beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.142.249/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 16 april 2014
[verzoeker],
wonend te Rishon Lezion, Israel,
VERZOEKER,
advocaten:
mrs. J.W. de Grooten
A.W. van der Veen, kantoorhoudende te Amsterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KOSMED INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Vlissingen,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. J.A. Visser, kantoorhoudende te Dordrecht,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INTERMEDIATE SERVICES B.V.,
gevestigd te Vlissingen,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. E.F. Gomes, kantoorhoudende te Vlissingen,
2 [B],
wonend te Bergen op Zoom,
3 [C],
wonend te Taganrog, Russische Federatie (hierna: Rusland),
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. J.A. Visser, kantoorhoudende te Dordrecht.
Het verloop van het geding
1.1Partijen worden hierna als volgt aangeduid:
verzoeker als [verzoeker];
verweerster als Kosmed;
belanghebbende 1 als ISBV;
belanghebbende 2 als [B];
belanghebbende 3 als [C].
1.2[verzoeker] heeft bij op 21 februari 2014 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, kort gezegd,
1. een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Kosmed over het tijdvak vanaf 1 januari 2012 tot de datum van indiening van het verzoekschrift, naar (met name) de onderwerpen genoemd in § 5.2 van het verzoekschrift;
2. bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding de algemene vergadering van aandeelhouders van Kosmed te verbieden te besluiten tot ontslag of schorsing van [verzoeker] en/of tot het door Kosmed doen aanvragen van het eigen faillissement, alsmede een onafhankelijke bestuurder van Kosmed te benoemen die met uitsluiting van de overige bestuurders zal beslissen over een eventuele faillissements-aanvraag;
3. Kosmed te veroordelen in de kosten van het geding.
1.3Kosmed, [B] en [C] hebben bij op 5 maart 2014 ter griffie van de Ondernemings-kamer ingekomen verweerschrift met producties geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek van [verzoeker] en voorts, indien de Ondernemingskamer het verzoek toewijst en een onderzoek gelast, verzocht om te bepalen dat het onderzoek mede betrekking zal hebben op de periode vóór 2012 en met name op de positie en gedragingen van [verzoeker], een en ander met veroordeling van [verzoeker] in de kosten van het geding.
1.4Namens ISBV is op 11 maart 2014 ter griffie van de Ondernemingskamer een brief van haar advocaat ingekomen met de strekking dat zij sedert 24 oktober 2012 niet meer als bestuurder betrokken is bij het beleid en de gang van zaken van de vennootschap, daarom niet in staat is inhoudelijk te reageren op het verzoekschrift en niet ter zitting aanwezig of vertegenwoordigd zal zijn.
1.5Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 3 maart 2014. Bij die gelegenheid hebben partijen (met uitzondering van ISBV), bij monde van hun advocaten, hun standpunt toegelicht, aan de hand van overgelegde aantekeningen en onder overlegging van (een) op voorhand toegezonden nadere productie(s). Partijen hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord.
2 De feiten
2.1Kosmed is in 1999 opgericht door [verzoeker], [C] sr. (vader van [C]), [D] (wonend te Rusland, hierna: [D]), [E] (wonend te Rusland, hierna: [E]), Kosmed UK Ltd (hierna: KUK) en ISBV. KUK is op enig moment vóór 2012 als aandeelhouder uitgetreden en [B] is in juni 2009 als aandeelhouder toegetreden. [B] houdt thans 2% van de aandelen in Kosmed; de overige aandeelhouders (te weten: [verzoeker], [C], [E], [D] en ISBV) houden thans ieder 19,6% van de aandelen.
2.2ISBV, [C] sr. en [verzoeker] zijn bij de oprichting tot bestuurder van Kosmed benoemd (naast KUK, die inmiddels is afgetreden). [E] is in januari 2001 tot bestuurder benoemd, [C] heeft in april 2009 zijn vader als zodanig opgevolgd en [B] is in januari 2012 tot bestuurder benoemd. [F] (hierna: [F]) was aandeelhouder en bestuurder van ISBV. [F] is in 2012 ernstig ziek geworden, heeft op 24 oktober 2012 zijn bestuurstaken bij ISBV en Kosmed neergelegd en is op 27 maart 2013 overleden. ISBV heeft sinds 24 oktober 2012 haar bestuurstaken bij Kosmed niet meer uitgeoefend en is ook overigens niet meer betrokken geweest bij het bestuur van de vennootschap. Alle bestuurders zijn zelfstandig bevoegd. Feitelijk voert [B], als opvolger van [F], het
day to day managementvan Kosmed.
