ECLI:NL:GHAMS:2014:2409
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- C.G. Kleene-Eijk
- W.J. van den Bergh
- A.R. Sturhoofd
- Rechtspraak.nl
Huwelijksvermogensrecht en alimentatie in hoger beroep met toepassing van Russisch recht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vrouw tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin het huwelijksvermogensregime en alimentatiekwesties aan de orde zijn. De vrouw is op 9 oktober 2013 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 10 juli 2013, waarin onder andere de alimentatie voor de kinderen en de vermogensrechtelijke afwikkeling zijn behandeld. De man heeft in reactie hierop incidenteel hoger beroep ingesteld. De partijen, die in Moskou zijn gehuwd, hebben twee kinderen en zijn op 5 november 2013 gescheiden. De rechtbank heeft Russisch recht toegepast op het huwelijksvermogensregime tot 5 december 2008 en Nederlands recht daarna.
De vrouw verzoekt onder andere om de man te verplichten de volledige hypotheekrente te betalen en om een deskundige te benoemen voor de waardering van de ondernemingen van de man. De man verzoekt de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoeken en stelt dat de onderhoudsverplichting is geëindigd omdat de vrouw samenwoont als ware zij gehuwd. Het hof heeft de ontvankelijkheid van de vrouw in haar hoger beroep bevestigd en de procedure gesplitst in twee zaken: één voor de vermogensrechtelijke afwikkeling en één voor de partneralimentatie.
De beslissing van het hof houdt in dat er een nadere mondelinge behandeling zal plaatsvinden voor de vermogensrechtelijke afwikkeling, terwijl de behandeling van de alimentatiekwesties pro forma is aangehouden tot 5 juli 2015. De uitspraak is gedaan door een collegiaal hof en openbaar uitgesproken op 10 juni 2014.