In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 8 april 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen Oak Leaf B.V. en de gezamenlijke houders van aandelen in D.E. Master Blenders 1753 N.V. Oak Leaf had een openbaar bod uitgebracht op alle aandelen van D.E. Master Blenders en vorderde de overdracht van de aandelen van de gedaagden, die niet verschenen waren. De vordering was gebaseerd op artikel 2:359c van het Burgerlijk Wetboek, dat de mogelijkheid biedt om aandelen over te dragen na een openbaar bod, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat Oak Leaf op de dag van de dagvaarding meer dan 95% van het geplaatste kapitaal en de stemrechten van D.E. Master Blenders vertegenwoordigde. Dit voldeed aan de vereisten van de wet, waardoor de vordering in beginsel toewijsbaar was. De Ondernemingskamer heeft ook de prijs van de aandelen vastgesteld op € 12,50 per aandeel, wat als billijke prijs werd beschouwd, en heeft bepaald dat deze prijs verhoogd wordt met wettelijke rente indien deze niet tijdig wordt betaald.
De beslissing van de Ondernemingskamer houdt in dat de gedaagden worden veroordeeld om het onbezwaarde recht op de aandelen over te dragen aan Oak Leaf, en dat de kostenveroordeling achterwege blijft omdat de gedaagden geen verweer hebben gevoerd. Dit arrest is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.