Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
mr. J.D. van Vlastuin, te Veenendaal,
C.W. Bakhuis-van Kesteren,
1.Het geding in hoger beroep
De gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen en heeft het woord gevoerd.
De KBvG heeft het woord gevoerd via haar gemachtigde, aan de hand van een pleitnota.
De gerechtsdeurwaarder is niet verschenen.
2.De stukken van het geding
3.De feiten
4.Het standpunt van de KBvG
5.Het standpunt van de gerechtsdeurwaarder
13 september 2013 aan de gerechtsdeurwaarder verstrekte positieve toetsingsverslag een kortere geldigheidsduur heeft toegekend dan de reguliere twee jaar, te weten eenzelfde geldigheidsduur als ware het wel tijdig verstrekt, namelijk 9 december 2014. Ofschoon de gerechtsdeurwaarder in 2013 een bedrag van in totaal € 7.811,03 voor de toetsing van haar kantoororganisatie heeft betaald, zal zij in 2014 wederom kosten moeten maken om in overeenstemming met de Verordening tijdig te beschikken over een positief toetsingsverslag. Het betoog van de gerechtsdeurwaarder dat zij door de verkorting van de geldigheidsduur van haar positieve toetsingsverslag ten opzichte van gerechtsdeurwaarders die zich wel aan de norm hebben gehouden, financieel niet in een betere positie verkeert, is echter niet geheel juist. Vanwege de korte periode tussen de verrichte en de opnieuw te verrichten toetsing van haar kantoororganisatie valt te verwachten dat de auditor ten behoeve van het volgende toetsingsverslag een minder diepgravend onderzoek hoeft te verrichten en weinig nieuwe punten zal constateren, hetgeen tot lagere kosten zal leiden. In die zin is wel degelijk sprake van enig financieel voordeel ten opzichte van gerechtsdeurwaarders die conform de Verordening in 2012, of nog eerder, hebben zorggedragen voor toetsing van hun kantoororganisatie.
7.De beslissing
Postbus 1312 te 1000 BH Amsterdam,
o.v.v.[gerechtsdeurwaarder] / KBvG (200.136.331/01 GDW) [nummer]