In deze zaak gaat het om de verdeling van goederen en financiële compensaties na een echtscheiding tussen de vrouw en de man, die in gemeenschap van goederen waren gehuwd. De vrouw is op 6 mei 2013 in hoger beroep gekomen van eerdere beschikkingen van de rechtbank Amsterdam, die betrekking hadden op de verkoopopbrengst van een paardenwagen en de verdeling van belastingteruggaven. De man heeft in reactie hierop een verweerschrift ingediend en incidenteel hoger beroep ingesteld. De zaak is op 21 november 2013 behandeld ter terechtzitting, waar beide partijen met hun advocaten aanwezig waren.
De feiten van de zaak zijn als volgt: partijen zijn in 1996 gehuwd en zijn in 2009 uit elkaar gegaan. De echtscheiding werd op 24 oktober 2011 officieel gemaakt. De vrouw verzocht de rechtbank om de man te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 8.597,49, dat voortkwam uit de verkoopopbrengst van de paardenwagen, en om de belastingteruggaven tussen hen te verdelen. De rechtbank had eerder bepaald dat de vrouw € 8.250,- aan de man moest betalen voor de verkoopopbrengst van de vrachtwagen en had het verzoek van de vrouw om de belastingteruggaven te verdelen afgewezen.
In hoger beroep heeft het hof de peildatum voor de ontbonden huwelijksgemeenschap vastgesteld op 24 oktober 2011. De vrouw voerde aan dat de paardenwagen voor € 8.500,- was verkocht, terwijl de man betwistte dat dit de juiste verkoopprijs was en stelde dat de vrouw een hogere prijs had moeten ontvangen. Het hof oordeelde dat de man onvoldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat de vrouw een hogere prijs had ontvangen dan het bedrag dat op de bankrekening van haar zwager was gestort.
Wat betreft de belastingteruggaven, was er onduidelijkheid over de bedragen die de man had ontvangen en de verdeling daarvan. Het hof heeft partijen opgedragen om relevante bankafschriften en aanslagen te overleggen, zodat de zaak verder kon worden beoordeeld. De beslissing werd aangehouden, en partijen kregen de gelegenheid om op de overgelegde producties te reageren. De uitspraak werd gedaan op 4 februari 2014.