]) een ontwikkelingsgroep. Met behulp van een investeringsgroep, waarvan [A] (hierna: [A]) deel uit maakt, zijn vier project-vennootschappen opgericht, namelijk:
- De Bovenkerkse Veste B.V. (in 1998);
- Van Boekelstaete B.V. (in 1999);
- Victoria Staete B.V. (in 2000);
- Heermans Veste B.V. (in 2001);
(hierna gezamenlijk: de projectvennootschappen)
(iii) [Y] heeft in december 1997 Y&F opgericht om daarin zijn activiteiten in het kader van projectontwikkeling onder te brengen. [X] heeft met hetzelfde doel in 2000 Boveka verworven.
(iv) Y&F heeft uit de projecten De Bovenkerkse Veste B.V. en Van Boekelstaete B.V. een bedrag ontvangen van in totaal € 567.502,--.
(v) De projecten De Bovenkerkse Veste B.V. en Van Boekelstaete zijn voltooid. De projecten Victoria Staete B.V. en Heermans Veste B.V. zijn (nog) niet gerealiseerd.
(vi) Bij brief van 29 januari 2003 heeft [Y] (mede namens Y&F) het volgende geschreven:
Beste [X],
Hierbij doe ik je toekomen de inkomsten verdeling zoals jij en ik dat zijn overeengekomen voor bovenstaande projecten.
Dit schrijven is opgesteld omdat wij beide de gemaakte afspraken willen vastleggen zoals overeengekomen nu ook Heermans Veste is toegevoegd inclusief de reden hiervan.
1. Wij beide zijn overeengekomen dat de winst welke zou ontstaan uit projectontwikkeling uit de eerste drie projecten (zie de B.V.’s zoals hierboven vermeld met de nummers 1 t/m 3 voor wat betreft jou en mijn winstaandeel gelijk zou worden gedeeld tussen ons.
2. Overeengekomen zijn wij in het bijzijn van [A] dat op zijn advies jij een B.V. zou oprichten een zgn. off shore in Curaçao
(…)
Deze B.V. is uiteindelijk door jouw opgericht te weten Boveka N.V. te Curacao.
3. Omdat Jouw Boveka N.V. pas laat in de tijd was opgericht zijn wij de volgende aandelen verdeling van de 3 eerst genoemde B.V. nr. 1 t/m 3 (zie hierboven) overeengekomen.
1. Bovenkerkse Veste B.V.: [Y] 50% van de aandelen en [X] 0%
2. Victoria Staete: [X] 40% van de aandelen en [Y] 0%.
3. V. Boekel Staete B.V.: [Y] 40% en [X] 0% waarbij aangetekend dat zodra Boveka N.V. een officieel feit was er een aandelen overdracht zou plaatsvinden van [Y] naar [X] van 50% van de aandelen [Y]. Hierdoor zou de situatie ontstaan dat [X] en [Y] beide het gelijke aantal aandelen zouden verkrijgen n.l. elk 20% van het totale aantal aandelen in v. Boekel Staete B.V.
Echter deze aandelen overdracht is niet uitgevoerd en kon ook niet meer worden uitgevoerd omdat de aandelen al een grote waarde bezaten (de bouw en verkoop was al gestart).
4. Om dit alles te compenseren zijn wij beide op het advies van [A] ingegaan te weten:
[Y] verkoopt aandelen Heermans Veste B.V. aan [X]. Deze transactie heeft al plaatsgevonden en een en ander is begeleid en opgesteld door v. Esse en Wisse notarissen te Hoofddorp.
Op deze wijze zoals hiervoor omschreven zijn of is er een poging ondernomen op basis van berekeningen om nu op basis van deze vier bovengenoemde B.V.’s een gelijke inkomstenverdeling te krijgen tussen [Y] en [X], inkomsten welke ontstaan uit projectontwikkeling van deze vier projecten.
