ECLI:NL:GHAMS:2014:2252

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 mei 2014
Publicatiedatum
16 juni 2014
Zaaknummer
23-001251-13
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting van oudere vrouwen door middel van telefonische fraude

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1986, was eerder vrijgesproken van oplichting, maar het hof heeft de zaak herzien. De verdachte werd beschuldigd van het oplichten van een groot aantal oudere vrouwen door zich voor te doen als politieagent en bankmedewerker. De slachtoffers werden gebeld en onder valse voorwendselen verleid tot het afgeven van hun bankpas en pincode. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededader een specifieke modus operandi hanteerden, waarbij ze gebruik maakten van de kwetsbaarheid van oudere slachtoffers. De rechtbank had de verdachte eerder vrijgesproken, maar het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan oplichting en poging tot oplichting, en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van vier jaar. Het hof heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte aansprakelijk werd gesteld voor de geleden schade. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten, vooral gezien de impact op de slachtoffers, die vaak alleenstaand en kwetsbaar waren. Het hof heeft de verbeurdverklaring van de in beslag genomen TomTom One bevolen, die gebruikt was bij de misdrijven.

Uitspraak

parketnummer: 23-001251-13
datum uitspraak: 15 mei 2014
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 27 februari 2013 in de strafzaak onder parketnummer 13-666897-12 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1986,
adres: [adres 1],
thans gedetineerd in [PI].

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

De verdachte is door rechtbank Amsterdam vrijgesproken van hetgeen aan hem onder feit 1 ten aanzien van de zaakdossiers 07 ([slachtoffer 1]), 10 ([slachtoffer 2]), 11 ([slachtoffer 3]), 12 ([slachtoffer 4]) en 19 [slachtoffer 5]) en onder feit 2 ten aanzien van de zaakdossiers 09 ([slachtoffer 6]) en 13 ([slachtoffer 7], [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9]) en het onder 4 is ten laste gelegd.
Gelet op de overweging van de rechtbank (einde paragraaf 4.5.1 van het vonnis) is het de bedoeling van de rechtbank geweest om de verdachte ook voor feit 2 ten aanzien van zaakdossier 13 met betrekking tot mevrouw [slachtoffer 10] vrij te spreken nu de verdachte ten tijde van het gepleegde feit in het buitenland verbleef. Dit feit is echter wel in de bewezenverklaring van het vonnis opgenomen. Het hof gaat er vanuit dat dit een misslag is en zal de bewezenverklaring verbeterd lezen.
Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraken.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 1 mei 2014 en overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging, en voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1:
hij op één (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23 januari 2012 tot en met 8 augustus 2012 te Amsterdam en/of te Duivendrecht en/of te Amstelveen, in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, één of meer (bejaarde) perso(o)n(en), te weten:
- ( ZD01) [slachtoffer 11] (geboren [geboortedatum 2] 1934) en/of
- ( ZD02) [slachtoffer 12] (geboren [geboortedatum 2] 1928) en/of
- ( ZD04) [slachtoffer 13] (geboren [geboortedatum 2] 1924) en/of
- ( ZD05) [slachtoffer 14] (geboren [geboortedatum 2] 1930) en/of
- ( ZD06) [slachtoffer 15] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en/of
- ( ZD09) [slachtoffer 6] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en/of
- ( ZD14) [slachtoffer 16] (geboren [geboortedatum 2] 1945) en/of
- ( ZD15) [slachtoffer 17] (geboren [geboortedatum 2] 1942) en/of
- ( ZD17) [slachtoffer 18] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en/of
- ( ZD18) [slachtoffer 19] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en/of
- ( ZD20) [slachtoffer 20] (geboren [geboortedatum 2] 1927)
- ( ZD21) [slachtoffer 21] (geboren [geboortedatum 2] 1930)
- ( ZD24) [slachtoffer 22] (geboren [geboortedatum 2] 1914)
heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (een) bankpas(sen), in elk geval van enig goed en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens met geldswaarde in het handelsverkeer, te weten (een) bij die bankpas(sen) behorende pincode(s),
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid die
- ( ZD01) [slachtoffer 11] (geboren [geboortedatum 2] 1934) en/of
- ( ZD02) [slachtoffer 12] (geboren [geboortedatum 2] 1928) en/of
- ( ZD04) [slachtoffer 13] (geboren [geboortedatum 2] 1924) en/of
- ( ZD05) [slachtoffer 14] (geboren [geboortedatum 2] 1930) en/of
- ( ZD06) [slachtoffer 15] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en/of
- ( ZD09) [slachtoffer 6] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en/of
- ( ZD14) [slachtoffer 16] (geboren [geboortedatum 2] 1945) en/of
- ( ZD15) [slachtoffer 17] (geboren [geboortedatum 2] 1942) en/of
- ( ZD17) [slachtoffer 18] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en/of
- ( ZD18) [slachtoffer 19] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en/of
- ( ZD20) [slachtoffer 20] (geboren [geboortedatum 2] 1927)
- ( ZD21) [slachtoffer 21] (geboren [geboortedatum 2] 1930)
- ( ZD24) [slachtoffer 22] (geboren [geboortedatum 2] 1914)
opgebeld en/of zich aan de telefoon voorgedaan als ware hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(n) (een) medewerker(s) van de politie Amsterdam (onder meer onder de valse na(a)m(en) 'Drent' en/of 'Henk Steur') en/of (vervolgens) (in die valse hoedanighe(i)d(en)) (aan de telefoon) heeft/hebben gezegd - zakelijk weergegeven –
