Uitspraak
mr. A.D. Sunterte Amsterdam,
mr. F.F.A. Havelaarte Amsterdam.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam werd behandeld, ging het om een geschil tussen [X] en [Y c.s.] over de waarde van een woning en de gevolgen van een onherroepelijke volmacht die door [X] was verleend. [X] was de dochter en enige erfgenaam van [p], die op 20 september 2006 was overleden. De woning was eerder eigendom van [h], de moeder van [X], en was verkocht door [Y c.s.] voor € 270.000,-. [X] had een volmacht ondertekend waarin zij instemde met de doorhaling van een hypotheek en het ontvangen van een bedrag van € 81.831,96. Later trok zij deze volmacht in, omdat zij meende dat er geen taxatie had plaatsgevonden en dat zij onder invloed van dwaling had gehandeld.
Het hof oordeelde dat [X] niet kon terugkomen op de onherroepelijke volmacht, omdat zij haar recht om dit te doen had verwerkt. Het hof bevestigde dat de volmacht haar werking had behouden en dat [Y c.s.] zich op deze volmacht konden beroepen. De grieven van [X] werden verworpen, en het hof oordeelde dat er geen sprake was van een wilsgebrek of misbruik van omstandigheden. De rechtbank had eerder de feiten vastgesteld, en deze waren in hoger beroep niet in geschil. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde [X] in de kosten van het geding in principaal appel.
De uitspraak benadrukt het belang van onherroepelijke volmachten en de voorwaarden waaronder deze kunnen worden herroepen. Het hof concludeerde dat [X] niet kon aantonen dat zij onder dwang of misleiding had gehandeld bij het ondertekenen van de volmacht, en dat de verkoopprijs van de woning niet onredelijk was gegeven de omstandigheden.