Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[…],
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.Het geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het hoger beroep
5.Beslissing
zondag 2 maart 2014 pro forma;
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondercuratelestelling van [curandus], geboren in 1931, die door zijn kinderen, [x] en [y], was verzocht. De kantonrechter had [curandus] onder curatele gesteld wegens een geestelijke stoornis en [x] en [y] benoemd tot curatoren. [curandus] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij hij de bestreden beschikking wilde vernietigen en de verzoeken van zijn kinderen wilde afwijzen. De zaak is behandeld op de zitting van 19 december 2013, waar partijen met hun advocaten aanwezig waren, maar de advocaat-generaal niet. Het hof heeft de feiten en omstandigheden rondom de geestelijke gezondheid van [curandus] onderzocht, waaronder verslagen van neuropsychologen en geriatrische specialisten. Het hof concludeert dat er onvoldoende bewijs is voor de aanwezigheid van een geestelijke stoornis die ondercuratelestelling rechtvaardigt. Wel is er voldoende grond voor het instellen van een bewind en mentorschap, gezien de zorgbehoefte van [curandus] en zijn beperkte inzicht in zijn eigen situatie. Het hof heeft de benoeming van [x] en [y] als mentoren geschikt geacht, maar heeft voorgesteld een onafhankelijke derde, de heer Daniel Beaupain, als bewindvoerder aan te stellen. Partijen zijn verzocht zich schriftelijk uit te laten over deze benoemingen, en de verdere behandeling van de zaak is aangehouden tot 2 maart 2014.