Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.De stukken van het geding
3.De feiten
4.De standpunten van partijen
5.De weergave van de klachten en de beoordeling
“Ik denk dat Hans Kazan van deze akte nog veel kan leren”die de notaris heeft gemaakt in zijn e-mailbericht van 11 juli 2011 aan [naam], de bedrijfsjuriste van zijn cliënte, [N.V.] (hierna ook aan te duiden als “[N.V.]”). Klagers maken bezwaar tegen de bewoordingen waarin deze kritiek op de door hen opgestelde akte wordt geuit, die zij respectloos achten. Verder had de notaris zich het effect van deze opmerking op derden, onder wie de cliënten van klagers, moeten realiseren, aldus klagers in het tweede klachtonderdeel.
“over hoe de onjuistheid of onvolledigheid volgens uw inzichten kan worden weggenomen”. Zeker nu de opdracht aan de notaris ook het aandragen van mogelijke oplossingen behelsde, acht het hof het bepaald niet onredelijk dat de notaris als voorwaarde heeft gesteld dat klagers toezegden hem voor de opgedragen werkzaamheden te zullen betalen. De notaris heeft in zijn vier pagina’s tellende brief van 17 augustus 2011 ten aanzien van meerdere transacties zijn commentaar gegeven en diverse voorstellen gedaan. Nergens blijkt uit dat, zoals klagers stellen, deze in opdracht van klagers uitgevoerde werkzaamheden, in het bijzonder de bondige weergave van de complexe materie en het doen van voorstellen, door de notaris al eerder (ten behoeve van zijn eigen cliënte) zouden zijn verricht en dat hij zich dus dubbel heeft laten betalen. Dit brengt het hof tot de slotsom dat ook het vierde klachtonderdeel ongegrond is.