- dat de politie bezig is met een onderzoek naar 'skimmen' en/of (bankpas)fraude waarin de politie was gestuit op zijn/haar/hun rekening(gegevens) en/of bankpas(gegevens) en/of
- dat de politie (een) verdachte(n) had(den) aangehouden die in het bezit was/waren van zijn/haar/hun bankrekening(gegevens) en/of bankpas(gegevens) en/of
- dat zijn/haar/hun bankrekening en/of bankpas was 'geskimd' en/of
- dat er nu zou worden doorverbonden met een medewerker van de bank,
en/of
(vervolgens) voornoemde
- ( ZD01) [slachtoffer 11] (geboren [geboortedatum 2] 1934) en/of
- ( ZD02) [slachtoffer 12] (geboren [geboortedatum 2] 1928) en/of
- ( ZD04) [slachtoffer 13] (geboren [geboortedatum 2] 1924) en/of
- ( ZD05) [slachtoffer 14] (geboren [geboortedatum 2] 1930) en/of
- ( ZD06) [slachtoffer 15] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en/of
- ( ZD09) [slachtoffer 6] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en/of
- ( ZD14) [slachtoffer 16] (geboren [geboortedatum 2] 1945) en/of
- ( ZD15) [slachtoffer 17] (geboren [geboortedatum 2] 1942) en/of
- ( ZD17) [slachtoffer 18] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en/of
- ( ZD18) [slachtoffer 19] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en/of
- ( ZD20) [slachtoffer 20] (geboren [geboortedatum 2] 1927)
- ( ZD21) [slachtoffer 21] (geboren [geboortedatum 2] 1930)
- ( ZD24) [slachtoffer 22] (geboren [geboortedatum 2] 1914)
(zogenaamd) doorverbonden en/of gebeld en/of (daarbij) zich aan de telefoon voorgedaan als ware hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(n) (een) medewerker(s) van de (ING-)bank (onder meer onder de valse na(a)m(en) 'Derk Mulder' en/of 'Sjoerd Vermeulen) en/of (vervolgens) (in die valse hoedanighe(i)d(en)) (aan de telefoon) heeft/hebben gezegd - zakelijk weergegeven –
- dat er nog geen geld van zijn/haar/hun bankrekening was gehaald en/of
- dat de bankpas (zekerheidshalve) geblokkeerd moest worden en/of
- dat de bankpas nog diezelfde dag zou worden opgehaald (door een koerier) en/of
- dat de bankpas in een (witte) enveloppe moest worden gedaan (voorzien van drie kruizen op de plakrand) en/of
- dat er een nieuwe bankpas zou worden toegezonden en/of
- dat de pincode gewijzigd en/of vernieuwd moest worden en/of (daarbij) gevraagd wat de (oude) pincode was,
en/of
(vervolgens) zich (direct) (in de valse hoedanigheid van koerier) naar/bij de woning(en) van voornoemde
- ( ZD01) [slachtoffer 11] (geboren [geboortedatum 2] 1934) en/of
- ( ZD02) [slachtoffer 12] (geboren [geboortedatum 2] 1928) en/of
- ( ZD04) [slachtoffer 13] (geboren [geboortedatum 2] 1924) en/of
- ( ZD05) [slachtoffer 14] (geboren [geboortedatum 2] 1930) en/of
- ( ZD06) [slachtoffer 15] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en/of
- ( ZD09) [slachtoffer 6] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en/of
- ( ZD14) [slachtoffer 16] (geboren [geboortedatum 2] 1945) en/of
- ( ZD15) [slachtoffer 17] (geboren [geboortedatum 2] 1942) en/of
- ( ZD17) [slachtoffer 18] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en/of
- ( ZD18) [slachtoffer 19] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en/of
- ( ZD20) [slachtoffer 20] (geboren [geboortedatum 2] 1927)
- ( ZD21) [slachtoffer 21] (geboren [geboortedatum 2] 1930)
- ( ZD24) [slachtoffer 22] (geboren [geboortedatum 2] 1914)
heeft/hebben begeven en/of gemeld, waardoor voornoemde
- ( ZD01) [slachtoffer 11] (geboren [geboortedatum 2] 1934) en/of
- ( ZD02) [slachtoffer 12] (geboren [geboortedatum 2] 1928) en/of
- ( ZD04) [slachtoffer 13] (geboren [geboortedatum 2] 1924) en/of
- ( ZD05) [slachtoffer 14] (geboren [geboortedatum 2] 1930) en/of
- ( ZD06) [slachtoffer 15] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en/of
- ( ZD09) [slachtoffer 6] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en/of
- ( ZD14) [slachtoffer 16] (geboren [geboortedatum 2] 1945) en/of
- ( ZD15) [slachtoffer 17] (geboren [geboortedatum 2] 1942) en/of
- ( ZD17) [slachtoffer 18] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en/of
- ( ZD18) [slachtoffer 19] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en/of
- ( ZD20) [slachtoffer 20] (geboren [geboortedatum 2] 1927)
- ( ZD21) [slachtoffer 21] (geboren [geboortedatum 2] 1930)
- ( ZD24) [slachtoffer 22] (geboren [geboortedatum 2] 1914)
werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of het ter beschikking stellen van bovenomschreven gegevens;
2:
hij op één (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23 januari 2012 tot en met 2 augustus 2012 te Amsterdam en/of te Duivendrecht en/of te Amstelveen, in elk geval in Nederland, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en / of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en / of van een valse hoedanigheid en / of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en / of door een samenweefsel van verdichtsels, één (of meer) (bejaarde) perso(o)n(en), te weten:
- ( ZD03) [slachtoffer 23] (geboren [geboortedatum 2] 1929) en/of
- ( ZD07) [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 2] 1920) en/of
- ( ZD08) [slachtoffer 24] en/of
- ( ZD08) [slachtoffer 25] en/of
- ( ZD08) [slachtoffer 26] en/of
- ( ZD08) [slachtoffer 27] en/of
- ( ZD08) [slachtoffer 28] en/of
- ( ZD08) [slachtoffer 29] en/of
- ( ZD10) [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en/of
- ( ZD11) [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum 2] 1929) en/of
- ( ZD13) [slachtoffer 10] (geboren [geboortedatum 2] 1936) en/of
- ( ZD16) [slachtoffer 30] (geboren [geboortedatum 2] 1920) en/of
- ( ZD19) [slachtoffer 5] (geboren [geboortedatum 2] 1922) en/of
- ( ZD22) [slachtoffer 31] (geboren [geboortedatum 2] 1921) en/of
- ( ZD23) [slachtoffer 32] (geboren [geboortedatum 2] 1940) en/of
- ( ZD25) [slachtoffer 33] (geboren [geboortedatum 2] 1937)
