Ter gelegenheid van het getuigenverhoor heeft [X], voor zover hier van belang, het volgende verklaard:
“U vraagt mij wat ik kan vertellen aan feiten en omstandigheden met betrekking tot de bewijsopdracht in het vonnis. [geïntimeerde] stond op het punt van faillissement. Hij had inmiddels een Galileos gekocht bij Dental Union. Het was voor hem het uur u. Ik ben geld gaan aantrekken bij[getuige D]. [geïntimeerde] had een spreadsheet gemaakt en daarin uiteen gezet wat de verdiencapaciteit zou zijn van de Galileos. Ik ben rondom 3 maart 2007 bij [geïntimeerde] geweest.(...) [geïntimeerde] bracht ook naar derden naar buiten dat hij 240 euro per foto zou kunnen berekenen. Ik heb 60.000 euro voor een aanbetaling geleend bij [getuige D]. (...) Na oprichting van deze vennootschap (MMS – hof) zou [geïntimeerde] 51 procent van de aandelen krijgen en ik 49 procent. (...)
Het apparaat werd geïnstalleerd in de praktijk van [geïntimeerde]. Hij sprak dus over 240 a 250 euro per foto. Hij zou een actie naar de patiënten toe beginnen. De patiënten kunnen één keer per drie jaar de kosten van een röntgenfoto terugkrijgen van de verzekeringsmaatschappij. [geïntimeerde] zou de patiënten een aantrekkelijke aanbieding doen, gefaciliteerd door MMS. Hij zei letterlijk: "ik maak de foto's, de patiënt betaalt mijn praktijk contant, uit mijn administratie zal tot uitdrukking komen hoeveel foto's er zijn gemaakt, MMS stuurt een factuur en er zal aan MMS betaald worden door de praktijk".
Op 9 mei 2007 ontving ik een e-mail van [geïntimeerde] aan mij, met een kopie aan [G]. In deze e-mail spreekt hij over een aanbieding waarin de foto's in plaats van voor 240 euro voor 200 euro aan de patiënten worden aangeboden. Hij schrijft daarin ook dat het apparaat misschien aan het eind van dat jaar zo al zou zijn terugverdiend. Hij eindigt met de vraag: "wat vind je ervan, als compagnon en sparring-partner?". Ik heb deze e-mail voor me, ik weet niet of deze e-mail is overgelegd.
Uit het administratieve systeem van [geïntimeerde], genaamd Q-bridge, zou het aantal gemaakte foto's blijken. [geïntimeerde] kwam echter niet met die informatie, niet de eerste maand, niet de tweede maand, niet de derde maand, niet de vierde maand. Ik heb vanaf het begin om deze informatie gevraagd. Zijn antwoord was dat zijn vrouw, genaamd [H], nog niet klaar was met het opstarten van de administratie. Achteraf blijkt dat [geïntimeerde] toen al in zeer zware financiële problemen zat. Ik kon toen ook niet declareren. MMS moest wel aan haar bankverplichtingen voldoen, maar kon dat zo niet omdat er geen geld binnen kwam. Ik heb de stukken tot op de dag van vandaag nog nooit direct ter beschikking gesteld gekregen. Ik heb ze uitsluitend kunnen afleiden uit stukken die door mr. Korver zelf in de procedure zijn overgelegd.
Ik heb vandaag een e-mail van 23 augustus 2007 voor mij liggen die [geïntimeerde] zond aan onder meer mij. In deze e-mail geeft hij informatie over de declaratiemogelijkheden. In deze e‑mail maakt hij een duidelijk onderscheid tussen de kosten van de foto's en die van de diagnostiek. Ook geeft hij een indicatie van de verwachte omzet van de Galileos tot l oktober 2007. Hij komt op een totaal van circa 120.000 euro, onderverdeeld in verschillende soorten foto's. Dit is wat ik kan zeggen over het doorberekenen van de gemaakte opnamen. U vraagt mij naar het tweede deel van de bewijsopdracht, te weten dat er vanaf het tweede kwartaal van 2008 een vaste vergoeding is overeengekomen. Daarover kan ik het volgende zeggen. De administratieve gegevens bleven achterwege. De bankdruk werd opgevoerd. [I] schreef daarover een dringende brief. Ik heb die brief doorgestuurd aan [geïntimeerde]. Toen kwam een schriftelijk voorstel van [geïntimeerde] waarin het bedrag van 6.200 euro per maand werd genoemd. Ik heb dat mondeling geaccepteerd. Dat is denk ik alles wat daarover gezegd kan worden. Ook daaraan gaf [geïntimeerde] geen gevolg. U houdt mij voor dat de Galileos is geïnstalleerd op 11 mei 2007 en vraagt mij waarom er pas voor het eerst op 28 april 2009 is gedeclareerd. De gegevens aan de hand waarvan gefactureerd kon worden, bleven achterwege. Er was alleen een turflijstje waar de omzet over het eerste en tweede, of tweede en derde kwartaal 2007 van kon worden afgeleid. Dat was niet de afspraak. Het zou via Q-bridge lopen. Het turflijstje is in januari/februari 2008 aan Visser & co, [getuige F] daarvan, gezonden door [geïntimeerde]. Ik heb het vervolgens via[getuige F] in maart of april 2008 ontvangen. (...) In juni 2008 escaleerde de verhouding tussen mij en [geïntimeerde]. [G] stelde toen voor om [getuige B] te benaderen en om samen met hem tot een afrekening te komen. Ik kende [getuige B] van 22 jaar daarvoor, toen ik hem heb ontmoet op een partijtje. Deze bemiddelingspoging is niet geslaagd. U vraagt mij of juist is dat er nooit huur is betaald. Er is inderdaad nooit huur betaald. Die zou verrekend worden in de rekening-courant, die nooit is opgesteld. (...) De huurovereenkomst is op verzoek van [geïntimeerde] opgemaakt en stond ook al in de door hem opgemaakte spreadsheet. (...) Ik vind het tot slot van belang te benadrukken dat de[geïntimeerde] zelf op 22 januari 2008 heeft geschreven: "zo kunnen we een normaal betalingsverkeer op gang brengen". Die e-mail is niet aan mij gericht, die heb ik doorgezonden gekregen van [G]. Ik heb de e-mail hier voor me. (...) U vraagt mij of afgesproken is dat wat [geïntimeerde] zou declareren aan zijn patiënten door MMS zou kunnen worden in rekening gebracht. Ja, dat is juist.