Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grief 1bestrijdt de curator dat [geïntimeerde] erin is geslaagd aannemelijk te maken dat andere feiten of omstandigheden dan zijn onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement zijn geweest. De grief slaagt. Het hof overweegt daartoe als volgt.
Groothandel in bouwmaterialen verkeert in zwaar weertoegevoegd (productie 11 bij de memorie van antwoord); deze productie ter onderbouwing van zijn stelling dat het omzetniveau in de branche met de kredietcrisis flink is gedaald en dat in 2010 als gevolg daarvan 120 groothandelaren failliet zijn gegaan (MvA onder 14).
grief 2geen bespreking. Hetzelfde geldt voor de
grieven 3 t/m 9, waarmee de curator opkomt tegen de hiervoor onder 3.6 weergegeven beslissing van de rechtbank en die mitsdien voorwaardelijk zijn aangevoerd, namelijk voor het geval van verwerping van de grieven 1 en/of 2 (MvG onder 53), welk geval zich niet voordoet.
waarop de curator gemeend heeft het faillissement te moeten afwikkelen.De gestelde onregelmatigheden zijn in het licht van de gemotiveerde betwisting van de curator niet komen vast te staan en met het voorgaande is gebleken dat de curator met zijn aansprakelijkstelling en conservatoire maatregelen op goede grond heeft gehandeld. Het hof ziet geen termen voor matiging, laat staan tot nihil.