Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
de manis het volgende gebleken.
de vrouwis het volgende gebleken.
3.Het geschil in hoger beroep
- de man niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek de door hem te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen met ingang van 1 januari 2010 althans 28 maart 2011 op nihil te stellen;
- de vrouw niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek te bepalen dat de man gehouden zal zijn om met ingang van 1 januari 2011 dan wel per 26 januari 2011 dan wel met ingang van een zodanige datum als de rechtbank juist zou achten, als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen te voldoen een bedrag van € 450,- per kind per maand althans een zodanige bijdrage overeenkomstig hun behoefte en overeenkomstig de draagkracht van de man te voldoen als de rechtbank juist zou achten.
4.Beoordeling van het hoger beroep
- bij de vast te stellen bijdrage niet meer in de noodzakelijke kosten van bestaan kan voorzien, of
- van zijn inkomen na vermindering van de lasten minder dan 90% van de voor hem geldende bijstandsnorm overhoudt.