Uitspraak
1.[VERZOEKER 1.],
[VERZOEKER 2.],
mrs. J.L. van der Schriecken
V.J.M. de Kruif, kantoorhoudende te Amsterdam,
mrs. S.J.H.M. Berendsen, A.J. Koken
M.R.C. van Zoest, kantoorhoudende te Amsterdam,
[BELANGHEBBENDE 2.],
mrs. M.W.E. Eversen
A. van der Kruk,kantoorhoudende te Amsterdam,
[BELANGHEBBENDE 3.],wonende te Greenwich, Connecticut, Verenigde Staten van Amerika,
[BELANGHEBBENDE 4.], wonende te Greenwich, Connecticut, Verenigde Staten van Amerika,
[BELANGHEBBENDE 5.], wonende te Praag, Tsjechische Republiek,
mr. J. van Bekkum,kantoorhoudende te Amsterdam.
- verzoeker sub 1 met [VERZOEKER 1.],
- verzoeker sub 2 met [VERZOEKER 2.],
- deze tezamen met [VERZOEKERS c.s.],
- verweerster met AAA,
- belanghebbende sub 1 met Automotive,
- belanghebbende sub 2 met [BELANGHEBBENDE 2.],
- belanghebbenden sub 1 en sub 2 tezamen met de Meerderheidsaandeelhouder,
- belanghebbende sub 3 tot en met 5 tezamen met de Minderheidsaandeelhouders.
2.De feiten
one-tier board. Tot 21 september 2012 was [BELANGHEBBENDE 2.] daarvan
executivelid en
CEO. Op die datum is hij benoemd tot
non-executivelid en voorzitter van de
board. In een persbericht van AAA van 28 augustus 2012 is vermeld dat [BELANGHEBBENDE 2.] in verband met zijn terugtreden als
executive board membervan plan is een controlerend meerderheidsbelang in AAA te verkopen en alleen een minderheidsbelang te behouden. Op 21 september 2012 is [A] (hierna [A] te noemen) benoemd tot uitvoerend bestuurder van AAA met de titel
CEO.
chairman. [B] (hierna [B] te noemen) is sinds 9 mei 2012 uitvoerend bestuurder van Auto a.s., tot 31 juli 2013 met de titel
vice-chairman. Sinds laatstgenoemde datum is hij enig bestuurder en heeft hij de titel
chairman. [B] is tevens CFO van de AAA Auto groep (maar geen lid van de
boardvan AAA). De
supervisory boardvan Auto a.s. (ook raad van commissarissen te noemen) bestond in 2012 en tot 1 september 2013 uit [C] (hierna [C] te noemen), voorzitter, [A] en [D] (hierna [D] te noemen). Thans vormen [A], [E] en [F] de
supervisory board. Auto a.s. is de belangrijkste werkmaatschappij van AAA. In de jaren 2009 tot en met 2012 was tussen 68% en 98% van de groepswinst afkomstig van Auto a.s.
Remuneration policyvan AAA, gedateerd mei 2010, houdt in:
The remuneration of the Management Board Members is paid in the form of fixed salaries. (…) The Management Board and the Senior Management of [AAA] are also entitled to [AAA]’s share options”.
chairman, [A] en [D], houden daarover, voor zover van belang, in:
non-executive board memberen [D] als
member of supervisory boardvan Auto a.s., besloten om, gelet op de daartoe strekkende aanbeveling van de raad van commissarissen van Auto a.s., het voorstel “
to approve an extraordinary bonus to the Board of Directors of [Auto a.s.]” tot een maximum bedrag van CZK 100.000.000 ter goedkeuring voor te leggen aan de
CEOvan AAA (toen [A]).
CEO[A], heeft, in haar hoedanigheid van algemene vergadering van aandeelhouders van Auto a.s., op 3 januari 2013 het volgende besloten, zo blijkt uit de Engelse vertaling van dat in het Tsjechisch gestelde besluit:
Het bezwaar van verzoekers (…) acht de Ondernemingskamer op zich gegrond: AAA heeft met hetgeen is vermeld in de Information Circular als voorbereiding op de BAvA van 29 maart 2013 onvoldoende (inhoudelijke) informatie omtrent de voorgestelde delisting en omtrent de beweegredenen van het bestuur om dat voorstel te steunen verstrekt, ook nu een nadere toelichting op het voorstel en de achtergronden daarvan, evenals additionele vragen van individuele aandeelhouders (zoals verzoekers), in een inhoudelijke discussie bij gelegenheid van die BAvA aan de orde kunnen komen. Gelet op het (aanzienlijke) effect van de Voorgestelde Besluiten immers had het bestuur de minderheidsaandeelhouders in een eerder stadium en uitgebreider moeten informeren, in het bijzonder ook over welke afwegingen het heeft gemaakt bij zijn beslissing om het voorstel tot delisting te steunen, en kon daarmee niet worden gewacht tot de BAvA zelf. (…) de Ondernemingskamer [acht] dit verzuim op zichzelf genomen onvoldoende reden voor twijfel aan een juist beleid van AAA en toewijzing van de gevraagde onmiddellijke voorzieningen”.
