In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aansprakelijkheid van een huurder voor schade die is ontstaan door illegaal elektriciteitsverbruik ten behoeve van een hennepkwekerij. De appellant, een huurder, was in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin de rechtbank de vorderingen van de netbeheerder Liander tegen de huurder had toegewezen. De huurder had de woning onderverhuurd aan derden, die zonder zijn medeweten een hennepkwekerij in de woning hadden ingericht. De rechtbank had geoordeeld dat de huurder aansprakelijk was voor de kosten van het illegaal afgenomen elektriciteitsverbruik, dat door Liander was vastgesteld op een aanzienlijk bedrag. De huurder betwistte de aansprakelijkheid en voerde aan dat hij niet op de hoogte was van de activiteiten van zijn onderhuurders.
Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de rechtbank waren vastgesteld en heeft geoordeeld dat de huurder, ondanks zijn ontkenning, verantwoordelijk was voor de schade die was ontstaan door het illegaal afnemen van elektriciteit. Het hof oordeelde dat de huurder had moeten weten dat er risico's verbonden waren aan het onderverhuren van de woning zonder duidelijke afspraken over de elektriciteitsvoorziening. De huurder had bovendien geen bewijs geleverd voor zijn stellingen dat hij niet op de hoogte was van de hennepkwekerij. Het hof heeft de grieven van de huurder verworpen en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de huurder werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.
Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van huurders bij het onderverhuren van woningen en de gevolgen van illegale activiteiten die in de gehuurde woning plaatsvinden. Het hof heeft bevestigd dat huurders aansprakelijk kunnen worden gesteld voor schade die voortvloeit uit het handelen van hun onderhuurders, vooral wanneer zij op de hoogte zijn of hadden moeten zijn van de activiteiten die in de woning plaatsvinden.