(telkens) te bewegen tot de afgifte van (een) bankpas(sen), in elk geval van enig goed en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens met geldswaarde in het handelsverkeer, te weten (een) bij die bankpas(sen) behorende pincode(s),
hebbende hij, verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en / of listiglijk en / of bedrieglijk en / of in strijd met de waarheid met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, voornoemde
- ( ZD03) [slachtoffer 23] (geboren [geboortedatum 2] 1929) en/of
- ( ZD07) [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 2] 1920) en/of
- ( ZD08) [slachtoffer 24] en/of
- ( ZD08) [slachtoffer 25] en/of
- ( ZD08) [slachtoffer 26] en/of
- ( ZD08) [slachtoffer 27] en/of
- ( ZD08) [slachtoffer 28] en/of
- ( ZD08) [slachtoffer 29] en/of
- ( ZD10) [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en/of
- ( ZD11) [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum 2] 1929) en/of
- ( ZD13) [slachtoffer 10] (geboren [geboortedatum 2] 1936) en/of
- ( ZD16) [slachtoffer 30] (geboren [geboortedatum 2] 1920) en/of
- ( ZD19) [slachtoffer 5] (geboren [geboortedatum 2] 1922) en/of
- ( ZD22) [slachtoffer 31] (geboren [geboortedatum 2] 1921) en/of
- ( ZD23) [slachtoffer 32] (geboren [geboortedatum 2] 1940) en/of
- ( ZD25) [slachtoffer 33] (geboren [geboortedatum 2] 1937)
opgebeld en/of zich aan de telefoon voorgedaan als ware hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(n) (een) medewerker(s) van de politie Amsterdam (onder meer onder de valse na(a)m(en) 'Drent' en/of 'Henk Steur') en/of (vervolgens) (in die valse hoedanighe(i)d(en)) (aan de telefoon) heeft/hebben gezegd - zakelijk weergegeven –
- dat de politie bezig is met een onderzoek naar 'skimmen' en/of (bankpas)fraude waarin de politie was gestuit op zijn/haar/hun rekening(gegevens) en/of bankpas(gegevens) en/of
- dat de politie (een) verdachte(n) had(den) aangehouden die in het bezit was/waren van zijn/haar/hun bankrekening(gegevens) en/of bankpas(gegevens) en/of
- dat zijn/haar/hun bankrekening en/of bankpas was 'geskimd' en/of
- dat er nu zou worden doorverbonden met een medewerker van de bank,
en/of
(vervolgens) voornoemde
- ( ZD03) [slachtoffer 23] (geboren [geboortedatum 2] 1929) en/of
- ( ZD07) [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 2] 1920) en/of
- ( ZD08) [slachtoffer 24] en/of
- ( ZD08) [slachtoffer 25] en/of
- ( ZD08) [slachtoffer 26] en/of
- ( ZD08) [slachtoffer 27] en/of
- ( ZD08) [slachtoffer 28] en/of
- ( ZD08) [slachtoffer 29] en/of
- ( ZD10) [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en/of
- ( ZD11) [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum 2] 1929) en/of
- ( ZD13) [slachtoffer 10] (geboren [geboortedatum 2] 1936) en/of
- ( ZD16) [slachtoffer 30] (geboren [geboortedatum 2] 1920) en/of
- ( ZD19) [slachtoffer 5] (geboren [geboortedatum 2] 1922) en/of
- ( ZD22) [slachtoffer 31] (geboren [geboortedatum 2] 1921) en/of
- ( ZD23) [slachtoffer 32] (geboren [geboortedatum 2] 1940) en/of
- ( ZD25) [slachtoffer 33] (geboren [geboortedatum 2] 1937)
(zogenaamd) doorverbonden en/of gebeld en/of (daarbij) zich aan de telefoon voorgedaan als ware hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(n) (een) medewerker(s) van de (ING-)bank (onder meer onder de valse na(a)m(en) 'Bas Tolk' en/of 'Bas Spronk' en/of 'Bram Verlinden') en/of (vervolgens) (in die valse hoedanighe(i)d(en)) (aan de telefoon) heeft/hebben gezegd - zakelijk weergegeven –
- dat er nog geen geld van zijn/haar/hun bankrekening was gehaald en/of
- dat de bankpas (zekerheidshalve) geblokkeerd moest worden en/of
- dat de bankpas nog diezelfde dag zou worden opgehaald (door een koerier) en/of
- dat de bankpas in een (witte) enveloppe moest worden gedaan (voorzien van drie kruizen op de plakrand) en/of
- dat er een nieuwe bankpas zou worden toegezonden en/of
- dat de pincode gewijzigd en/of vernieuwd moest worden en/of (daarbij) gevraagd wat de (oude) pincode was,
terwijl de uitvoering van dat/die voorgenomen misdrijf/misdrijven (telkens) niet is voltooid;
3:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23 januari 2012 tot en met 8 augustus 2012 te Amsterdam en/of te Duivendrecht en/of te Amstelveen, in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit (een) geld-/betaalautoma(a)t(en) heeft weggenomen één (of meer) geldbedrag(en) (in totaal ongeveer 20.920,50 euro), in elk geval (telkens) een geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan (onder meer)
- ( ZD01) [slachtoffer 11] (geboren [geboortedatum 2] 1934) en/of
- ( ZD02) [slachtoffer 12] (geboren [geboortedatum 2] 1928) en/of
- ( ZD04) [slachtoffer 13] (geboren [geboortedatum 2] 1924) en/of
- ( ZD05) [slachtoffer 14] (geboren [geboortedatum 2] 1930) en/of
- ( ZD06) [slachtoffer 15] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en/of
- ( ZD14) [slachtoffer 16] (geboren [geboortedatum 2] 1945) en/of
- ( ZD15) [slachtoffer 17] (geboren [geboortedatum 2] 1942) en/of
- ( ZD17) [slachtoffer 18] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en/of
- ( ZD18) [slachtoffer 19] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en/of
- ( ZD20) [slachtoffer 20] (geboren [geboortedatum 2] 1927)
- ( ZD21) [slachtoffer 21] (geboren [geboortedatum 2] 1930)
- ( ZD24) [slachtoffer 22] (geboren [geboortedatum 2] 1914)
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen geldbedrag(en) en/of goed(eren) (telkens) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten door (telkens) gebruik te maken van door oplichting, althans door een misdrijf, verkregen bankpas(sen) en/of (bijbehorende) pincode(s).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen kan niet in stand blijven, omdat het hof zich daarmee niet verenigt.