2.3[verzoeker], [E] en [D] zijn tevens aandeelhouder van RITM OKB zoa, een Russische vennootschap (hierna: RITM). Zij houden respectievelijk 13%, 2,5% en 12% van de aandelen in RITM. RITM heeft zogeheten SCENAR (Self Controlled Energo Neuro Adaptive Regulation) elektrotherapie-apparaten ontwikkeld. Zij is eigenaar althans economisch rechthebbende van alle
knowhowen handelsmerken met betrekking tot SCENAR.
2.4Kosmed heeft blijkens haar statuten onder meer ten doel het verzorgen van de
marketingen verkoop van, en de bemiddeling in medische diagnose- en behandelingsapparatuur, alsmede het onderzoeken, ontwikkelen en produceren van die medische apparatuur. Zij is (althans was tot 4 september 2013) licentiehouder van de hiervoor bedoelde SCENAR knowhow en handelsmerken, exclusief voor Europa en niet-exclusief voor de rest van de wereld (behoudens Bulgarije en Roemenië). Zij liet SCENAR-apparaten in Nederland produceren/assembleren aan de hand van technische specificaties van RITM en kocht daarnaast ‘kleine’ SCENAR-apparaten in bij RITM; zij verkocht en distribueerde de SCENAR-apparaten en aanverwante artikelen wereldwijd en verrichtte herstelwerk-zaamheden. Ander activiteiten heeft zij niet.
2.5[verzoeker] was (al vóór 1999 en) tot september 2012 CEO van RITM. Hij is in die hoedanigheid opgevolgd door [G] (hierna: [G]).
2.6Kosmed had reeds vóór september 2012 de betaling van de licentievergoedingen aan RITM ‘bevroren’ omdat, naar zij stelt, RITM “
ernstig nalatig was gebleven in technische ondersteuning, leveren van documentatie voor certificering, bescherming van het technologisch concept en marktbescherming”.
2.7Op 1 juli 2013 heeft een bijeenkomst van de aandeelhouders van Kosmed plaatsgevonden in Taganrog, Rusland. [verzoeker] was niet persoonlijk aanwezig maar heeft via
Skypeaan de vergadering deelgenomen. Ter vergadering is door [B] een “
Trademark Licence Agreement” aan de orde gesteld welke in 2010 is gesloten tussen RITM (vertegenwoordigd door [verzoeker]) en Kosmed (vertegenwoordigd door [F]) en van het bestaan waarvan [B] in februari 2013 op de hoogte is gekomen. In die overeenkomst (hierna: de merkenovereenkomst) wordt onder meer vastgesteld dat RITM eigenaar is van bepaalde SCENAR handelsmerken, dat RITM en Kosmed diverse overeenkomsten, waaronder een licentie- en een agentuurovereenkomst, hebben gesloten, alsmede een mondelinge overeenkomst waarbij Kosmed, op verzoek van RITM, van KUK het handelsmerk SCENAR heeft gekocht en dat handelsmerk in 2010 in de VS heeft geregistreerd. Blijkens de overeenkomst is Kosmed aldus eigenaar van SCENAR handelsmerken “in Class 10, 41 and 42” in de EU-lidstaten en van de SCENAR handelsmerken “in Class 10 and 41” in de VS. De merkenovereenkomst voorziet erin dat in geval van beëindiging van de contractuele banden tussen haar en RITM, Kosmed deze EU en VS handelsmerken aan RITM overdraagt tegen vergoeding van alle “
expenses associated with the trademark purchase and maintenance” in de EU en de VS.
2.8Op 3 juli 2013 heeft RITM de licentieovereenkomst met Kosmed tegen 3 september 2013 opgezegd. Sinds 4 september 2013 krijgt Kosmed daarom geen (kleine) SCENAR-apparaten meer van RITM aangeleverd en is zij niet langer gerechtigd die apparaten te doen vervaardigen.
2.9In een e-mailbericht van 15 september 2013 heeft [verzoeker] aan [B] voorgesteld dat Kosmed haar relatie met RITM herstelt “
without any damage” voor Kosmed door een nieuwe licentieovereenkomst aan te gaan welke (zo begrijpt de Ondernemingskamer) onder meer voorziet in een exclusief recht van Kosmed op het gebruik van het merk RITM SCENAR in (uitsluitend) Duitstalige landen en een niet exclusieve licentie voor het gebruik van dat merk in andere landen.
2.1RITM heeft op 25 oktober 2013 beslag doen leggen op nagenoeg alle activa van Kosmed, namelijk op alle bankrekeningen, het Benelux woordmerk RITMSCENAR, het Europese woordmerk RITMSCENAR, het Europese woordmerk SCENAR, de inventaris en alle roerende zaken, uitgezonderd de voorraden, en alle roerende zaken die Rommtech B.V. te Halsteren (die voor Kosmed de SCENAR producten assembleerde) van Kosmed onder zich heeft.
