Uitspraak
mr. C.J. Berendsete Amsterdam.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 28 januari 2014, gaat het om de beëindiging van een schuldsaneringsregeling voor twee verzoekers, die gezamenlijk in hoger beroep zijn gekomen tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had op 20 november 2013 besloten de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen. De verzoekers, beiden wonend in Amsterdam Zuidoost, hebben in hun verzoekschrift aangevoerd dat zij wel degelijk hebben geprobeerd te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling, maar dat zij door psychosociale problemen niet in staat waren om dit zelfstandig te doen. Verzoekster heeft een licht verstandelijke beperking en kampt met persoonlijkheidsstoornissen, terwijl verzoeker geestelijk overbelast is geraakt door de problemen van verzoekster en zelf fysieke beperkingen ondervindt.
Tijdens de zitting op 21 januari 2014 hebben de verzoekers hun standpunt toegelicht, waarbij zij hebben aangegeven dat zij bereid zijn om samen te werken aan de uitvoering van de schuldsanering, mits zij specialistische hulp krijgen. De bewindvoerder heeft echter betoogd dat de verzoekers vanaf het begin van de schuldsaneringsregeling hun verplichtingen niet zijn nagekomen en dat zij zelfs nieuwe schulden hebben opgebouwd. Het hof heeft vastgesteld dat de verzoekers herhaaldelijk zijn gewaarschuwd en dat zij voldoende kansen hebben gekregen om hun situatie te verbeteren, maar dat zij deze kansen niet hebben benut.
Het hof heeft in zijn beoordeling benadrukt dat er vergaande verplichtingen rusten op schuldenaren die onder de wettelijke schuldsaneringsregeling vallen. Ondanks de psychosociale problemen van de verzoekers, heeft het hof geoordeeld dat deze hen niet ontslaan van hun verplichtingen. De verzoekers hebben niet voldaan aan de eisen die aan hen zijn gesteld, en het hof heeft besloten dat de beëindiging van de schuldsaneringsregeling op goede gronden is gebeurd. Het verzoek van de verzoekers om nog een laatste kans te krijgen is afgewezen, en het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.