ECLI:NL:GHAMS:2014:2125
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugverwijzing van een strafzaak naar de rechtbank wegens niet-naleving van betekeningsvoorschrift
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 25 januari 2013. De verdachte, geboren in 1991, was niet verschenen op de zitting in eerste aanleg, omdat er geen afschrift van de dagvaarding was verzonden naar het door hem opgegeven adres. Het hof heeft vastgesteld dat de betekening van de inleidende dagvaarding niet correct is uitgevoerd, in strijd met artikel 588a van het Wetboek van Strafvordering. Hierdoor is het vonnis van de politierechter niet in stand te houden. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte ten onrechte verstek is verleend en dat de zaak terug moet worden verwezen naar de rechtbank Amsterdam voor een nieuwe behandeling. Het hof heeft de zaak terugverwezen, zodat de rechtbank opnieuw recht kan doen op basis van de inleidende dagvaarding, met inachtneming van de procedurele vereisten. De uitspraak benadrukt het belang van correcte betekening in strafzaken en de rechten van de verdachte, met name het recht op aanwezigheid tijdens de zitting.