3.1Het gaat in deze zaak om het volgende.
a. [geïntimeerde], geboren op [geboortedatum], is op 1 december 2003 als vertegenwoordiger in dienst getreden bij een rechtsvoorganger van Popov Clothing. Laatstelijk was hij 40 uur per week werkzaam tegen een brutosalaris van € 2.475,- per maand, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten, waaronder provisie.
b. Popov Clothing heeft [geïntimeerde] bij brief van 17 mei 2011 uitgenodigd om in een op 20 mei 2011 te voeren gesprek zijn visie te geven op een aantal in die brief vermelde kwesties, waaronder een verband houdende met een vroegere klant, [A].
c. Het op 20 mei 2011 gevoerde gesprek, waaraan van de kant van Popov Clothing werd deelgenomen door [X], [Y] en [Z], heeft kort geduurd en daarin is alleen gesproken over de kwestie [A].
d. Popov Clothing heeft [geïntimeerde] op staande voet ontslagen bij brief van 23 mei 2011, die luidt als volgt:
“G
eachte heer [geïntimeerde], beste [voornaam],
Naar aanleiding van ons gesprek van afgelopen vrijdag 20 mei jl. bevestigen wij dat je per heden op staande voet bent ontslagen. De reden ligt (kort gezegd) in het feit dat je zonder toestemming van ons en zonder mededeling goederen uit het magazijn hebt meegenomen die nimmer zijn ingeboekt in het systeem. Je hebt de verduistering, of in jouw eigen woorden: diefstal, bekend. Achteraf heb je bevestigd dat je met deze goederen een credtifactuur van een klant, [A], te [plaats] hebt gecompenseerd. In ons gesprek heb je bovendien verteld dat je deze klant uit eigen financiële middelen een bedrag van EUR 500,- hebt betaald. Over deze gang van zaken heb jij nimmer eerder openheid van zaken gegeven. Nu pas, nadat wij het onderwerp aanstippen, komt dat allemaal boven water. Daarmee heb jij ons vertrouwen ernstig beschaamd.
In je functie heb je veel vrijheid in de uitoefening van jouw werkzaamheden (afgifte goederen, afhandelen van betalingen en het crediteren van goederen en facturen) en een vrije toegang tot de goederen in ons magazijn. Gezien de aard van jouw functie is het daarom van belang dat wij onvoorwaardelijk kunnen vertrouwen op de integriteit, loyaliteit en betrouwbaarheid van jou als verkoopmedewerker. Dit vertrouwen heb je met voornoemd handelen beschaamd. Bovendien heb jij in strijd gehandeld het bedrijfsbelang en ons schade toegebracht. Dit alles is op zichzelf al een voldoende dringende reden.
Aanvullend speelt nog me dat je in het verleden al meerdere malen bent gewezen op jouw disfunctioneren. Daarbij verwijzen wij in het bijzonder naar de brief van 1 juli 2010 van de heer Elmers en de brief van 4 november 2010 van de heer Van Veen, waarin als voorbeeld de banner- actie van Popv Clothing is aangehaald. Je diende onze klanten een banner aan te bieden als promotie-actie. Pas na herhaaldelijk verzoek van ons heb je het aantal banners doorgegeven. Hierdoor ontstond twijfel bij ons, waardoor wij rechtstreeks uw klanten heeft benaderd. Uit deze gesprekken bleek dat jij nimmer banners had aangeboden. Met deze handelwijze heb je jouw werkzaamheden niet deugdelijk uitgevoerd en bovendien ons vertrouwen ernstig beschaamd.
Aan jouw ontslag op staande voet ligt dus ten grondslag dat je jezelf schuldig hebt gemaakt aan verduistering, ons vertrouwen heeft beschaamd en het feit dat je disfunctioneert (artikel 7:678 lid 2 sub b en d BW). Van ons kan redelijkerwijs niet worden verwacht om de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Om die dringende reden ben je op staande voet ontslagen.
Wij moeten jou aanvullend erop wijzen dat je wegens het door opzet en/of schuld geven van een dringende reden jegens Popov Clothing schadeplichtig bent geworden. Het staat ons vrij alsnog van jou een schadevergoeding te vorderen, minimaal gelijk aan het bedrag van de termijn van een normale opzegging. Wij behouden ons het recht voor om dat bedrag met eventuele bedragen die jou nog zou toekomen als bijvoorbeeld het vakantiegeld te verrekenen. Wij menen dat het in jouw belang is indien je de zaak laat rusten en partijen gewoon ieder hun eigen weg gaan.
Ten slotte sommeer ik je a.s. woensdag 25 mei 2011 om 12.00 uur bij ons in te leveren: de auto, de mobiele telefoon, de laptop+scanner, onze collectie en zonodig al onze andere eigendommen.”
e. [geïntimeerde] heeft bij brief van 24 mei 2011geprotesteerd tegen het ontslag en zich jegens Popov Clothing bereid gehouden om op eerste oproep zijn werkzaamheden te verrichten. Namens hem is de nietigheid van het ontslag ingeroepen.
f. Bij beschikking van 22 november 2011 heeft de kantonrechter in Haarlem de arbeidsovereenkomst tussen partijen voor zover deze toen nog bestond ontbonden met ingang van 1 december 2011, onder toekenning van een vergoeding aan [geïntimeerde] ten laste van Popov Clothing ten bedrage van € 13.000,- bruto.