ECLI:NL:GHAMS:2014:16

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 januari 2014
Publicatiedatum
14 januari 2014
Zaaknummer
200.102.055/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling van de vergoeding van de onderzoeker in een ondernemingsrechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 9 januari 2014, betreft het een verzoek tot vaststelling van de vergoeding voor de onderzoeker in een ondernemingsrechtelijke procedure. De verzoekster, Eneco Retail B.V., heeft een verzoek ingediend tegen de besloten vennootschap Groene Energie Administratie B.V. en Energie Concurrent B.V., waarbij ook een belanghebbende sub 2 betrokken is. De Ondernemingskamer heeft eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Groene Energie Administratie B.V. en heeft daarbij een maximum bedrag voor de kosten van het onderzoek vastgesteld. Gedurende de procedure zijn de kosten van het onderzoek verhoogd, en de onderzoeker heeft verzocht om zijn vergoeding vast te stellen op € 225.000, exclusief BTW.

De Ondernemingskamer heeft in haar beschikking van 10 december 2013 de partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten over de vergoeding kenbaar te maken. De verzoekster heeft geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek van de onderzoeker. De Ondernemingskamer heeft vervolgens de vergoeding van de onderzoeker bepaald op het door hem verzochte bedrag, nu er geen bezwaren van de partijen zijn ontvangen en het bedrag binnen het vastgestelde budget valt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en drie raadsheren, en is openbaar uitgesproken. De Ondernemingskamer heeft hiermee een belangrijke stap gezet in het waarborgen van de belangen van de betrokken partijen in deze ondernemingsrechtelijke procedure.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.102.055/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 9 januari 2014
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENECO RETAIL B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mr. R.B. Gerretsenen
mr. H.T. Verhaar,kantoorhoudende te Rotterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GROENE ENERGIE ADMINISTRATIE B.V.,
handelend onder de naam
Greenchoice,
gevestigd te Rotterdam,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. A.N. Stoopen
mr. C.J. Scholten, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENERGIE CONCURRENT B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. M.M. Tuijtelen
mr. W. Buikstra, kantoorhoudende te Rotterdam,
e n t e g e n
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[belanghebbende sub 2],
gevestigd te Rotterdam,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. P.J. van der Korst, kantoorhoudende te Amsterdam.
1. Het verloop van het geding
1.1 Partijen worden hierna aangeduid als Eneco, Greenchoice, Energie Concurrent en [belanghebbende sub 2]. Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 27 april 2012, 3 mei 2012, 27 juli 2012, 23 mei 2013, 21 juni 2013, 10 december 2013 (alle met zaaknummer 200.102.055/01) en 18 oktober 2013 (met zaaknummer 200.102.055/02).
1.2 Bij de beschikkingen van 27 april en 3 mei 2012 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Greenchoice, bepaald dat het onderzoek ten hoogste € 50.000 (exclusief BTW) mag kosten, mr. P. Cronheim benoemd tot onderzoeker en bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding Energie Concurrent geschorst als bestuurder van Greenchoice, drs. F. van Westen (hierna: Van Westen) benoemd tot bestuurder van Greenchoice en de door Energie Concurrent gehouden aandelen in Greenchoice ten titel van beheer overgedragen aan ir. W.P.M. van der Schoot.
1.3 Bij beschikking van 27 juli 2012 heeft de Ondernemingskamer op verzoek van de onderzoeker het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten verhoogd tot € 125.000 (exclusief BTW).
1.4 Bij beschikking van 21 juni 2013 heeft de Ondernemingskamer dit bedrag verhoogd tot
€ 225.000 (exclusief BTW).
1.5 Bij brief van 6 december 2013 heeft de onderzoeker het verslag van het in 1.2 bedoelde onderzoek met de daarbij behorende bijlagen aan de Ondernemingskamer doen toekomen. Voorts heeft de onderzoeker bij voormelde brief de Ondernemingskamer verzocht zijn vergoeding te bepalen op
€ 225.000 (exclusief BTW). In verband daarmee heeft de onderzoeker als bijlage bij die brief een urenspecificatie overgelegd van alle in het kader van het onderzoek verrichte werkzaamheden. Deze specificatie sluit op een bedrag van € 295.131,50 (exclusief BTW).
1.6 Bij de beschikking van 10 december 2013 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het op die dag ter griffie van de Ondernemingskamer neergelegde verslag van het onderzoek met de daarbij behorende bijlagen ter inzage ligt voor belanghebbenden, en partijen in de gelegenheid gesteld zich uiterlijk op 17 december 2013 schriftelijk uit te laten over het verzoek van de onderzoeker om zijn vergoeding te bepalen op € 225.000 (exclusief BTW).
1.7 Bij brief van 16 december 2013 heeft mr. Stoop namens Greenchoice laten weten dat Greenchoice geen bezwaar heeft tegen voormeld verzoek van de onderzoeker. Van de overige partijen is in dit verband niet vernomen.

2.De gronden van de beslissing

De Ondernemingskamer zal de vergoeding van de onderzoeker overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 BW bepalen, en wel op het door de onderzoeker verzochte bedrag, nu daartegen van de zijde van partijen geen bezwaren zijn ontvangen en de door de onderzoeker verzochte vergoeding het vastgestelde budget niet overschrijdt noch - gelet op de overgelegde urenspecificatie - de Ondernemingskamer onredelijk voorkomt.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt de vergoeding van de onderzoeker op € 225.000 (exclusief BTW);
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en
mr. G.C. Makkink, raadsheren, en prof. dr. M.A. van Hoepen RA en drs. P.G. Boumeester, raden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verheggen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 9 januari 2014.