Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
mr. J.A. de Swart,
1.Het geding in hoger beroep
29 januari 2014 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift – met bijlagen – tijdig hoger beroep ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beschikking van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam, verder de kamer, van 10 december 2013, verzonden op 2 januari 2014. Bij die beschikking heeft de kamer de klacht van geïntimeerde, verder de KBvG, tegen de gerechtsdeurwaarder, gegrond verklaard onder oplegging van de maatregel tot betaling van een geldboete van € 1.200,--.
18 februari 2014.
2.De stukken van het geding
3.De feiten
4.Het standpunt van de KBvG
5.Het standpunt van de gerechtsdeurwaarder
6.De beoordeling
Zij heeft immers op 22 januari 2013 het bestuur van de KBvG (tevergeefs) verzocht haar ontheffing te verlenen voor het behalen van de resterende opleidingspunten, waaruit kan worden afgeleid dat de gerechtsdeurwaarder ervan doordrongen was dat de resterende opleidingspunten niet zonder meer konden worden ingehaald. Dit klemt te meer daar de gerechtsdeurwaarder ook na de periode 2011-2012 zich niet heeft ingespannen om alsnog binnen afzienbare tijd de achterstallige punten te behalen.