Bewijsoverwegingen

Op 21 juni 2012 doet mevrouw [slachtoffer 4] aangifte van oplichting. Zij verklaart dat zij op 19 juni 2012 meermalen op haar huislijn is gebeld door een man die zich uitgaf als “Henk Steur” van de politie. Deze man heeft tegen haar gezegd dat de politie twee mannen heeft op gepakt die zich bezighielden met skimmen en dat haar gegevens waren aangetroffen. Zij moest daarom haar bankpas laten blokkeren. De man heeft voorgesteld haar met een medewerker van de ING Bank door te verbinden. [slachtoffer 4] kreeg vervolgens een andere man aan de telefoon. Deze man heeft tegen haar gezegd dat zij haar bankpas in een enveloppe moest doen en op de achterzijde van de enveloppe drie kruisjes moest zetten. De envelop, met daarin de bankpas, is kort daarna door een koerier met een Noord Afrikaans uiterlijk op
gehaald. [slachtoffer 4] is opnieuw gebeld door de medewerker van de ING Bank. Deze man heeft tegen haar gezegd dat hij haar pincode nodig had, zodat hij de oude pincode kon veranderen, waarna [slachtoffer 4] haar pincode heeft gegeven. Op 19 en 20 juni 2012 is vervolgens in totaal een bedrag van € 2.500,- van de rekening van [slachtoffer 4] gehaald.
Naar aanleiding van de aangifte van [slachtoffer 4] heeft de politie het onderzoek 13Wagna gestart. Het onderzoek heeft geleid tot een observatie op 8 augustus 2012 van de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer].
Het observatieteam neemt naar aanleiding van een gesprek, gevoerd over voornoemd telefoonnummer, de woning van mevrouw [slachtoffer 6] onder observatie. Het observatieteam ziet [slachtoffer 6] voor haar deur staan, met in haar hand een wit voorwerp. Vervolgens ziet het observatieteam een personenauto van het merk Peugeot, voorzien van kenteken [kenteken], rijden met daarin twee personen van Noord Afrikaans uiterlijk. Het voertuig wordt geparkeerd, waarna de bestuurder uitstapt en in de richting van de
woning van [slachtoffer 6] loopt. De bestuurder maakt contact met [slachtoffer 6], krijgt het witte voorwerp overhandigd, loopt terug naar de Peugeot en rijdt weg. Het observatieteam rijdt achter de auto aan en ziet dat uit het raam van het linker voorportier een wit propje wordt gegooid. Het witte propje wordt door het observatieteam veiliggesteld en blijkt een witte enveloppe te zijn, met op de achterzijde drie geschreven kruisjes. Vervolgens rijdt de Peugeot naar een tankstation, waar getankt wordt. De camerabeelden van het tankstation zijn vervolgens opgevraagd. Van deze camerabeelden zitten foto’s in het dossier. De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg, d.d. 13 februari 2013, zichzelf herkend op de foto’s.
Tijdens de observatie van 9 augustus 2012 blijkt uit de telefoontap dat de verdachten in contact proberen te komen met mogelijke slachtoffers en dat de paallocaties overeenkomen met de positie van de verdachten, die zich op dat moment in de Peugeot bevinden. Op verzoek van het onderzoeksteam wordt het voertuig, voorzien van kenteken [kenteken] op grond van de Wegenverkeerswet 1994 onderworpen aan een algemene verkeerscontrole (omdat de bestuurder aan het bellen is). De bestuurder van de auto blijkt te zijn [verdachte], geboren op 10 mei 1986, verdachte. De bijrijder is genaamd [persoon], geboren op [geboortedatum 3] 1920.
Het observatieteam heeft tijdens de observaties van 8, 9 en 10 augustus 2012 de medeverdachte bellend in de auto gezien. Op basis van de tapgesprekken is vastgesteld dat de medeverdachte, terwijl hij met verdachte in de auto zat, zich op grote schaal bezig hield met oplichtingspraktijken. Gelet op wat voorts door het observatieteam is waargenomen, in combinatie met de grote hoeveelheid uitgaande oproepen en de tapgesprekken, acht het hof de verklaring van verdachte, dat hij ten aanzien van de oplichtingspraktijken van niets wist, ongeloofwaardig. Te meer nu de medeverdachte ter terechtzitting in eerste aanleg op 13 februari 2013 heeft verklaard dat hij samen met verdachte het slachtoffer heeft gebeld waarbij medeverdachte zich voordeed als agent en de rol van verdachte die van bankmedewerker was. De medeverdachte heeft tevens verklaard dat zij vaker in de auto hadden gezeten om passen op te halen. Het hof stelt dan ook vast dat verdachte, samen met de medeverdachte, op 8, 9 en 10 augustus 2012 zich heeft bezig gehouden met (pogingen tot) het oplichten van oudere vrouwen.
Het hof is van oordeel dat, gelet op tapgesprekken in combinatie met hetgeen op 8, 9 en 10 augustus 2012 door het observatieteam is waargenomen, kan worden vastgesteld dat verdachte en zijn mededader gebruik hebben gemaakt van een zeer specifieke werkwijze, die als volgt is te omschrijven:
- de slachtoffers zijn voornamelijk alleenstaande, oudere vrouwen;
- zij zijn in de avonduren gebeld, op een tijdstip dat zij hun bank niet zouden kunnen bereiken;
- zij werden gebeld door een man die zich uitgaf als politieagent (bijvoorbeeld ‘Drent’), werkzaam bij het politiebureau Amsterdam (-Amstelland);
- de ‘politieagent’ vertelt dat de politie een aantal verdachten (skimmers) had aangehouden bij het plaatsen van skimapparatuur;
- ook vertelt de agent dat de politie hierbij op gegevens van het slachtoffer was gestuit;
- het slachtoffer wordt vervolgens doorverbonden met een ‘bankmedewerker’, vrijwel altijd iemand van de ING Bank;
- de bankmedewerker zegt tegen het slachtoffer dat haar bankpas was geblokkeerd;
- de bankmedewerker zal een nieuwe pincode aanmaken, hiervoor heeft hij de oude pincode van het slachtoffer nodig;
- het slachtoffer moet de bankpas in een witte enveloppe stoppen en op de achterkant van de enveloppe drie kruisjes zetten en deze meegeven aan een koerier die kort na het telefoongesprek bij het slachtoffer zal arriveren;
- de enveloppe met daarin de bankpas wordt vervolgens door een koerier opgehaald;
- kort daarna worden geldbedragen van de rekening van het slachtoffer gehaald.