5. De inkomsten welke zijn vrijgekomen voor [Y] uit de Bovenkerske veste B.V. zijn zoals jouw bekend door [Y] in overleg met alle overige aandeelhouders gebruikt voor aankoop grond in Victoria Staete B.V. en Heermans Veste B.V. Hiervoor is een leningsovereenkomst opgesteld door v. Esch Wisse Notarissen te Hoofddorp tussen [Y] en de directie van de eerdergenoemde 2 B.V.’S. tevens is voor deze lening een rente vergoeding afgesproken (zie akte).
Deze rente vergoeding zal tevens een onderdeel worden van de verrekening tussen [Y] en [X], waarbij uiteindelijk als deze vier projecten (zie de B.V.’s genummerd 1 t/m 4) zijn gerealiseerd. Beide een gelijk aandeel verkrijgen van de winst welke beide toekomt zoals overeengekomen.
6. Indien (eerdaags) mocht blijken dat er op basis van berekeningen er nogmaals aandelen Heermans Veste B.V. moeten worden overgedragen tussen [Y] en [X] dan zal dit plaatsvinden om de verdeling zo optimaal mogelijk te realiseren tussen [Y] en [X].
7. [Y] handelt onder de naam Y & F Holding B.V. en staat als zodanig vermeld in de akte’s.
8. Alle eerder gemaakte schriftelijke afspraken tussen [Y] en/of Y & F Holding enerzijds en [X] en/of Boveka N.V. anderzijds komen met het ondertekenen van deze overeenkomst te vervallen. (…)
(vii) [X] heeft de hierboven weergegeven brief, met als kop “overeenkomst” voor akkoord ondertekend onder de vermelding “[X]/Boveka N.V.”.
(viii) Boveka heeft op 4 november 2004 en 1 december 2004 ten laste van Y & F conservatoire derdenbeslagen gelegd onder Victoria Staete B.V. en notaris Stuijt tot zekerheid voor verhaal van haar vordering.
a. voor recht verklaard dat Boveka gerechtigd is tot de helft van het resultaat uit de vier projecten;
b. Y&F geboden om binnen één week na het realiseren van het laatste project, dan wel nadat in redelijkheid is komen vast te staan dat dit project niet kan worden gerealiseerd, over te gaan tot het opstellen van een door een onafhankelijke registeraccountant gecontroleerde eindafrekening, op straffe van een dwangsom;
c. Boveka veroordeeld in de proceskosten.
Verder heeft de rechtbank in het bestreden vonnis (in reconventie) Boveka, voor zover hier van belang, veroordeeld tot betaling van € 12.300,97 aan Y&F, vermeerderd met wettelijke rente en Boveka veroordeeld in de proceskosten.
Y&F heeft uitvoerig uiteengezet waarom in afwijking van hetgeen [Y] en [X] aanvankelijk voor ogen stond later tussen haar en Boveka in de overeenkomst van 29 januari 2003 alsnog een andere verdeling van de aandelen in de projectvennootschappen is overeengekomen. Die andere verdeling hield
Uit de herschikking van aandelen die werd bewerkstelligd door die overeenkomst, in samenhang met het feit dat de winst middels de aandelen in de projectvennootschappen aan de aandeelhouders zou toekomen, vloeide juist voort dat niet langer sprake kon zijn van winstuitkering aan Boveka na afronding van de projecten De Bovenkerkse Veste en Van Boekelstaete omdat zij geen aandelen hield in die projectvennootschappen.
Het betoog van Boveka dat de herschikking van de aandelen in de projectvennootschappen die door de overeenkomst van 29 januari 2003 werd bewerkstelligd er niet aan in de weg hoeft te staan dat zij haar aandeel in de winst van de projecten De Bovenkerkste Veste en Van Boekelstaete thans alsnog door middel van een afdracht in geld ontvangt en dat daar geen fiscale complicaties voor Y&F aan kleven, snijdt geen hout. Boveka ziet over het hoofd dat zij in dat geval, in verhouding tot Y&F, over onevenredig veel aandelen in de projectvennootschappen Victoria Staete en Heermans Veste zou beschikken en dat als gevolg van die door haar beoogde winstuitkering in geld de gevolgen van de verschuiving van aandelen zoals vastgelegd in de overeenkomst van 29 januari 2003 wordt doorkruist.