ECLI:NL:GHAMS:2014:1514
Gerechtshof Amsterdam
- Verwijzing na Hoge Raad
- C.G. Kleene-Eijk
- W.J. van den Bergh
- A.R. Sturhoofd
- Rechtspraak.nl
Letselschadevergoeding na echtscheiding en verdeling van huwelijksgoederengemeenschap
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, betreft het een geschil over de letselschadevergoeding na de echtscheiding van partijen. De Hoge Raad had eerder de beschikking van het gerechtshof ’s-Gravenhage vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling. De vrouw en de man, die in gemeenschap van goederen waren gehuwd, waren in een juridische strijd verwikkeld over de vraag of de letselschadevergoeding die de man had ontvangen als gevolg van een auto-ongeval, verknocht was aan hem of in de huwelijksgemeenschap viel. De man had een dwarslaesie opgelopen door het ongeval en verbleef sindsdien in een verpleegtehuis. De letselschadevergoeding was vastgesteld op € 156.000,-, maar de vrouw betwistte dat deze volledig aan de man was verknocht. Het hof oordeelde dat de letselschadevergoeding, die voornamelijk bestond uit immateriële schadevergoeding, niet in de gemeenschap van goederen viel en dat de man de door de vrouw gemaakte kosten niet hoefde te vergoeden. Het hof bekrachtigde de eerdere beschikking van de rechtbank voor zover deze bepaalde dat de letselschadevergoeding aan de man was verknocht en buiten de verdeling viel. Tevens werd de man en de vrouw opgedragen om over te gaan tot de verdeling van de gemeenschap van goederen, met benoeming van een notaris en onzijdige personen voor de uitvoering van deze verdeling. De uitspraak werd gedaan op 8 april 2014.