Het hof stelt vast dat de hiervoor omschreven modus operandi, zoals door verdachte op 8, 9 en 10 augustus 2012 is gehanteerd, in vrijwel alle aan verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten overeenkomt met hetgeen aangevers daarover hebben verklaard.
Het hof overweegt voorts:
In de auto van de vader van verdachte, een Peugeot met kenteken [kenteken], is een TomTom aangetroffen. Tijdens de observatie van 8, 9 en 10 augustus 2012 is door het observatieteam waargenomen dat verdachte, als bestuurder van voornoemde auto, veelvuldig gebruik maakt van deze auto. De aangetroffen Tomtom is door verbalisant [verbalisant 1] onderzocht. Uit het onderzoek is gebleken dat door de gebruiker ingevoerde adressen, voor wat betreft de straatnaam en vaak in combinatie met een huisnummer dat een of meer tientallen hoger of lager was dan het huisnummer van het slachtoffer, soms zelfs met het exacte huisnummer, overeenkomen met de adressen van een groot aantal slachtoffers. Daarnaast is het opvallend dat de invoerdata van de adressen in de TomTom in bijna alle zaakdossiers dezelfde datum betreffen als de datum waarop de slachtoffers telefonisch zijn benaderd. Het kan dan ook niet anders dan dat de adressen in de TomTom te maken hebben met de oplichtingen zoals ten laste gelegd. De raadsvrouw van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat niet kan worden vastgesteld dat voornoemde TomTom aan verdachte toebehoort. Het hof is echter van oordeel dat duidelijk is gebleken dat verdachte over de TomTom kon beschikken en er op 8, 9 en 10 augustus 2012 hoogst waarschijnlijk daadwerkelijk over heeft beschikt: de TomTom behoorde in de auto waarvan de verdachte op die data de bestuurder was.
Door de verdediging is nog bij pleidooi aangevoerd, dat de TomTom ook door anderen dan de verdachte moet zijn gebruikt omdat het adres van de verdachte in de TomTom staat, maar niet onder “thuis”. De verdediging heeft echter onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het ontbreken van de opdracht “thuis” en het daarentegen voorkomen van het huisadres in de TomTom in het licht van de overige bewijsmiddelen de conclusie rechtvaardigt die de verdediging voorstaat.
Op 30 juli 2012 om 19.30 uur heeft de oplichting van mevrouw [slachtoffer 11] plaatsgevonden. Op dezelfde dag, omstreeks 20.06 uur, wordt met haar bankpas tweemaal gepind. Van één van die pintransacties zijn camerabeelden gemaakt. Daarop is een man te zien die zwarte schoenen met een opvallende witte zool draagt.
Op 6 augustus 2012 heeft, om 19.30 uur, een poging tot oplichting van mevrouw [slachtoffer 1] plaatsgevonden. Op de camerabeelden van de algemene toegangshal van de woning van het slachtoffer [slachtoffer 1] is een man te zien die zwarte schoenen met witte zolen draagt. In de woning gelegen aan de [adres 2] zijn bij de doorzoeking in de kamer van verdachte zwarte schoenen met witte zolen aangetroffen. Van zowel het slachtoffer [slachtoffer 11] als het slachtoffer [slachtoffer 1] zijn de straatnamen in de bij verdachte in beslag genomen TomTom ingevoerd.
Tenslotte komt het Imei-nummer van de telefoon waarmee [slachtoffer 11] is gebeld overeen met het Imei-nummer van de telefoon waarmee [slachtoffer 12] is gebeld.
Op 3 februari 2012 heeft de oplichting van het slachtoffer [slachtoffer 16] plaatsgevonden. Met de pinpas van het slachtoffer wordt een bedrag van € 5.450,50 gepind. Van deze pintransacties zijn camerabeelden gemaakt. Op deze camerabeelden is een man te zien die een jas aanheeft.
Deze jas heeft als kenmerken een dubbele jaszak, met een gaatje ter hoogte van de rechter jaszak, en een dubbele naad van stiksels op de mouw. Bij verdachte is bij de doorzoeking van de woning aan de [adres 2] te Amsterdam in zijn kamer een jas aangetroffen.
Verbalisant [verbalisant 2] stelt vast dat de bij verdachte aangetroffen jas vergaande overeenkomsten vertoont met de jas die de man op de camerabeelden draagt, waarbij ter hoogte van de rechter jaszak een gaatje is aangetroffen. Ook is de straatnaam van het slachtoffer [slachtoffer 16] in de bij verdachte in beslag genomen TomTom ingevoerd. Verdachte heeft ter terechtzitting van 13 februari 2013 verklaard dat de bij de huiszoeking aangetroffen jas aan hem toebehoort, maar dat hij niet de man is die op de camerabeelden staat afgebeeld.
Het hof leidt, anders dan de raadsvrouw, uit de vermelding van de adressen van de slachtoffers [slachtoffer 11], [slachtoffer 1] en [slachtoffer 16] in de TomTom van de verdachte in combinatie met de eerder beschreven kenmerken van de benadering van de slachtoffers en respectievelijk de witte zolen en de jas met het gaatje af dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de hem ten laste gelegde feiten.
Voor de overige ten laste gelegde feiten geldt dat de slachtoffers in beeld zijn gekomen doordat hun adressen voorkwamen in de in beslag genomen TomTom of in de in beslag genomen, gestolen, Ipad, dan wel hun telefoonnummers voorkwamen op de in beslag genomen simkaarten.
