Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.De stukken van het geding
3.De feiten
4.Het standpunt van klaagster
5.Het standpunt van de notaris
6.De beoordeling
- de hoge leeftijd van erflater (88 jaar);
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over een klacht tegen een notaris. Klaagster, de dochter van de erflater, stelde dat de notaris bij het opstellen van het testament van haar vader, die op 16 februari 2008 overleed, niet de juiste procedures had gevolgd en geen onderzoek had gedaan naar de wilsbekwaamheid van haar vader. Klaagster voerde aan dat er verschillende indicatoren waren die erop wezen dat haar vader niet wilsbekwaam was, zoals zijn hoge leeftijd, verblijf in een verpleegafdeling en de invloed van zijn partner. De notaris voerde echter aan dat hij voldoende gesprekken met de erflater had gevoerd en geen reden had om aan diens wilsbekwaamheid te twijfelen. Het hof oordeelde dat de notaris de nodige zorgvuldigheid had betracht en dat er geen toereikende redenen waren om aan de wilsbekwaamheid van de erflater te twijfelen. Het hof bevestigde de beslissing van de kamer van toezicht, die de klacht ongegrond had verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij de beoordeling van wilsbekwaamheid door notarissen, maar concludeert dat het niet volgen van het Stappenplan in dit geval niet tuchtrechtelijk verwijtbaar was.