2.11Bij brief van 14 november 2013 hebben [B] en [C] als volgt aan [verzoeker] bericht:
“
With this letter the management of [Kosmed] informs you about the decision of your dismissal from the Board of Directors. As you know, [RITM] is preparing a court case against [Kosmed] and the Board of Directors of [Kosmed] has to prepare itself for this. Because of your relations with [RITM] and the forthcoming possible conflicts of interest, the position of Director at [Kosmed] can no longer be held by you.
This decision was prepared and unanimously decided about during the General meeting of Directors and Shareholders in Taganrog on July 1st 2013.
Your dismissal is effectuated as per immediately (…).”
2.12[verzoeker] heeft bij brief van 15 januari 2014 de nietigheid van het besluit tot zijn ontslag ingeroepen en daartoe onder meer aangevoerd dat de oproeping voor de desbetreffende aandeelhoudersvergadering niet rechtsgeldig was en dat het voorgenomen besluit tot ontslag niet was geagendeerd.
2.13Ook op 15 januari 2014 is door RITM een procedure tegen Kosmed aanhangig gemaakt bij de rechtbank Den Haag in verband met de incasso van de achterstallige licentievergoedingen alsmede met de, naar de stellingen van RITM, schending door Kosmed van de
knowhow-overeenkomsten en haar poging tot schending van RITM’s handelsmerken.
2.14Bij brief van 22 januari 2014 aan (de advocaat van) [verzoeker] heeft [B] erkend dat ter zake van het ontslag van [verzoeker] mogelijk niet de juiste procedure is gevolgd. Na overleg met de overige aandeelhouders van Kosmed heeft hij vervolgens bij brief van 31 januari 2014 aan [verzoeker] geschreven dat de conclusie is dat “
het ontslag niet rechtmatig tot stand is gekomen” en dat een nieuwe aandeelhoudersvergadering zal worden uitgeschreven.
2.15In een brief van 5 februari 2014 heeft (de advocaat van) [verzoeker] aan Kosmed onder meer verzocht om aan hem ter beschikking te stellen “
the information that is required to carry out his position [Ondernemingskamer
: as member of the Managing Board] adequately. (…) shareholder- and relevant management board resolutions, the (draft) minutes of the shareholder- and management meetings held after 1 July 2013 and all other corporate information that is relevant to carry out the position as managing board member”.
2.16In een tweede brief van 5 februari 2014 van (de advocaat van) [verzoeker] aan Kosmed zijn onder meer vermoedens geuit dat mogelijk wijzigingen zijn opgetreden in de samenstelling van de aandeelhouders van Kosmed en/of in het geplaatste aandelenkapitaal van de vennootschap. [verzoeker] verzoekt daarom onder meer bevestiging dat dit niet is gebeurd en dat er geen aandeelhoudersvergaderingen zijn gehouden zonder dat hij daarvoor (rechtsgeldig) was uitgenodigd. Voorts verzoekt hij om overlegging van het meest recente aandeelhoudersregister van Kosmed.
2.17Bij e-mailbericht van 11 februari 2014 heeft [B] de aandeelhouders van Kosmed opgeroepen voor een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders op 27 februari 2014, ten kantore van Kosmed te Bergen op Zoom. De agenda houdt de volgende onderwerpen en toelichting daarop in:
“(…)
2. Position of [[verzoeker]] as Director of the Company – proposal of dismissal as director of the Company
3. Bankruptcy Application following the legal proceedings against the company by [RITM]
(…)
Notes to Item 2
In the recent months, a serious difference of opinion arose over the course of the Company and its relationship with [RITM], between Mr [verzoeker] and other executives. Thus, Mr [verzoeker] attempted to establish new license agreements which held significantly less favourable terms than the previously applicable agreements. Besides this, he failed to ensure that the agreement with the former director of the Company [F] to freeze payments of the license fee as long as damage was caused to the Company for breach of the license agreement terms by [RITM], was fulfilled. The confidence of the other directors in the person and the conduct of Mr [verzoeker] was harmed as a result. The other directors are convinced that Mr [verzoeker] is not fully committed to the interests of the company. They propose to shareholders to decide on the dismissal of Mr [verzoeker] from the position of Director of the Company.
Mr. [verzoeker] will have the opportunity to give his view on the proposal dismissal after which the meeting will call for a vote.
Notes to Item 3
[RITM] terminated the license agreement with the Company as well as the agreement of representation. Moreover, the court order that [RITM] requested and acquired for prejudgement attachment on [the] Company’s bank accounts and the goods that suppliers were keeping for the Company have resulted in the impossibility for the Company to execute its business. The directors foresee that the Company can not continue to pay its creditors. The cost of the defence in the lawsuit brought on by [RITM] can not be met from the reserves of the company. For this reason the management requests authorization from the shareholders to file a request for bankruptcy of the Company.”.
