Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
geenrente verschuldigd zou zijn. Van belang is, voorts, dat een rentebeding in een leningovereenkomst volstrekt gebruikelijk is en - in aanmerking genomen het gehanteerde percentage van 6 - niet als een onbegrijpelijke of onredelijk bezwarende clausule kan worden opgevat. Uit de ondertekening van de overeenkomst door [appellant] mocht Recreatie Verkoop dan ook - bij gebreke van door [appellant] gestelde concrete feiten en omstandigheden die tot een ander oordeel zouden kunnen nopen - begrijpen dat [appellant] met het rentebeding instemde. De stelling van [appellant] dat er nooit tussen partijen over rente is gesproken, is in het licht van het voorgaande niet relevant en doet niet af aan het oordeel dat op grond van voormelde omstandigheden het rentebeding moet worden geacht te zijn overeengekomen.