Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten in beide zaken
de vrouwis het volgende gebleken.
€ 2.500,- per maand inclusief vakantiegeld, bijslagen, vergoedingen en eindejaarsuitkering.
de manis het volgende gebleken.
3.Het geschil in hoger beroep met zaaknummer 200.134.376/01
4.Het geschil in hoger beroep met zaaknummer 200.134.376/02
5.Ontvankelijkheid van het hoger beroep met zaaknummer 200.134.376/01
€ 1.000,- per maand. Zij stelt dat zij in de procedure in eerste aanleg niet is bijgestaan door een advocaat. Toen zij verweer voerde in de procedure voorlopige voorzieningen - stellende dat de door de man verzochte uitkering van € 1.000,- per maand te hoog was - ging zij ervan uit dat haar verweer zou worden overgenomen in de echtscheidingsprocedure. Vervolgens ontving zij beide beschikkingen tegelijkertijd per post en heeft zij slechts de beschikking voorlopige voorzieningen gelezen, waarin een uitkering tot levensonderhoud van de man van € 663,- per maand was bepaald. Omdat zij zo snel mogelijk de echtscheidingsbeschikking ingeschreven wilde zien in de registers van de burgerlijke stand, heeft zij de akte van berusting getekend, zich pas later realiserend dat de man er kennelijk van uitging dat zij tevens had ingestemd met de alimentatie van € 1.000,- per maand in de echtscheidingsprocedure.