Uitspraak
mr. M. Zeemante Alkmaar,
1.[geïntimeerde sub 1]
[geïntimeerde sub 2],
mr. M. van der Chijste Zoetermeer.
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grieven 1, 2, 3 en 5, in onderlinge samenhang, stellen opnieuw de vraag aan de orde of Balans op grond van het bepaalde in artikel 38 van de cao verplicht is aan [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] een aanbod te doen tot het aangaan van een arbeidsovereenkomst met haar, Balans, als nieuwe werkgever. Bij de beantwoording van deze vraag zijn de bewoordingen van artikel 38, gelezen in het licht van de gehele tekst van de cao, in beginsel van doorslaggevende betekenis. Daarbij is van belang dat in dit geding niet gebleken is van het bestaan van een schriftelijke toelichting behorend bij de cao, waaruit de bedoeling van de partijen bij de cao naar objectieve maatstaven volgt. De door Balans overgelegde verklaring van 12 maart 2014 van OSB met betrekking tot de uitleg van artikel 38 kan niet worden aangemerkt als en evenmin worden gelijkgesteld met een schriftelijke toelichting bij de cao. Die verklaring is immers pas geruime tijd na de totstandkoming van de cao opgesteld, door één partij daarbij en kennelijk met het oog op het thans voorliggende geschil, en houdt niet in een schriftelijke toelichting waaruit de bedoeling van de partijen bij de cao voor de individuele werknemers en werkgevers die niet bij de totstandkoming daarvan betrokken zijn geweest, kenbaar is. De overgelegde verklaring van OSB is daarom niet mede bepalend voor de uitleg van het genoemde artikel.
grieven 1, 2, 3 en 5slagen.
Grief 4behoeft, bij gebrek aan voldoende belang, geen bespreking. De bestreden vonnissen zullen worden vernietigd en de vorderingen van [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] zullen alsnog worden afgewezen. [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] zullen, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedures in eerste aanleg en in hoger beroep. Daarbij worden de kosten van de procedures in eerste aanleg gelijkelijk over hen verdeeld, aangezien Balans in beide procedures identieke proceshandelingen heeft verricht, en worden de door Balans gevorderde nakosten en wettelijke rente toegewezen zoals hierna te melden.
4.Beslissing
€ 2.682,- voor salaris advocaat en op € 131,- voor nasalaris van de advocaat, te vermeerderen met € 68,- voor nasalaris ingeval niet binnen veertien dagen is voldaan aan de zojuist genoemde kostenveroordeling en betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden alsmede, als betaling binnen veertien dagen uitblijft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het verstrijken van de genoemde termijn tot aan de dag van voldoening;