Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aanslag reclamebelasting die aan [X] B.V. was opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente [P]. De heffingsambtenaar had een aanslag opgelegd voor het jaar 2009, berekend naar een grondslag van 246 m², maar de rechtbank had deze aanslag in een eerdere uitspraak verminderd tot 32,15 m². De centrale vraag in het hoger beroep was of de gele vlakken op de gevels van het bedrijfsgebouw van belanghebbende, die geen tekst of logo bevatten, als openbare aankondigingen kunnen worden aangemerkt in de zin van artikel 2 van de Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting.
Het Hof oordeelde dat de gele vlakken, die deel uitmaken van het bedrijfslogo van belanghebbende en zichtbaar zijn vanaf de openbare weg, wel degelijk een tot het publiek gerichte mededeling vormen. Het Hof benadrukte dat de beoordeling van de vraag of sprake is van een openbare aankondiging objectief moet zijn en niet afhankelijk mag zijn van de intentie van de architect of de bekendheid van het bedrijf. De rechtbank had in haar eerdere uitspraak een onjuiste invulling gegeven aan deze toets. Het Hof concludeerde dat de gele vlakken, in combinatie met andere bedrijfsaanduidingen, een mededeling vormen die gericht is op het trekken van de aandacht van het publiek.
De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard. Het Hof oordeelde dat de aanslag reclamebelasting terecht was opgelegd en dat er geen reden was om de Verordening buiten toepassing te laten. De kostenveroordeling werd afgewezen, en de beslissing werd openbaar uitgesproken.