CEOvan AAA te adviseren (i) het besluit van 3 januari 2013 in te trekken en (ii) toekenning van een
extraordinary bonusaan [BELANGHEBBENDE 2.] en [B] goed te keuren.
on granting of extraordinary bonus to the Chairman of the Board of Directors of [Auto a.s.], [[BELANGHEBBENDE 2.]], (…) for economic results in 2012, amounting to 85 000 000 CZK” geheel te herroepen. De Engelse vertaling van het besluit van 9 april 2013 houdt voorts in:
[[BELANGHEBBENDE 2.]] (…) shall receive 45 000 000 CZK;
[[B]] (…) shall receive 40 000 000 CZK.
Our long-term goal is a further expansion to other Eastern European countries in the upcoming years. So we monitor the market development very carefully and we are ready to adjust particular steps of the expansion plan implementation according to the current situation.”.
The Board of [AAA] approved the extraordinary bonus to the Board of Directors of [Auto a.s.] due to the excellent economic results achieved in 2012. The volume of bonus approved to be paid to [[BELANGHEBBENDE 2.]] also reflected the fact that he was not paid any remuneration or bonuses in certain previous years and that [de AAA Auto groep] under his leadership survived the crisis resulting in stable growth from the year 2010”.
(…) [AAA] has not provided sufficient information with respect to the extraordinary bonus. [[VERZOEKERS c.s.]] thereforerequest[AAA] to provide full information regarding the granting of the bonus to [[BELANGHEBBENDE 2.]] (including information on the decision-making process and the reasons for the bonus payment) and (…) similar full information on bonus payments, if any, made to other Board members.”.
(…) [AAA] as the sole shareholder of [Auto a.s.] has resolved to grant an extraordinary bonus to members of [Auto a.s.] Board of Directors as a reward for 1) [Auto a.s.] successfully leading the group through the economic crisis and 2) establishing a steady economic growth since 2010, also considering 3) the fact that [[BELANGHEBBENDE 2.]] did not receive any special rewards or bonuses in certain previous years and only received a basic wage. The bonus was therefore proportionate (…). The bonus was awarded to [[BELANGHEBBENDE 2.]] in his capacity (…) of Board member of [Auto a.s.] (…). (…) the Remuneration Policy of [AAA] does not apply (…) although the payment itself is in line with the objective of the Remuneration Policy (…). (…) The payment is in line with applicable legislation.”.
non-executivelid en voorzitter van de
boardvan AAA.
The majority owner and former CEO of [AAA] [[BELANGHEBBENDE 2.]] successfully established a new company specializing in export of used cars to the CIS states and North and Central Africa. A company called AAA AUTO.EU is majority owned by [[BELANGHEBBENDE 2.]], (…). Activities of AAA AUTO.EU are being executed in partnership with [AAA]. (…) The company is purchasing new and used cars all over (…) Europe (…). (…) “In [the] past six months we already exported about a 1000 cars to over 20 countries (…). (…) we will soon start to provide stock funding of vehicles they purchase from us, (…). After this initial test phase we will now expand our activities on a much larger scale in partnership with [AAA] (…). We will also, in partnership with [AAA], train and supervise select partners in our auto retail knowhow and implement our software trading and stock management systems (…)”, concluded [BELANGHEBBENDE 2.].”.
It is, amongst others, unclear:
why the corporate opportunities addressed in the press release are pursued by a newly established company majority owned by [[BELANGHEBBENDE 2.]] and outside [AAA];
what “partnership” conditions have been agreed between the newly established business and the group and how the group’s (…) assets and interests are safeguarded; and
why neither the company nor the (indirect) majority shareholder has informed the company’s shareholders of this development at an earlier stage (…)”.