Enkele slachtoffers hebben geen bankpas afgegeven. Verdachte en zijn mededader hebben in die laatste categorie van gevallen naar de slachtoffers gebeld en zich voorgedaan als politieagent of bankmedewerker, met als doel de slachtoffers de bankpas en de pincode daarvan afhandig te maken. Onder die omstandigheden is, als de bankpas niet is afgegeven, sprake van een begin van de uitvoering van de oplichting.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1:
hij op tijdstippen in de periode van 23 januari 2012 tot en met 8 augustus 2012 te Amsterdam en te Duivendrecht en te Amstelveen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, bejaarde personen, te weten:
- (ZD01) [slachtoffer 11] (geboren [geboortedatum 2] 1934) en
- (ZD02) [slachtoffer 12] (geboren [geboortedatum 2] 1928) en
- (ZD04) [slachtoffer 13] (geboren [geboortedatum 2] 1924) en
- (ZD05) [slachtoffer 14] (geboren [geboortedatum 2] 1930) en
- (ZD06) [slachtoffer 15] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en
- (ZD09) [slachtoffer 6] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en
- (ZD14) [slachtoffer 16] (geboren [geboortedatum 2] 1945) en
- (ZD15) [slachtoffer 17] (geboren [geboortedatum 2] 1942) en
- (ZD17) [slachtoffer 18] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en
- (ZD18) [slachtoffer 19] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en
- (ZD20) [slachtoffer 20] (geboren [geboortedatum 2] 1927) en
- (ZD21) [slachtoffer 21] (geboren [geboortedatum 2] 1930) en
- (ZD24) [slachtoffer 22] (geboren [geboortedatum 2] 1914)
hebben bewogen tot het ter beschikking stellen van pincodes en/of tot de afgifte van bankpassen,
hebbende verdachte en/of zijn mededader toen aldaar met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid die
- (ZD01) [slachtoffer 11] (geboren [geboortedatum 2] 1934) en
- (ZD02) [slachtoffer 12] (geboren [geboortedatum 2] 1928) en
- (ZD04) [slachtoffer 13] (geboren [geboortedatum 2] 1924) en
- (ZD05) [slachtoffer 14] (geboren [geboortedatum 2] 1930) en
- (ZD06) [slachtoffer 15] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en
- (ZD09) [slachtoffer 6] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en
- (ZD14) [slachtoffer 16] (geboren [geboortedatum 2] 1945) en
- (ZD15) [slachtoffer 17] (geboren [geboortedatum 2] 1942) en
- (ZD17) [slachtoffer 18] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en
- (ZD18) [slachtoffer 19] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en
- (ZD20) [slachtoffer 20] (geboren [geboortedatum 2] 1927) en
- (ZD21) [slachtoffer 21] (geboren [geboortedatum 2] 1930) en
- (ZD24) [slachtoffer 22] (geboren [geboortedatum 2] 1914)
opgebeld en zich aan de telefoon voorgedaan als ware hij, verdachte en/of zijn medeverdachte een medewerker van de politie Amsterdam, onder meer onder de valse namen 'Drent' en 'Henk Steur' en vervolgens in die valse hoedanigheid aan de telefoon heeft gezegd - zakelijk weergegeven –
- dat de politie bezig is met een onderzoek naar 'skimmen' of bankpasfraude waarin de politie was gestuit op haar rekeninggegevens en/of bankpasgegevens en
- dat de politie verdachten hadden aangehouden die in het bezit waren van haar bankrekeninggegevens en/of bankpasgegevens en
- dat haar bankrekening en/of bankpas was 'geskimd' en/of
- dat er nu zou worden doorverbonden met een medewerker van de bank,
en
vervolgens voornoemde
- (ZD01) [slachtoffer 11] (geboren [geboortedatum 2] 1934) en
- (ZD02) [slachtoffer 12] (geboren [geboortedatum 2] 1928) en
- (ZD04) [slachtoffer 13] (geboren [geboortedatum 2] 1924) en
- (ZD05) [slachtoffer 14] (geboren [geboortedatum 2] 1930) en
- (ZD06) [slachtoffer 15] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en
- (ZD09) [slachtoffer 6] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en
- (ZD14) [slachtoffer 16] (geboren [geboortedatum 2] 1945) en
- (ZD15) [slachtoffer 17] (geboren [geboortedatum 2] 1942) en
- (ZD17) [slachtoffer 18] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en
- (ZD18) [slachtoffer 19] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en
- (ZD20) [slachtoffer 20] (geboren [geboortedatum 2] 1927) en
- (ZD21) [slachtoffer 21] (geboren [geboortedatum 2] 1930) en
- (ZD24) [slachtoffer 22] (geboren [geboortedatum 2] 1914)
zogenaamd doorverbonden en daarbij zich aan de telefoon voorgedaan als ware hij, verdachte of zijn medeverdachte een medewerker van de ING-bank onder meer onder de valse namen 'Derk Mulder' en 'Sjoerd Vermeulen’ en vervolgens in die valse hoedanigheid aan de telefoon heeft gezegd - zakelijk weergegeven –
- dat de bankpas geblokkeerd moest worden en
- dat de bankpas nog diezelfde dag zou worden opgehaald door een koerier en
- dat de bankpas in een witte enveloppe moest worden gedaan voorzien van drie kruizen op de plakrand en
- dat er een nieuwe bankpas zou worden toegezonden en
- dat de pincode gewijzigd of vernieuwd moest worden en daarbij gevraagd wat de oude pincode was,
en
zich in de valse hoedanigheid van koerier naar de woningen van voornoemde
- (ZD01) [slachtoffer 11] (geboren [geboortedatum 2] 1934) en
- (ZD02) [slachtoffer 12] (geboren [geboortedatum 2] 1928) en
- (ZD04) [slachtoffer 13] (geboren [geboortedatum 2] 1924) en
- (ZD05) [slachtoffer 14] (geboren [geboortedatum 2] 1930) en
- (ZD06) [slachtoffer 15] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en
- (ZD09) [slachtoffer 6] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en
- (ZD14) [slachtoffer 16] (geboren [geboortedatum 2] 1945) en
- (ZD15) [slachtoffer 17] (geboren [geboortedatum 2] 1942) en
- (ZD17) [slachtoffer 18] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en
- (ZD18) [slachtoffer 19] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en
- (ZD20) [slachtoffer 20] (geboren [geboortedatum 2] 1927) en
- (ZD21) [slachtoffer 21] (geboren [geboortedatum 2] 1930) en
- (ZD24) [slachtoffer 22] (geboren [geboortedatum 2] 1914)
heeft begeven en gemeld, waardoor voornoemde
- (ZD01) [slachtoffer 11] (geboren [geboortedatum 2] 1934) en
- (ZD02) [slachtoffer 12] (geboren [geboortedatum 2] 1928) en
- (ZD04) [slachtoffer 13] (geboren [geboortedatum 2] 1924) en
- (ZD05) [slachtoffer 14] (geboren [geboortedatum 2] 1930) en
