ECLI:NL:GHAMS:2014:1442

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 april 2014
Publicatiedatum
28 april 2014
Zaaknummer
23-004859-12
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak en veroordeling in hoger beroep voor diefstal met geweld en heling

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Alkmaar. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van verschillende tenlastegelegde feiten, waaronder diefstal met braak en heling. Het hof heeft de ontvankelijkheid van het hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep voor zover dit gericht is tegen de vrijspraak in eerste aanleg. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 4 april 2014 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte.

De tenlastelegging omvatte onder andere diefstal van een koptelefoon en motorscooters, waarbij geweld werd gebruikt. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de inbraak en de heling van de gestolen goederen. De verklaringen van medeverdachten waren inconsistent en boden onvoldoende basis voor een veroordeling. Daarom heeft het hof de verdachte vrijgesproken van de onder 4 primair en subsidiair ten laste gelegde feiten.

Het hof heeft echter wel bewezen verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld van de koptelefoon en diefstal van motorscooters in Duitsland. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding toegewezen voor materiële schade die het gevolg was van de bewezen verklaarde feiten. De vorderingen van andere benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte voor de onder 4 ten laste gelegde feiten is vrijgesproken.

Uitspraak

parketnummer: 23-004859-12
datum uitspraak: 18 april 2014
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Alkmaar van 30 oktober 2012 in de strafzaak onder parketnummer 14-810324-12 tegen
[verdachte],
geboren te[geboorteplaats] op [geboortedatum]
[adres]
thans uit anderen hoofde gedetineerd in [penitentiaire inrichting]

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

De verdachte is door rechtbank Alkmaar vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 1 primair en subsidiair en 5 is ten laste gelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 4 april 2014, en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is – voor zover in hoger beroep nog aan de orde - ten laste gelegd dat
2:
hij op of omstreeks 28 mei 2012 te Obdam, gemeente Koggenland en/of in de gemeente Heerhugowaard, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een koptelefoon (type Studio, merk Beats bij Dr Dre), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of één van zijn mededaders deze koptelefoon (onverhoeds) van het hoofd of de hals/nek van die[slachtoffer] heeft getrokken en/of gerukt;
3
primair:
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 2 juni 2012 tot en met 3 juni 2012 te Essen en/of Düsseldorf, althans in de Bondsrepubliek Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer motorscooter(s) (met Duits{e} kenteken{s}[kentekennummers], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan[slachtoffer 1] en/of[slachtoffer 2] althans een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3
subsidiair:
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 2 juni 2012 tot en met 11 juni 2012 te Essen en/of Düsseldorf, althans in de Bondsrepubliek Duitsland en/of in de gemeente Schagen en/of in Obdam, gemeente Koggenland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer motorscooter(s) (met Duits{e} kenteken{s}[kentekennummers]heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde motorscooter(s) wist(en), dan wel redelijkerwijs had(den) moeten wetem, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
4
primair:
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 27 mei 2012 tot en met 28 mei 2012 in de gemeente Heerhugowaard, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een garagebedrijf en/of een bedrijfspand heeft weggenomen - een televisie (merk Sony Bravio) en/of een Dell computer (laptop) en/of één of meer fotocamera's (Sony en/of Canon) en/of - een kluis met daarin een geldbedrag van zevenduizend euro, althans enig geldbedrag, en/of - een of meer waardepapier(en) en/of identiteitspapier(en) en/of - een of meer autosleutel(s) en/of kentekenbewijs(zen) en/of - divers(e) gereedschap(pen) en/of - een (personen)auto, te weten een Mercedes-Benz Coupe (type CLK 270 Cdi, kleur grijs, [kenteken]) en/of - een (personen)auto, te weten een Citroen Belingo [kenteken]) en/of - een (personen)auto, te weten een Jaguar (kleur groen, [kenteken] en/of - een (personen)auto, te weten een Mazda (type 323, kleur groen, [kenteken]) en/of - een (personen)auto, te weten een Volkswagen (type New Beatle, kleur zwart,[kenteken]) en/of - een (personen)auto, te weten een Peugot 206, (kleur groen, [kenteken], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijnmededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
4
subsidiair:
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 27 mei 2012 tot en met 18 juli 2012 in de gemeente(n) Hoogwoud en/of Medemblik en/of Koggenland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, - een televisie (merk Sony) en/of - een kluis met daarin een geldbedrag van zevenduizend euro, althans enig geldbedrag, en/of - een of meer waardepapier(en) en/of identiteitspapier(en) en/of - een of meer autosleutel(s) en/of kentekenbewijs(zen) en/of - divers(e) gereedschap(pen) en/of - een (personen)auto, te weten een Mercedes-Benz Coupe (type CLK 270 Cdi, kleur grijs, [kenteken]) en/of - een (personen)auto, te weten een Citroen Belingo [kenteken]en/of - een (personen)auto, te weten een Jaguar (kleur groen,[kenteken]) en/of - een (personen)auto, te weten een Mazda (type 323, kleur groen, [kenteken]) en/of - een (personen)auto, te weten een Volkswagen (type New Beatle, kleur zwart, [kenteken]en/of - een (personen)auto, te weten een Peugot 206, (kleur groen, [kenteken]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde een of meer goed(eren) wist(en), dan wel redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof komt tot andere beslissingen ten aanzien van de bewezenverklaringen, kwalificaties en strafoplegging.