New business
3.De gronden van de beslissing
corporate governance code. Verder is de bonus disproportioneel en willekeurig. Hoe de omvang van de bonus voor [BELANGHEBBENDE 2.] - aanvankelijk € 3.400.000 en later € 1.790.000 - tot stand is gekomen, is niet inzichtelijk. Waarom aan [B] wel en aan andere leden van het management niet een bonus is toegekend, is niet duidelijk. AAA heeft, ondanks verzoeken om opheldering, onvoldoende uitleg verschaft over de (besluitvorming die heeft geleid tot de) bonus, aldus nog steeds [VERZOEKERS c.s.]
under [[BELANGHEBBENDE 2.]’s] leadership survived the crisis resulting in stable growth from the year 2010, de besluitvorming ter zake van de bonus, die zowel op het niveau van Auto a.s. als op het niveau van AAA in handen was van [A], [C] en [D], en de toelichting van [B] ter terechtzitting waaruit moet worden afgeleid dat hij het zag als een besluit van en een bonus toegekend door AAA, acht de Ondernemingskamer het - zonder nadere toelichting, die ontbreekt – voor de hand liggen dat de bonus feitelijk moet worden aangemerkt als een door AAA toegekende bonus. Daarbij hoort op grond van de Nederlandse regelgeving - daarover zijn partijen het op zichzelf eens - dat de toekenning en de omvang van de bonus hadden moeten worden voorgelegd aan de algemene vergadering van aandeelhouders van AAA.
business-to-businesshandel hebben besproken. AAA meende toen dat de beoogde activiteiten, die export vanuit Tsjechië behelzen, niet pasten bij haar strategie van import (naar Tsjechië) vanuit West Europa en dat haar organisatie, in het bijzonder haar personeel, niet geëquipeerd was voor de
business-to-businesshandel. [BELANGHEBBENDE 2.], die wel beschikte over de voor die handel benodigde ervaring, heeft de activiteiten vervolgens zelfstandig ontwikkeld. In het derde kwartaal van 2013 bleek dat de
business-to-businesshandel geïnteresseerde kopers aantrok, waarna alsnog is besloten die handel binnen de AAA Auto groep, en wel in Auto a.s., te gaan drijven. [BELANGHEBBENDE 2.] zou betrokken blijven, onder meer om het personeel op te leiden voor de met de nieuwe activiteiten gemoeide werkzaamheden. Inmiddels was deze export verlegd naar West Europa en was het personeel van Auto a.s. voldoende ervaren met de
business-to-businesshandel, aldus nog steeds AAA en de Meerderheidsaandeelhouder.
businessbegin 2013 is genomen op het niveau van Auto a.s., door [A], [B] en een
management committeevan Auto a.s. Aangenomen moet dan ook worden dat het bestuur van AAA niet onwetend was van het initiatief van [BELANGHEBBENDE 2.]. [BELANGHEBBENDE 2.] en [A], die deelnam aan de besluitvorming door Auto a.s., maakten immers begin 2013 deel uit van het bestuur van AAA. Die omstandigheid is echter zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet toereikend om aan te nemen dat de plannen van [BELANGHEBBENDE 2.] op het niveau van AAA zijn besproken en onderzocht.
businessvan meet af aan voor rekening en risico van Auto a.s. is geëxploiteerd, ook ter terechtzitting niet geadstrueerd met facturen of andere documentatie waaruit blijkt dat ook de eerste 1.000 auto’s, waarvan in meergenoemd persbericht sprake is, voor rekening van Auto a.s. zijn verhandeld. Dat roept, in het licht van de onduidelijkheid over het moment waarop is besloten de bedrijvigheid onder te brengen in Auto a.s. - in de brief van 29 november 2013 heet het “
recently” - , vragen op. Ook de voorwaarden waarop [BELANGHEBBENDE 2.] (al of niet) bij de nieuwe activiteiten betrokken blijft, zijn ongewis gebleven.
businessgebrekkig is geweest. Met informatie over het totstandkomen van de bonussen en de omvang ervan is AAA zelfs zo terughoudend geweest, dat de vraag zich opdringt of men iets wilde verbergen. De onvolkomenheden in de informatie hebben zich (deels) voorgedaan na 28 maart 2013, toen de Ondernemingskamer mondeling beschikte op het eerste enquêteverzoek, en na 5 april 2013, toen zij in haar schriftelijke beschikking had overwogen zoals in 2.11 is aangehaald. Dit roept eens te meer vragen op. In het licht van de aangehaalde overweging acht de Ondernemingskamer het bovendien bevreemdend dat het bestuur van AAA niet aanwezig was in de bijzondere algemene vergadering van aandeelhouders op 29 maart 2013 om vragen van aandeelhouders te beantwoorden.
businessen de informatieverstrekking leiden tot de conclusie dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van AAA, die een onderzoek naar dat beleid en die gang van zaken rechtvaardigen. De Ondernemingskamer zal een onderzoek bevelen zoals hierna te vermelden.