- (ZD06) [slachtoffer 15] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en
- (ZD09) [slachtoffer 6] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en
- (ZD14) [slachtoffer 16] (geboren [geboortedatum 2] 1945) en
- (ZD15) [slachtoffer 17] (geboren [geboortedatum 2] 1942) en
- (ZD17) [slachtoffer 18] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en
- (ZD18) [slachtoffer 19] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en
- (ZD20) [slachtoffer 20] (geboren [geboortedatum 2] 1927) en
- (ZD21) [slachtoffer 21] (geboren [geboortedatum 2] 1930) en
- (ZD24) [slachtoffer 22] (geboren [geboortedatum 2] 1914)
werden bewogen tot bovenomschreven afgifte en het ter beschikking stellen van bovenomschreven gegevens;
2:
hij op tijdstippen in de periode van 23 januari 2012 tot en met 2 augustus 2012 te Amsterdam en te Amstelveen, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, bejaarde personen, te weten:
- (ZD03) [slachtoffer 23] (geboren [geboortedatum 2] 1929) en
- (ZD07) [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 2] 1920) en
- (ZD08) [slachtoffer 24] en
- (ZD08) [slachtoffer 25] en
- (ZD08) [slachtoffer 26] en
- (ZD08) [slachtoffer 27] en
- (ZD08) [slachtoffer 28] en
- (ZD08) [slachtoffer 29] en
- (ZD10) [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en
- (ZD11) [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum 2] 1929) en
- (ZD16) [slachtoffer 30] (geboren [geboortedatum 2] 1920) en
- (ZD19) [slachtoffer 5] (geboren [geboortedatum 2] 1922) en
- (ZD22) [slachtoffer 31] (geboren [geboortedatum 2] 1921) en
- (ZD23) [slachtoffer 32] (geboren [geboortedatum 2] 1940) en
- (ZD25) [slachtoffer 33] (geboren [geboortedatum 2] 1937)
te bewegen tot de afgifte van bankpassen en/of bij die bankpassen behorende pincodes,
hebbende hij, verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid met zijn mededader, althans alleen, voornoemde
- (ZD03) [slachtoffer 23] (geboren [geboortedatum 2] 1929) en
- (ZD07) [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 2] 1920) en
- (ZD08) [slachtoffer 24] en
- (ZD08) [slachtoffer 25] en
- (ZD08) [slachtoffer 26] en
- (ZD08) [slachtoffer 27] en
- (ZD08) [slachtoffer 28] en
- (ZD08) [slachtoffer 29] en
- (ZD10) [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en
- (ZD11) [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum 2] 1929) en
- (ZD16) [slachtoffer 30] (geboren [geboortedatum 2] 1920) en
- (ZD19) [slachtoffer 5] (geboren [geboortedatum 2] 1922) en
- (ZD22) [slachtoffer 31] (geboren [geboortedatum 2] 1921) en
- (ZD23) [slachtoffer 32] (geboren [geboortedatum 2] 1940) en
- (ZD25) [slachtoffer 33] (geboren [geboortedatum 2] 1937)
opgebeld en zich aan de telefoon voorgedaan als ware hij, verdachte of zijn medeverdachte een medewerker van de politie Amsterdam, onder meer onder de valse namen 'Drent' en 'Henk Steur' en vervolgens in die valse hoedanigheid aan de telefoon heeft gezegd - zakelijk weergegeven –
- dat de politie bezig is met een onderzoek naar 'skimmen' of bankpasfraude waarin de politie was gestuit op haar rekeninggegevens en/of bankpasgegevens en
- dat de politie verdachten hadden aangehouden die in het bezit waren van haar bankrekeninggegevens en/of bankpasgegevens en
- dat haar bankrekening en/of bankpas was 'geskimd' en
- dat er nu zou worden doorverbonden met een medewerker van de bank,
en
vervolgens voornoemde
- (ZD03) [slachtoffer 23] (geboren [geboortedatum 2] 1929) en
- (ZD07) [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 2] 1920) en
- (ZD08) [slachtoffer 24] en
- (ZD08) [slachtoffer 25] en
- (ZD08) [slachtoffer 26] en
- (ZD08) [slachtoffer 27] en
- (ZD08) [slachtoffer 28] en
- (ZD08) [slachtoffer 29] en
- (ZD10) [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en
- (ZD11) [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum 2] 1929) en
- (ZD16) [slachtoffer 30] (geboren [geboortedatum 2] 1920) en
- (ZD19) [slachtoffer 5] (geboren [geboortedatum 2] 1922) en
- (ZD22) [slachtoffer 31] (geboren [geboortedatum 2] 1921) en
- (ZD23) [slachtoffer 32] (geboren [geboortedatum 2] 1940) en
- (ZD25) [slachtoffer 33] (geboren [geboortedatum 2] 1937)
zogenaamd doorverbonden en daarbij zich aan de telefoon voorgedaan als ware hij, verdachte of zijn medeverdachte een medewerker van de ING-bank, onder meer onder de valse namen 'Bas Tolk' en 'Bas Spronk' en 'Bram Verlinden', en in die valse hoedanigheid aan de telefoon heeft gezegd - zakelijk weergegeven –
- dat de bankpas geblokkeerd moest worden en
- dat de bankpas nog diezelfde dag zou worden opgehaald door een koerier en
- dat de bankpas in een witte enveloppe moest worden gedaan voorzien van drie kruizen op de plakrand en
- dat er een nieuwe bankpas zou worden toegezonden en
- dat de pincode gewijzigd of vernieuwd moest worden en daarbij gevraagd wat de oude pincode was,
terwijl de uitvoering van die voorgenomen misdrijven niet is voltooid;
3:
hij op tijdstippen in de periode van 23 januari 2012 tot en met 8 augustus 2012 te Amsterdam en te Amstelveen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit geldautomaten heeft weggenomen geldbedragen, in totaal ongeveer 20.920,50 euro, toebehorende aan
- (ZD01) [slachtoffer 11] (geboren [geboortedatum 2] 1934) en
- (ZD02) [slachtoffer 12] (geboren [geboortedatum 2] 1928) en
- (ZD04) [slachtoffer 13] (geboren [geboortedatum 2] 1924) en
- (ZD05) [slachtoffer 14] (geboren [geboortedatum 2] 1930) en
- (ZD06) [slachtoffer 15] (geboren [geboortedatum 2] 1939) en
- (ZD14) [slachtoffer 16] (geboren [geboortedatum 2] 1945) en
- (ZD15) [slachtoffer 17] (geboren [geboortedatum 2] 1942) en
- (ZD17) [slachtoffer 18] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en
- (ZD18) [slachtoffer 19] (geboren [geboortedatum 2] 1925) en
- (ZD20) [slachtoffer 20] (geboren [geboortedatum 2] 1927) en
- (ZD21) [slachtoffer 21] (geboren [geboortedatum 2] 1930) en
- (ZD24) [slachtoffer 22] (geboren [geboortedatum 2] 1914)
waarbij verdachte en/of zijn mededader de weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van valse sleutels, te weten door gebruik te maken van door oplichting verkregen bankpassen en bijbehorende pincodes.