2.18In antwoord op de tweede brief van 5 februari 2014 van [verzoeker] heeft [B] op 12 februari 2014 aan de advocaten van [verzoeker] als volgt bericht:
“(…) [I]k (kan) u echter meedelen dat, ook indien de salarisaanspraken van [[verzoeker]] gerechtvaardigd zouden zijn, betaling daarvan op dit moment niet mogelijk is omdat de activiteiten van de vennootschap – mede door toedoen van [[verzoeker]] – zijn geminimaliseerd. De licentieovereenkomst met [RITM] is opgezegd en er kunnen geen nieuwe apparaten worden vervaardigd. Bovendien is beslag gelegd in opdracht van uw kantoorgenoot (…) op de banktegoeden van de vennootschap en onder leveranciers. De vennootschap is dus feitelijk lam gelegd.
De financiële toestand van de vennootschap is van dien aard dat voortzetting van de onderneming niet realistisch is. Op de (…) aandeelhoudersvergadering zal dan ook het onderwerp faillissementsaanvrage op de agenda staan.
Hoewel de overige vragen uit uw brief slechts definitief na raadpleging van de overige directieleden kunnen worden beantwoord, kan ik u wel mijn voorlopig eigen oordeel geven dat noodzakelijkerwijs niet volledig is omdat tussen [[F]] en [verzoeker] (…) veelvuldig rechtstreeks en bilateraal contact plaats vond, waarbij niet valt uit te sluiten dat afspraken zijn gemaakt die nadien zijn gepresenteerd als aandeelhoudersbesluiten. (…)
Voor zover mij bekend, zijn er (…) geen aandeelhoudersbesluiten genomen tot uitgifte van aandelen of goedkeuring [v]an een voorgenomen overdracht, noch zijn dergelijke onderwerpen geagendeerd.
Voor zover mij bekend, zijn er sinds 2009 ook geen aandeelhoudersvergaderingen waarvoor [[verzoeker]] niet is uitgenodigd.
(…)
Het aandeelhoudersregister bevindt zich op het kantoor van de vennootschap. [[verzoeker]] kan dit te allen tijde inzien. (…)”.
2.19Namens [verzoeker] is onder meer het verzoek om informatie aan Kosmed bij brief van 18 februari 2014 herhaald.
2.2Nadat het onderhavige verzoekschrift is ingediend, is de voor 27 februari 2014 opgeroepen buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van Kosmed uitgesteld tot nadat de Ondernemingskamer in de onderhavige zaak uitspraak zal hebben gedaan.
2.21Blijkens de voorlopige cijfers over 2013 van Kosmed heeft zij over dat jaar een verlies geleden van € 80.640. Op de voorlopige balans per 31 december 2013 bedraagt het eigen vermogen ruim € 130.000 (vóór verwerking van het verlies); aan de actiefzijde bedragen de post debiteuren inclusief vordering op ISBV ongeveer € 87.000, de voorraad handels-goederen € 20.290 en de liquide middelen ongeveer € 25.224; aan de passiefzijde bedraagt de post crediteuren € 52.461. De positie jegens de fiscus bedraagt volgens de voorlopige balans per saldo ongeveer € 3.000 te vorderen. Ten tijde van de terechtzitting was ongeveer € 60.000 aan debiteuren geïncasseerd (met gebruikmaking van de derdengeldrekening van de advocaat van Kosmed) en waren met dit bedrag crediteuren betaald.
2.22Op 10 maart 2014 heeft Kosmed aan de Belastingdienst melding gedaan van haar betalingsonmacht voor de loonheffing over de maanden januari en februari 2014 (ongeveer € 15.300). In de melding wordt vermeld dat de hoofdleverancier van Kosmed, voor de gevoerde producten en technologische ondersteuning daarvan, het contract met Kosmed heeft opgezegd, dat hetzelfde bedrijf derdenbeslag heeft gelegd op de liquide middelen en de voorraad halffabricaat van Kosmed in verband met een financiële claim welke door Kosmed wordt betwist, dat daarover een rechtszaak loopt en dat de uitkomst onzeker is. Het restant van de handelsvoorraad is bijna verkocht en op dit moment heeft Kosmed bijna geen mogelijkheden tot het verwerven van inkomsten, aldus de melding, en is per 1 maart 2014 betalingsonmacht ontstaan, zij het dat naar verwachting de huidige verplichtingen aan de Belastingdienst nog gedeeltelijk tot geheel kunnen worden voldaan uit de verkopen van de laatste voorraad.