Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.de stichting STICHTING COLLECTIEVE ACTIE PENSIOENGERECHTIGDEN ING NEDERLAND,
FNV BONDGENOTEN,
CNV DIENSTENBOND,
[APPELLANT SUB 4],
[APPELLANT SUB 5],
[APPELLANTE SUB 6],
[APPELLANT SUB 7],
[APPELLANT SUB 8],
[APPELLANT SUB 9],
[APPELLANT SUB 10],
[APPELLANT SUB 11],
1.de stichting STICHTING PENSIOENFONDS ING,
ING VERZEKERINGEN PERSONEEL B.V.,
ING INVESTMENT MANAGEMENT PERSONEEL B.V.,
ING BANK PERSONEEL B.V.,
WESTLAND UTRECHT PERSONEEL B.V.,
NATIONALE-NEDERLANDEN LEVENSVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V. (ING LIFE INSURANCE),
ING VASTGOED ONTWIKKELING B.V.,
RVS LEVENSVERZEKERING N.V.,
ING BANK N.V.,
ING VERZEKERINGEN N.V.,
CONIFER B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
1. Zolang de aangesloten ondernemingen het fonds hiervoor de benodigde middelen ter beschikking stellen, zullen de pensioenaanspraken worden aangepast als bepaald in dit artikel.
2. Jaarlijks per 1 januari worden de ingegane pensioenen (...) aangepast aan de
ontwikkeling van de “Consumentenprijsindex” (...).
ING streeft ernaar de overige ingegane pensioenen en (premievrije) pensioenaanspraken te indexeren. Indien en voor zover de aangesloten ondernemingen hiervoor de benodigde middelen als bedoeld in artikel 3 lid 3 ter beschikking stellen, zal het fonds de ingegane pensioenen en (premievrije) pensioenaanspraken aanpassen zoals bepaald in het derde en vierde lid.
Het toeslagbeleid
1. De toeslagambitie is conform hetgeen daarover in de van toepassing zijnde
beslist evenwel in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast.
Ik herhaal daarom dat wij op een uiterst zorgvuldige manier met de bewuste bevoegdheid zullen omgaan en deze alleen dan zullen gebruiken indien er zwaarwegende redenen zijn. Dit voorbehoud moet u zien tegen de achtergrond van het uitgangspunt dat de ingegane pensioenen volgens de omschreven indices worden geïndexeerd; een garantie is daarvoor echter niet te geven.
3.Beoordeling
indiende desbetreffende pensioenaanspraken voor indexatie in aanmerking komen. Dit voorbehoud duidt geenszins op een onvoorwaardelijke indexatieregeling. Voor zover Scaping c.s. heeft beoogd te verwijzen naar bepalingen in die Financieringsovereenkomsten waarin is vermeld dat ING gerechtigd is haar bijdragen te verminderen of te beëindigen in geval zij redelijkerwijs geacht mag worden niet in staat te zijn aan haar betalingsverplichtingen te voldoen zonder de continuïteit van de aangesloten ondernemingen in ernstige mate in gevaar te brengen (in voormelde Uitvoeringsovereenkomst is op dat punt opgenomen dat het dan gaat om een situatie waarin de financiële positie van ING naar het oordeel van het Bestuur ING Nederland onverminderde betaling van deze bijdragen niet langer rechtvaardigt), en voor zover al moet worden aangenomen dat deze bepaling ook ziet op de financiering van indexatie, hetgeen ING in eerste aanleg uitvoerig heeft betwist, geldt dat die formulering niet aan het voorgaande afdoet. Daarbij geldt nog dat in de Financieringsovereenkomst 2005 met zoveel woorden is opgenomen dat de koopsommen eerst zullen worden betaald nadat het Bestuur ING Nederland tot indexatie heeft besloten, terwijl in de Uitvoeringsovereenkomst expliciet is vermeld dat de toeslagverlening voorwaardelijk is en kan worden verleend indien de werkgever daartoe de middelen verstrekt.