Hetgeen onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van poging tot oplichting, meermalen gepleegd.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het onder feit 1, 2 en 3 ten laste gelegde veroordeeld tot gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren met aftrek van voorarrest.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich met zijn mededader op grote schaal schuldig gemaakt aan oplichting, dan wel de poging daartoe, waarvan een groot aantal oudere vrouwen (variërend in leeftijd van 67 tot 94 jaar) het slachtoffer is geworden. Verdachte en zijn mededader hebben dit op doordachte en doortrapte wijze gedaan door vrouwelijke slachtoffers uit te kiezen met een hogere leeftijd, zonder zich te bekommeren om het effect dat hun handelen juist op deze slachtoffers zou hebben. Dit zijn buitengewoon ernstige feiten omdat welbewust personen die tegen de oplichtingsmiddelen van de verdachte en zijn mededader geen verweer hadden tot slachtoffer zijn gemaakt. Verdachte en zijn mededader hebben slechts uit financieel gewin gehandeld. Zij hebben met hun optreden ook het vertrouwen van de slachtoffers in de medemens en in autoriteiten, van wie oudere mensen in toenemende mate afhankelijk zijn, in ernstige mate geschaad. Tevens neemt het hof in beschouwing dat de oplichting, dan wel de poging daartoe, bij de slachtoffers thuis heeft plaatsgevonden, waardoor bij de slachtoffers het gevoel van veiligheid in en rond hun huis ernstig is beschadigd. Feiten als deze leiden bovendien tot grote onrust onder ouderen in het algemeen, maar ook bij de aangeefsters in het bijzonder, nu meerderen van hen enorm overstuur waren bij het doen van hun aangifte en een van hen zelfs in de crisisopvang moest worden opgenomen en daarna niet meer zelfstandig thuis kon blijven wonen.
Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 15 april 2014 is de verdachte niet eerder strafrechtelijk onherroepelijk veroordeeld.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Beslag

Het onder 1 en 2 ten laste gelegde en bewezen verklaarde is begaan of voorbereid met behulp van de in beslag genomen en niet teruggegeven TomTom One. Het zal daarom worden verbeurd verklaard.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 19]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 2.581,63. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een kennelijk te hoog bedrag, te weten € 2.831,63. Het hof gaat er vanuit dat dit een kennelijke misslag is en in hoger beroep is de oorspronkelijke vordering aan de orde.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1en 3 bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 13]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.000,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 3 bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 11]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.250,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 3 bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 17]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 400,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 en 3 bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 36f, 45, 47, 57, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder feit 1 ten aanzien van de zaakdossiers 07 ([slachtoffer 1]), 10 ([slachtoffer 2]), 11 ([slachtoffer 3]), 12 ([slachtoffer 4]) en 19 [slachtoffer 5]) en onder feit 2 ten aanzien van de zaakdossiers 09 ([slachtoffer 6]) en 13 ([slachtoffer 7], [slachtoffer 8], [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10]) en het onder 4 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
60. 1.00
STK Navigator TomTom One.
Gelast de teruggave aan verdachtevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Voorwerpen zoals genoemd op de aangehechte beslaglijst onder de nummers 4 tot en met 16, 20 tot en met 32, 37 tot en met 50, 59, 67 tot en met 105.
Gelast de teruggave aan [persoon]van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Voorwerpen zoals genoemd op de aangehechte beslaglijst onder de nummers 1, 2, 3, 18, 19, 33 tot en met 36, 51 tot en met 58, 61 tot en met 66.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
17. 1.00
STK Simkaart van zaktelefoon Sony Ericsson.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 19]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 19] ter zake van het onder 1 en 3 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 2.581,63 (tweeduizend vijfhonderdeenentachtig euro en drieënzestig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 19], een bedrag te betalen van
€ 2.581,63 (tweeduizend vijfhonderdeenentachtig euro en drieënzestig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
35 (vijfendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 13]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 13] ter zake van het onder 3 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 1.000,00 (duizend euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 2 augustus 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 13], een bedrag te betalen van
€ 1.000,00 (duizend euro) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 2 augustus 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 11]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 11] ter zake van het onder 3 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 1.250,00 (duizend tweehonderdvijftig euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 11], een bedrag te betalen van
€ 1.250,00 (duizend tweehonderdvijftig euro) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
22 (tweeëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 17]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 17] ter zake van het onder 1 en 3 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 400,00 (vierhonderd euro) bestaande uit € 150,00 (honderdvijftig euro) materiële schade en € 250,00 (tweehonderdvijftig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 9 februari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 17], een bedrag te betalen van
€ 400,00 (vierhonderd euro) bestaande uit € 150,00 (honderdvijftig euro) materiële schade en € 250,00 (tweehonderdvijftig euro) immateriële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 9 februari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.W.J. de Groot, mr. H.A. van Eijk en mr. H.J.M. Boukema, in tegenwoordigheid van mr. J.G.W. van Rede, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 15 mei 2014.
Mr. H.A. van Eijk is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[..]