Vrijspraak

Het hof is van oordeel dat de verdachte voor het onder feit 4 primair en subsidiair tenlastegelegde (dossier 7) dient te worden vrijgesproken wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
Het hof overweegt daartoe het volgende. Alleen medeverdachte [medeverdachte] heeft bij de politie verklaard dat de verdachte betrokken was bij de inbraak en in het bezit was van gestolen geld en auto’s. Bij zijn verhoor bij de rechter-commissaris heeft [medeverdachte] echter niets meer verklaard over de betrokkenheid van de verdachte en ook niet over het bezit van een gestolen auto.[medeverdachte] heeft bij de rechter-commissaris wel zijn eerdere verklaring ten aanzien van het bezit van een groot geldbedrag bevestigd, maar het is niet met zekerheid vast te stellen dat dit geld is geweest dat bij [bedrijf] is weggenomen .
Het hof is voorts van oordeel dat op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting weliswaar kan worden vastgesteld dat verdachte in de gestolen zilverkleurige Mercedes heeft gereden (verklaringen getuigen [getuige 1] en [getuige 2]), maar het dossier biedt onvoldoende aanknopingspunten die tot de conclusie kunnen leiden dat de verdachte wist dan wel redelijkerwijs had moeten weten dat deze auto van misdrijf afkomstig was. De verdachte dient derhalve eveneens te worden vrijgesproken van de onder 4 subsidiair ten laste gelegde heling.
Daarbij kan nog worden opgemerkt dat op basis van het dossier de verdachte ook niet met andere bij de Autotempel ontvreemde goederen in verband kan worden gebracht.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 en 3 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2:
hij op 28 mei 2012 in de gemeente Heerhugowaard, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een koptelefoon, type Studio, merk Beats bij Dr Dre, toebehorende aan[slachtoffer], welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat verdachte en zijn mededader deze koptelefoon (onverhoeds) van het hoofd van die [slachtoffer] hebben getrokken.
3
primair:
hij op tijdstippen in de periode van 2 juni 2012 tot en met 3 juni 2012 te[plaats]Essen en Düsseldorf, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen motorscooters (met de Duitse kentekens[kentekens]), toebehorende aan[slachtoffer 1] of[slachtoffer 2], waarbij verdachte en zijn mededaders de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
Hetgeen onder 2 en 3 primair meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 2 en 3 primair bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, vergezeld van geweld tegen personen gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken.
het onder 3 primair bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 2 en 3 primair bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Alkmaar heeft de verdachte voor het onder 2, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarden, kort gezegd, reclasseringstoezicht en gedurende de eerste 6 maanden van de proeftijd een locatiegebod.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 2, 3 primair en 4 primair en subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan een diefstal met geweld van een koptelefoon. De verdachte heeft op klaarlichte dag deze koptelefoon van het hoofd van een nietsvermoedende fietser getrokken. Voorts heeft de verdachte samen met anderen twee motorscooters gestolen in Duitsland. Diefstallen zijn zeer ergerlijke feiten, die naast materiële schade bijdragen aan de in de samenleving levende gevoelens van onrust en onveiligheid.
Voorts heeft het hof acht geslagen op een reclasseringsrapport van 18 juli 2012 betreffende de persoon van de verdachte.
De reclassering heeft geadviseerd de verdachte een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, met als bijzondere voorwaarden – kort gezegd – reclasseringstoezicht, deelname aan de CoVa+ training en een locatiegebod gedurende de eerste zes maanden van de proeftijd, te weten op het adres van zijn ouders.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman aangevoerd dat de verdachte volgende maand start met de CoVa+ training, die is opgelegd in een andere zaak. De verstandhouding van de verdachte met zijn ouders is momenteel niet optimaal, hetgeen een locatiegebod op het adres van zijn ouders in de weg zou staan. De verdachte is op dit moment woonachtig bij een vriend.
Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 27 maart 2014 is de verdachte eerder onherroepelijk veroordeeld ter zake van vermogensdelicten.
Het hof acht, alles afwegende, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 118,44 ter zake van materiële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep geheel toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 2 bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 18.294,23. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 3.053,37. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Nu de verdachte wordt vrijgesproken ter zake van het onder 4 ten laste gelegde feit waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt, kan de benadeelde partij niet in haar vordering worden ontvangen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 41.097,37. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 24.897,51. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Nu de verdachte wordt vrijgesproken ter zake van het onder 4 ten laste gelegde feit waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt, kan de benadeelde partij niet in haar vordering worden ontvangen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 36f, 57, 63, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 1 primair en subsidiair en 5 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 4 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 en 3 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 en 3 primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] ter zake van het onder 2 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 118,44 (honderdachttien euro en vierenveertig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde partij 1], een bedrag te betalen van
€ 118,44 (honderdachttien euro en vierenveertig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
2 (twee) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 2]in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 3] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.J.A. Plaisier, mr. A.P.M. van Rijn en mr. E. van Die, in tegenwoordigheid van mr. S.M. van Zanten, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 18 april 2014.
De griffier is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================