Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
1. zal bepalen dat voormeld erfpachtrecht wordt verdeeld,
primair:zal bevelen dat [appellante] volledig meewerkt aan, kort gezegd, splitsing van het erfpachtrecht in appartementsrechten, met dien verstande dat aan [geïntimeerde] het uitsluitend gebruik van de tweede verdieping en de zolderverdieping wordt toegewezen en aan [appellante] het uitsluitend gebruik van de begane grond, de eerste verdieping en de tuin, een en ander op straffe van de verbeurte van een dwangsom,
2.Feiten
3.Beoordeling
kort en bondigaan te geven waarom het hof tot toedeling aan [appellante] respectievelijk [geïntimeerde] zou moeten overgaan. Op deze kwestie zijn partijen in hun onderscheiden memories niet uitgebreid ingegaan. Het hof kan dat wel begrijpen (enerzijds vanwege het accent van het debat op de door de rechtbank gekozen splitsing, anderzijds vanwege het feit dat [geïntimeerde] in eerste aanleg geen toedeling van het erfpachtrecht aan zichzelf had gevorderd), maar wenst thans te dier zake nader te worden voorgelicht. De zaak zal hiertoe, op een termijn van drie maanden, naar de rol worden verwezen. Vanzelfsprekend staat het partijen ook vrij er gezamenlijk voor te opteren dat het hof zal bepalen dat het erfpachtrecht aan een derde wordt verkocht.